100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Politieke geografie samenvatting en college aantekeningen $6.71   Add to cart

Summary

Politieke geografie samenvatting en college aantekeningen

 41 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting en aantekeningen van het vak 'politieke geografie', voor docentenopleiding van aardrijkskunde. -Het is een groot bestand, maar komt vooral omdat er veel grote afbeeldingen en kaarten instaan die helpen bij het leren. -Overzicht van belangrijkste begrippen. - Chronologisch verhaal ...

[Show more]

Preview 4 out of 38  pages

  • February 19, 2022
  • 38
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Politieke Geografie – College 1

Definitie
Politieke geografie: onderzoekt de relatie tussen geografie en politiek, tussen ruimte en
besluitvorming/actoren (overheden, mensen).
- Informele politiek = mensen die bv een claim ergens op leggen zonder overheid
(strandbedjes, burenruzies)
- Formele politiek = overheid

Altijd een wederkerige relatie: politiek beïnvloedt de omgeving. Bepaalt bv waar mensen mogen
wonen, wat natuurgebied is, etc. De omgeving beïnvloedt ook de politiek, bv de aanwezigheid van
grondstoffen in land x.

Politieke casus/conflict te analyseren vanuit 3 velden:
- Actoren: wie?
- Arena (=ruimte): waar?
- Play: waarover/waarom?

Begrippen
 Macht
De mogelijkheid die iemand heeft om zijn wil door te zetten, zelfs wanneer anderen die die
macht voelen weerstand bieden. Je kunt anderen dingen laten doen die ze eigenlijk niet
willen. Macht is niet absoluut: het kan veranderen.

 Territorialiteit
Een ruimtelijke strategie van actoren, met als doel om mensen of dingen te beïnvloeden of te
controleren, dmv het afbakenen van gebieden waarover actoren macht kunnen uitoefenen.




Hier is sprake van territorialiteit. Doel van Vlaamse overheid: praat vooral geen andere taal
dan Nederlands. Ze willen hun eigenheid behouden (autarkie). Machtsmiddelen die ze hierbij
inzetten zijn dat overheidsdiensten alleen Nederlands praten. Zo kunnen ze dat afdwingen in
het Vlaamse gebied. Macht is niet absoluut, mensen kunnen thuis wel andere taal spreken.

 Staat
Onafhankelijke (soevereine) politieke eenheid;
- die regeert over een groep mensen.
- met geweldsmonopolie (leger, politiedienst op staatsniveau).
- met belastingmonopolie (staat int belastingen).
Het is een eigen, afgegrensd gebied (territorium). Wordt wettelijk
erkend door andere staten en door VN. Voorbeeld Transnistrië: klein
langgerekt gebied, onderdeel van Moldavië, maar hebben zich onzijdig
afgescheiden en noemen zichzelf een onafhankelijk land. Echter erkent
bijna geen land ze (Rusland en andere kleine landjes die ook
onafhankelijk willen worden wel). Is dus een niet erkende staat.

,  Natie
- Objectivistische visie
Natie te definiëren aan de hand van ‘objectieve’ criteria: gedeelde taal, godsdienst,
geschiedenis, grondgebied, stammen af van dezelfde voorouders, dialect.
- Subjectivistisch visie
Natie is een sociale constructie, dus wordt door de leden zelf als dusdanig
gedefinieerd. Leden bepalen zelf met elkaar waarom ze bij elkaar horen. Je voelt
jezelf behoren tot een volk en als we dat met elkaar voelen dan zijn we een volk.
Ene visie is niet harder dan de andere, maar zijn andere benaderingen.

Hier hoort een verbeelde gemeenschap bij: je voelt je verbonden met elkaar, ondanks dat je
elkaar niet allemaal kent. Bepaalde symbolen helpen daarbij (oranje kleur, koningshuis,
volkslied). Versterkt natievorming. Gemeenschapsgevoel bestaat alleen in de verbeelding,
maar is wel heel belangrijk voor de individuele leden van de natie. Natievorming leidt tot
insluiting en uitsluiting.

Het proces waarin een natie als een ‘verbeelde gemeenschap’ wordt gevormd, gaat gepaard
met claims op de ruimte, het uitoefenen van macht:
- Definiëring van natie en nationale identiteit: wie definieert wat de normen en waarden zijn
op basis waarvan bepaald moet worden of iemand bij de natie hoort.
- Inzetten van instrumenten voor natievorming: bv. zeggenschap over het onderwijs (bv.
verbod om een andere taal te praten), creëren van nationale monumenten, etc. Die macht
berust normaal bij de staat (maar niet altijd: bv mach delen met kerk, grote bedrijven,
maffia).

Verschillende krachten kunnen een natie meer eenheid geven, of juist uit elkaar drijven.
Centripetale krachten brengen eenheid. Ze hebben een sterk kerngebied (zonder
concurrerende kerngebieden), culturele homogeniteit (zelfde taal, geen sterke religieuze
verschillen), gunstige ruimtelijke vorm van de staat, duidelijke grenzen. Belangrijkste kracht
is het bestaansrecht van de staat, als de inwoners zich onderling verbonden voelen (een
natie vormen). Dat houdt de staat bij elkaar, hoe verschillend de bevolkingsgroepen ook zijn.
Hier tegenover staat centrifugale krachten, die drijven uit elkaar.

Geldt niet altijd: in België en Zwitserland worden veel verschillende talen gesproken. Toch zal
een Belg niet snel zeggen dat hij een Belg is, maar noemt hij zichzelf juist eerder Vlaming. In
Zwitserland geldt dat niet.

Grenzen
Stelling: grenzen voorkomen conflicten.
Voorargument: groepen met bepaalde overtuigingen worden nu van elkaar gescheiden.
Tegenargument: grenzen kunnen juist zorgen voor conflicten, zoals bij Oost- en West-Berlijn.

Grenzen, zorgen voor:
- Insluiting: geeft aan binnen welk gebied bepaalde regels en wetten gelden.
- Uitsluiting: reguleert toevoer van mensen of goederen.
Kunnen daarmee de ruimtelijke verschillen tussen gebieden versterken.
Versterken ‘wij’ en ‘zij’-gevoel: als je een grens overgaat kom je echt in een ander gebied en bij
andere mensen.

Natuurlijke grenzen: rivieren, bergen, zeeën.
Kunstmatige grenzen: (rechte) lijnen op de kaart getrokken door mensen.

,Is dit onderscheid wel te maken? Eigenlijk zijn alle grenzen kunstmatig: de mens maakt een grens en
bepaalt dat iets een grens is. Het is een constructie, een bedenksel van mensen. Natuurlijke
elementen kunnen wel hierbij helpen (tussen Arnhem en Nijmegen zitten 2 rivieren, maar toch wordt
dit niet gezien als grens. Grens is dus echt gemaakt door mens).

Soorten grenzen:
Formeel – Informeel: staat het op kaarten of is het een grens tussen buren.
Gesloten – open: kan je er zomaar overheen of juist niet.
Zichtbaar – onzichtbaar: kun je de grens zien of niet.
Absoluut – overgangszone: letterlijke grens ergens is absoluut, oz vooral bij cultuurgebieden.

Documentaire grens Belfast
‘Peacewall’ tussen katholieken en protestanten, om die groepen uit elkaar te houden en daarmee
conflicten te voorkomen. Het is een formele, gesloten, zichtbare, absolute grens: letterlijk een hoge
muur die gebied doormidden snijdt. Het beschermt groepen tegen elkaar, maar zaait juist ook haat.
Het is een conflict tussen de unionists (zij willen bij Engeland blijven horen, protestants) en de
republicionists (willen loskomen van Engeland, katholiek). Het is nooit een godsdienstconflict
geweest, maar toeval dat de partijen sterk verschilden in geloof. Het praat makkelijk om het te
hebben over de protestanten en katholieken, maar is dus niet echt een religieusconflict.

Documentaire Kolonisten van Hebron
Zie college 2

Nederland als natie
Definitie de pater: een groep mensen, die gezamenlijk een territorium bewoont, normen en waarden
delen, een gemeenschappelijk verleden heeft en op basis daarvan het gevoel heeft ‘bij elkaar te
horen’ (insluiting) en ‘ander te zijn dan groepen elders’ (uitsluiting).
 ‘die gezamenlijk een territorium bewoont’. Wat is Nederland? Waar ligt Nederland? Wat doen we
met Nederlanders die in Duitsland wonen? En stel dat ze daar al een generatie wonen, zijn ze dan
nog wel Nederlanders?
 ‘normen en waarden delen’. Wie bepaalt deze waarden en normen?
 ‘een gemeenschappelijk verleden heeft’. Invented traditions: nationale symbolen en rituelen die
worden voorgesteld als oude tradities. Verwijzen naar een ver verleden schept een nationale
identiteit, een nationale eenheid. De Bataafse mythe (17 e eeuw): Nederlanders stammen af van de
Bataven. De Gouden Koets werd in 1898 aan Wilhelmina aangeboden, de auto werd te modern
geacht. Hoewel de Schotse kilt pas sinds de 16 e eeuw wordt gedragen, verwijst het naar de zeer oude
Keltische achtergrond.

Uitsluiting
Allochtoon: allos (ander), chthon (land). Begin 20 e eeuw: de lagen zijn bodemecht/autochtoon, of ze
zijn bodemvreemd/allochtoon (import). Vanaf 2016 spreken we over inwoners met een
migratieachtergrond en inwoners met een Nederlandse achtergrond. Niet de afkomst, maar de
toekomst van de burgers telt.

Toets:
- Begrippen actief kunnen toepassen en voorbeelden ervan kunnen noemen.
- paragraaf 7.6 ‘denken in regio’s’ nog doornemen!

, Politieke Geografie – College 2

Geschiedenis Israël – Palestina
In 1e eeuw vChr werd Palestina ingelijfd bij het Romeinse rijk. Joden die daar woonden kwamen
daarom in opstand. Romeinen verwoestten alles, ook de tweede tempel (heel heilig), alleen de
westelijke muur (klaagmuur) bleef overeind staan. Na de opstand mochten joden niet meer in
Jeruzalem wonen, veel joden trekken daar weg. In Palestina bleven daardoor vooral Moslims wonen.

Zionisme
2e helft 19e eeuw: zionisme komt op. Politiek zionisme, religieus zionisme, etc. Zionisme is een vorm
van joods nationalisme.
1. Joden zijn een natie/volk (niet alleen een geloof). Alle naties hebben zelfbeschikkingsrecht.
Voor joden betekent dat dat ze dat moeten doen in hun thuisland: Israël/Palestina. Joden
die verspreid zijn geraakt, dus die daar niet meer wonen moeten massaal terugkeren naar
deze regio, hun thuisland.
2. Politiek zionisme: zetten zich in voor de nationale wedergeboorte van het joodse volk. In
eigen volk zijn ze veilig. Zodra ze in Europa kwamen kregen ze al te maken met
antisemitische. Het leven werd hun moeilijk gemaakt. Dat is de reden dat steeds grotere
groep joden ook zionistisch werd: we hebben een eigen plek nodig waar we over onszelf
kunnen regeren. Theodore Herzl wordt beschouwd als vader van het zionisme. Israël was
niet meteen deze plek, maar kwamen daar uiteindelijk wel op uit. Het is een land zonder
volk voor een volk zonder land.
Zion is een heuvel in Jeruzalem, waar veel heilige gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. In 1881
ontstaat groep de vrienden van Zion: eerste grote migratiestroom van joden naar Palestina (30.000
van miljoenen joden die in Europa wonen.

Situatie in 1914 en 1916
Israël-Palestina was van de Turken (Ottomaanse rijk). In 1916
verliezen zij in de oorlog. Britten en Fransen hebben oog op dit
gebied en willen het onderling verdelen: Britten wilden een betere
bufferzone rond Suez-kanaal (konden zo makkelijker naar kolonie
India). Fransen wilden het om te voorkomen dat Britten te veel
macht in Midden-Oosten zullen krijgen.

Situatie 1917
1917: Balfour Declaration. Britse regering staat welwillend tegenover vestiging van nationaal tehuis
voor joodse volk en zal zich tot uiterste inspannen om dit doel te bereiken. Er wordt benadrukt: om
dit doel te bereiken zal niets worden ondernomen wat afbreuk kan doen aan de burgerlijke en
godsdienstige rechten v/d bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina. Deze tegenstrijdig-
heid ligt ten grondslag aan het conflict. Beloftes vallen namelijk lastig met elkaar te rijmen.

Britten doen dit om sympathie te winnen van alle joden ter wereld (als we joden aan onze kant
hebben voelt dat goed). Daarnaast ook een strategisch doel: controle over het Midden-Oosten.
Balfourverklaring met name bestemd voor joden in Amerika en Rusland. Veel leden van Britse
regering waren ook Christelijk zionistisch: vonden dat joden in Israël moesten wonen voor Jezus
terug kon keren naar aarde.

Ook complicerende factoren: Britten hebben ook beloften gedaan aan Arabische leiders (zitten nog
steeds in WOI). Ottomaanse rijk had zich aangesloten bij Duitsland. Britten hebben Arabieren belooft
dat ze hun onafhankelijkheid zullen steunen als ze zouden vechten tegen Ottomaanse rijk en dus

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evanvugt1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.71  5x  sold
  • (0)
  Add to cart