Vraag 1.
In het boek staan een aantal redenen waarom bedrijven zich verplaatsen naar
het buitenland. Noem 3 van de 4 redenen en leg uit:
Afzetmarkt: er wordt ontwikkeld en geproduceerd in de buurt van de klanten en
de
prospects. Dit draagt bij aan de marktgerichtheid en de snelheid waarmee kan
worden
gereageerd op marktontwikkelingen. Daarnaast levert een lokale R&D- en/of
productievestiging een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de onderneming
in
kwestie;
Concurrentie: vanwege concurrentieoverwegingen moeten sommige in bepaalde
landen
of regio’s actief zijn. Zulke landen of regio’s worden ook wel ‘hot spots’ genoemd.
Kosten: in verband met kostenoverwegingen is het vaak verstandig om bepaalde
R&D- en
productieactiviteiten uit te voeren in bepaalde landen (bijvoorbeeld
lagelonenlanden).
Overheid: lokale en nationale overheden bemoeien zich in sommige landen
intensief met
de aard van de binnenkomende directe buitenlandse investeringen.
Multinationals worden
soms gedwongen om hun R&D- en productieactiviteiten te verplaatsen naar een
bepaald
land. Zo kunnen ontwikkelingslanden bijvoorbeeld profiteren van lokaal
ontwikkelde
technologieën. In westerse landen worden subsidies en belastingfaciliteiten
aangeboden
om kennisintensieve activiteiten van buitenlandse bedrijven binnen te halen
(Jagersma, 2003)
Vraag 2.
Welk fase in de internationale productlevenscyclus is gunstig voor een bedrijf om
de productie in het buitenland te verplaatsen? en geef aan waarom?
Groeifase, in de groeifase stijgt de vraag naar het product, het is daarom
goedkoper voor bedrijven om in het buitenland te produceren die een lagere
productiekosten per eenheid hebben.
Vraag 3.
Hoe wordt deze theorie genoemd? Wat voor effecten heeft het voor het land,
wanneer de multinationals naar een andere land vertrekken met betere
comparatieve voordelen? En in welke landen verwacht je betere comparatieve
voordelen?
Vliegendegansmodel, de multinationals laten de oude vestigingplaats in crisis
achter, door hun vertrek ontstaat veel werkloosheid. Daarnaast laten
multinationals vaak ook vervuiling en milieurampen achter. In de BRIC & MINT
, landen, dit zijn landen met een snelgroeiende, veelbelovende, opkomende
economieën. Deze landen zijn aantrekkelijk voor bedrijven (multinationals) om te
opereren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CKCGO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.