Introductie: van persoon naar de persoon in de omgeving
De sociale omgeving: dit zijn de andere(n) waarmee je in je omgeving aan het leren bent.
Sociale invloed: er is een wisselwerking tussen individuen (personen) en de sociale omgeving. In deze
wisselwerking kan verandering plaatsvinden in denken, voelen en doen bij de personen. word je onbewust
(iemand zegt het is kouder buiten, dus je trekt een extra laagje kleren aan) of bewust (iemand daagt je uit om
in het spoor te boarden) beïnvloed door een ander.
Conformeren: is toegeven aan een bepaalde norm van anderen zonder dat die anderen daarom vragen. In
ieder geval pas je je aan als gevolg van de invloed van andere mensen. Deze invloed wordt overigens niet
doelbewust ingezet, het is niet persé de bedoeling van de ander om jou te beïnvloeden. Je laat jouw keuze
afhangen van wat de ander doet.
Informationele invloed: invloed die mensen op ons hebben als bron van informatie. De informatie van anderen
kan ons beïnvloeden en richting geven in wat we zouden moeten denken, voelen en doen. We maken een
keuze, doordat we nu wel informatie hebben gekregen die we hiervoor niet hadden.
Sociale normen: impliciete of expliciete regels die een groep hanteert voor acceptabel gedrag en acceptabele
waarden en opvattingen.
Normatieve invloed: mensen en/of groepen die we belangrijk vinden hebben daarom -bewust of onbewust-
sociale invloed op ons denken, voelen en doen. Het houdt in dat de invloed van andere mensen ervoor zorgt
dat wij ons conformeren om aardig en/of geaccepteerd te worden. Een voorbeeld van hierdoor beïnvloed
gedrag is roken om 'erbij te horen'.
Thema 1: Groepsprocessen: de ander in de omgeving
Groepssocialisatie: in een groep is namelijk sprake van een continue uitwisseling van gedachten, wensen en
gevoelens. Hierbij wordt wederzijdse invloed wordt uitgeoefend.
Sociale categorieën: iedereen uit deze groep is voor het gemak allemaal in hetzelfde hokje te plaatsen. Dit zijn
vaak grote groepen waarbinnen je geen directe interactie met elkaar hebt, er vindt ook geen
groepsontwikkeling plaats.
Referentiegroep: de onderlinge persoonlijke betrokkenheid van de groepsleden en de invloed van de
groepsleden op elkaar groot is. Dit gebeurt als we ervaren dat de groep voorziet in het vervullen van
belangrijke (sociale) behoeften. Deze referentiegroepen maken duidelijk wie we (willen) zijn of wat we willen
bereiken.
Togetherness: De gezamenlijke betrokkenheid is aanwezig, maar niet erg sterk. Er is (nog) geen sprake van
groepsvorming. Groep waarbinnen je een poosje samen bent, wel interactie. Bijv. groep waarmee je avond op
stap gaat, de mensen in de trein waar je een praatje mee maakt of de mensen waarmee je aan het wachten
bent op de uitslag van je rij-examen.
Kenmerken van een groep:
- Meer dan twee mensen
- Gezamenlijke kenmerken
- Directe interactie
- Een netwerk van relaties tussen groepsleden (groepsstructuur)
- Gezamenlijke waarden, doelen en normen (groepscultuur)
, Formele groepen: waarin duidelijk is wat er verwacht wordt van de groepsleden en waarin de belangrijkste
zaken expliciet zijn vastgelegd. Prop-groep.
Informele groepen: minder duidelijk wat er wordt verwacht en wat de belangrijkste zaken zijn. Deze groepen
ontstaan spontaner door gemeenschappelijke interesses of interacties. Denk bijvoorbeeld aan de rokers in de
propgroep. Vaak hebben groepen zowel formele als informele kenmerken.
Need to belong: de aangeboren behoefte bij mensen om ergens bij te horen. Niemand wil afgewezen worden.
Om die reden doen mensen soms dingen, onverschillig gedrag, om dit te voorkomen.
- Relatiegericht: sociale en emotionele behoeften van groepsleden staan centraal. (vriendengroep)
- Taakgericht: succesvol vervullen van taak of act. (klas of skigroep)
1. Forming = vormen of oriëntatiefase
groepsleden tasten af, voelen
onzekerheid en stellen zich afhankelijk op.
Gemakkelijk beïnvloeden door begeleider.
(informationele invloed)
2. Storming = conflictfase
overtuigingen worden uitgesproken en
niet voor vanzelfsprekend aangenomen,
rolverdeling wordt (opnieuw) bepaald.
Begeleider in lastige positie.
3. Norming = integratiefase
relaties worden vormgegeven, groepsnormen worden duidelijker en er ontstaat vertrouwen en
betrokkenheid bij elkaar. Heldere communicatiestructuur.
- Formele groepsnormen: afspraak is gemaakt wanneer een verslag moet zijn ingeleverd.
- Informele groepsnormen: afmelden als je niet komt.
4. Performing = uitvoeringsfase
Iedereen wordt geaccepteerd en de taak staat centraal (de studie halen, de activiteit doen)
(alle posities worden geaccepteerd en gewaardeerd) (veilig klimaat)
5. Adjourning = afscheidsfase
De groep neemt op een waardige wijze afscheid van elkaar
Groepsdynamiek: de manier hoe de groep door de verschillende fases heen loopt. Wanneer een groep van
samenstelling verandert, passeren de verschillende fasen opnieuw de revue. Ook als er slechts één deelnemer
bij komt- of weggaat zullen rollen, normen en de groepsstructuur opnieuw vorm moeten krijgen.
De aanwezigheid van anderen geeft energie. (toch nog even 1 afdaling maken…) Dit fenomeen treedt zowel op
als:
1. Je een taak met anderen uitvoert die hetzelfde aan het doen zijn als jij
2. Je een taak uitvoert terwijl anderen aan het kijken zijn (en verder niets doen).
Eenvoudige, goed aangeleerde taken - aanwezigheid van anderen werkt positief. (positieve spanning, arousal)
Taak is moeilijker – aanwezigheid anderen werkt belemmerend. (je opgelaten voelen)
De aanwezigheid van anderen zet jouw inspanningen in de schijnwerpers, dat zorgt voor een bepaalde
spanning die zowel positief als negatief kan uitwerken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorterveen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.86. You're not tied to anything after your purchase.