arresten verbintenissenrecht jaar 2 rechtsgeleerdheid
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Rechtsgeleerdheid
Verbintenissenrecht
All documents for this subject (52)
Seller
Follow
Supersamenvatting
Reviews received
Content preview
Arresten tussentoets Verbintenissenrecht
Week 1
Quint/te Poel Verbintenissen vloeien voort uit de wet. Er staat niet meer dat een verbintenis uit de
Bronnen van wet moet ontstaan, maar dat een verbintenis hieruit moet voortvloeien. Indien de wet
verbintenissen geen regels voor het geval kent moet er een oplossing worden gezocht die past in het
stelsel van de wet en die aansluit bij wel in de wet geregelde gevallen (Art. 6:1 BW)
Azivo/GGD A heeft de verplichting om een dienst te leveren aan B. Die dienst wordt verricht door
feitelijke C. Er bestaat geen contracteerplicht tussen A en C. A weigert de dienst maar C is
contractdwang door tegenover B verplicht om de dienst te leveren. Het is maatschappelijk onbetamelijk
OD. van A om niet de prijs te betalen. A moet de prijs betalen wat neerkomt op feitelijke
contactdwang via de onrechtmatige daad. Er is hier geen overeenkomst gesloten,
maar de partijen kunnen door de wettelijk inkadering niet om elkaar heen.
NBM/Securicor Het wekken van gerechtvaardigd vertrouwen en het niet gestand doen daarvan is een
geen partij, onrechtmatige daad. In deze casus ging het om een moedervennootschap die op grond
exoneratiebeding. van een onrechtmatige daad jegens een crediteur aansprakelijk is.
Haviltex Bij de totstandkoming van een overeenkomst staat niet de letterlijke tekst, maar de
Haviltex norm bedoeling van de partijen. Het gaat om de betekenis die de partijen in de gegeven
omstandigheden redelijkerwijs over en weer aan het beding mochten toekennen.
Verdere zijn de maatschappelijke positie, de rechtskennis en de gewoontes van de
partijen belangrijk. Gaat het dus niet over de zuiver taalkundige uitleg.
Lundiform Bij de uitleg van commerciële overeenkomsten is de Haviltex-norm ook het
Uitleg van uitgangspunt. Verklaringen van betrokkenen en handelswijzen van partijen
commerciële voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst zijn ook bij de uitleg van
overeenkomsten commerciële overeenkomsten belangrijk, zelfs als de omstandigheden van het geval
met zich mee brengen dat aan door de partijen gekozen bewoordingen grote waarde
wordt gehecht. Er wordt dus niet louter naar een taalkundige uitleg gekeken.
Indien er in een overeenkomst een ‘entire agreement clause’ wordt opgenomen, hoeft
dit niet te betekenen dat er een andere uitleg is over de overeenkomst. Deze clausule
houdt niet in dat er geen waarde wordt gehecht aan verklaringen of handelswijzen van
partijen aan het sluiten van de overeenkomst.
Kribbebijter Of iemand een overeenkomst in eigen naam is opgetreden hangt af van hetgeen hij en
Vertegenwoordiging, die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaar
ontbinding, verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Codificatie van
wanprestatie Art. 7:419 BW. Iemand die in eigen naam, maar ten behoeve van een opdrachtgever
een overeenkomst sluit, kan in beginsel ook in eigen naam ten behoeve van die
opdrachtgever de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten uitoefenen.
Felix/Aruba Er moet worden gekeken naar de positie die de handelende functionaris binnen de
Onbevoegde organisatie van de overheid heeft. De overheid is aansprakelijk als er bepaalde
vertegenwoordiging omstandigheden zijn voor de onjuiste veronderstelling bij de derde. Deze
overheid omstandigheden zijn het gedrag van het overheidsorgaan, de positie, de
onoverzichtelijkheid van de organisatie en eventuele nalatigheid van de overheid om
de derde van de onbevoegdheid van de functionaris te wijzen. Daarnaast relevant:
onduidelijke, onoverzichtelijk of ontoegankelijkheid van regelingen.
,ING/Bera Voor toerekening van schijn van de volmachtverlening kan ook zijn als derde heeft
onbevoegde vertrouwd erop op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de
vertegenwoordiging. pseudo-volmachtgever komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn
Schijn, kan worden afgeleid.
gerechtvaardigd
vertrouwen.
Baris/Riezenkamp In dit arrest is er een beperking gelegd op de contractsvrijheid. Indien je gaat
Onderhandelen, onderhandelen ben je niet geheel vrij in het onderhandelen. Er wordt gekeken naar de
redelijkheid en redelijkheid en billijkheid. Het gedrag moet hierop worden aangepast. Er is echter
billijkheid. nog geen verbintenis tot stand gekomen maar toch de eisen van Art. 6:2 BW?
Bijzondere rechtsverhouding die door Redelijkheid en billijkheid wordt beheerst:
Men mag de ander niet onjuiste informatie geven
Als men moet soms betere informatie geven/delen
Gemiddelde consument mag niet worden misleid
Bijzondere precontractuele zorgplicht om onderzoek te doen naar draagkracht.
Plas/Valburg De gemeente Valburg heeft een offerte laten opmaken door Plas bouwonderneming.
Precontractuele fase/ Plas maakt een offerte op en na enthousiaste geluiden van de gemeente maakt hij
afbreken van kosten voor een adviesrapport. De gemeente besluit op het laatste moment niet met
onderhandelingen en Plas te gaan ondernemen. Plas stelt dat de gemeente schadevergoeding dient te
vergoeding betalen. Indien de onderhandelingen door een partij worden afgebroken, dient de
vraag of er een schadevergoeding aan de andere partij moet worden betaald, te
worden beantwoord aan de hand van het stadium waar de onderhandelingen in
verkeerden (1) en of de partijen over en weer mochten vertrouwen dat uit deze
handelingen een contract zou voortvloeien (2). Relevant hierbij is het CBB/JPO
arrest: of het onaanvaardbaar is om af te breken ligt eraan: bijdrage aan het
vertrouwen, verloop van onderhandelingen en of op het moment erop vertrouwd kon
worden.
Week 2
Schriftelijkheidsvereist In de casus waarover de Hoge Raad diende te oordelen was tussen koper en
e verkoper mondeling overeenstemming bereikt. De verkoper weigerde vervolgens
Schriftelijkheiseis de koopakte te ondertekenen omdat hij de financiering van zijn nieuwe huis nog
niet rond had. Tevens weigerde hij aan de koper de schade te vergoeden die was
geleden door het niet doorgaan van de koop (hogere woonlasten en extra
verhuiskosten). De verkoper stelde zich daarbij op het standpunt dat nog geen
bindende koopovereenkomst tot stand was gekomen aangezien de concept-
koopovereenkomst niet door hem was ondertekend. De rechtbank legde daaraan ten
grondslag dat de koop op grond van artikel 7:2 BW schriftelijk had moeten worden
aangegaan en dat nu niet aan dit vereiste is voldaan, er geen rechtsgeldige
koopovereenkomst tot stand is gekomen. Partijen berustten vervolgens in dit
vonnis, maar de Procureur-Generaal zag aanleiding om ‘cassatie in het belang van
de wet’ in te stellen. Volgens de Procureur-Generaal had de rechtbank Breda
namelijk te ongenuanceerd gesteld dat ook de verkoper altijd een beroep kan doen
op het schriftelijkheidsvereiste. Op basis van dit arrest van de Hoge Raad staat dus
, vast dat een particuliere verkoper zich wel op het schriftelijkheidsvereiste kan
beroepen, maar een professionele verkoper niet. Daar waar de particuliere verkoper
na het bereiken van mondelinge overeenstemming nog onder de koop uit kan, kan
de professionele verkoper in rechte worden gedwongen alsnog medewerking te
verlenen aan het tot stand komen van de koopovereenkomst of worden veroordeeld
tot het betalen van schadevergoeding.
Esmilo/Mediq De leden twee en drie van Art. 3:40 hebben betrekking op gevallen waarin
het verrichten van een rechtshandeling als zodanig in strijd is met de wet en
bepalen wanneer zo een rechtshandeling nietig, vernietigbaar of geldig is. Wanneer
een overeenkomst volgens haar inhoud of strekking verplicht tot een prestatie die in
strijd is met wet, dient aan de hand van het eerste lid bepaald te worden of zij nietig
is. Het daarin neergelegde criterium voor nietigheid is of de overeenkomst door
inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde. De enkele
omstandigheid dat een overeenkomst tot een door de wet verboden prestatie
verplicht, brengt niet mee dat zij een verboden strekking heeft en dus wegens strijd
met de goede zeden of openbare orde nietig is (art. 3:40 lid 1 BW). Bij de
beoordeling van de vraag of een dergelijke overeenkomst in strijd is met de
openbare orde dient de rechter in elk geval te betrekken:
1. Welke belangen worden geschonden?
2. In strijd met fundamentele beginselen?
3. Waren partijen zich ervan bewust?
4. Is er al een sanctie in de wet?
Offringa/Vinck & Van Gebreken aan een huis op Curaçao wat bij verkoper bekend was. Indien een koper
Rosberg zijn onderzoeksplicht verzaakt betekent dit niet dat dan ook de mededelingsplicht
Dwaling, onderzoeks- en van de verkoper vervalt. Of de verkoper, ondanks het verzaken van de
mededelingsplicht onderzoeksplicht door de koper, een mededelingsplicht had moet worden bepaald
aan de hand van de relevante omstandigheden. Hierbij moet in acht worden
genomen dat de mededelingsplicht er tevens toe strekt om onvoorzichtige kopers
tegen de nadelige gevolgen van dwaling, die is veroorzaakt door het verzwijgen van
relevante gegevens, te beschermen.
De treek/Dexia In dit arrest wordt de opvatting verkondigd dat de consument een sterke eigen
verantwoordelijkheid heeft - hij dient daarom voorzichtig te zijn met de acceptatie
van aanbiedingen op basis van verleidelijke reclames.[34] In deze context is geen
plaats voor een maatstaf die rekening houdt met een minder dangemiddelde
consument.De in het arrest De Treek/Dexia gegeven vuistregel voor verdeling van
de schade op grond van art. 6:101 BW wegens eigen schuld van de afnemer van
een effectenlease-product, is niet van toepassing in het onderhavige geval, waarin
sprake is van een adviesrelatie en van de omstandigheid dat de eigen beslissing van
de afnemer is beïnvloed door zijn financieel adviseur. Er was hier dus sprake van
een onrechtmatige daad doordat er niet werd voldaan aan de zorgplicht. Er was
geen sprake van dwaling of oneerlijke handelspraktijken (voldoende informatie). Er
was wel sprake van een onrechtmatige daad omdat er onvoldoende onderzoek was
verricht en geen waarschuwing was gegeven.
Vano/Foreburgstaete De zaak die aan de Hoge Raad werd voorgelegd had betrekking op een
Samenloop terkotkoming koopovereenkomst tussen Foreburgstaete en Vano omtrent een bedrijfspand, waarin
en dwaling Vano een aantal garanties had afgegeven. Toen Foreburgstaete van mening was dat
de garantiebepalingen door Vano waren geschonden, vorderde zij in eerste aanleg
(primair) vernietiging of ontbinding van de koopovereenkomst op grond van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Supersamenvatting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.