Geneeskundige Psychologie En Psychopathologie (E08M4A)
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
THKstudente
Reviews received
Content preview
Geneeskundige psychologie en psychopathologie
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1 : Medische psychologie en psychopathologie Hoofdstuk 4 : Verslaving (p 13 – 15)
(p 1 – 4) 1. Verslaving
1. Inleiding o Algemeen
2. Wat is psychologisch functioneren o Gebruik in België
o Definitie 2. Misbruik en afhankelijkheid
o 4 lagen in psychologisch functioneren o Middelen gebruik DSM 4
Laag 1 : neuropsychologisch / cognitief o Gebruik -> misbruik -> afhankelijkheid
Laag 2 : symptomen en syndromen o Alcohol
Symptomen o Cannabis
o Stress 3. Zorggebruik
o Angst 4. Herval
Syndromen
o Methodisch dualisme Hoofdstuk 5 : bipolaire stoornis (p 16 – 17)
o Wat is (niet) normaal 1. Algemeen
o Definitie stoornis 2. Symptomen
o Classificatie o Manische episode
o Ziekte of stoornis o Hypomanische episode
Laag 3 : persoonlijkheidsstoornis o Verloop pathologie
Laag 4 : persoonlijkheidsorganisatie 3. Differentieel diagnose
o Bipolair vs unipolair
Hoofdstuk 2 : Angststoornissen (p 5 – 8) o Bipolair vs borderline
1. Inleiding o Bipolair vs ADHD
o Terminologie
o Verdeling Hoofdstuk 6 : Eetstoornissen (p 18 – 20)
o Angst als symptoom 1. Algemeen
o DSM 5 2. Anorexia nervosa
o ‘Pathological’ 3. Bulemia nervosa
2. Epidemiologie 4. Binge eating disorder
o Prevalentie
o Impact dagelijks leven Hoofdstuk 7 : Psychotische stoornis (p 21 – 23)
3. Gegeneraliseerde angststoornis 1. Psychose
4. Paniekstoornis o Algemeen
5. Sociale angststoornis o Symptomen
6. Specifieke fobie 2. Comorbiditeit
o Tandartsfobie o Depressie
7. Obsessief)compulsieve stoornis o Suïcidaliteit
8. Post-traumatische stress-stoornis 3. Zelfbeschrijving van angst psychoticus
4. Verloop psychotische stoornis
Hoofdstuk 3 : Depressie (p 9 – 12) 5. Prognose
1. Symptomen depressie
o Kluster van symptomen
o Waarom depressief worden?
o DSM-5 criteria
o Depressie vs rouw
o Depressief schema
o Cognitie bias bij depressie
o Rol positief affect
2. Voorkomen depressie
3. Comorbiditeit bij depressie
4. Impact op individu en omgeving
o Psychische stoornissen en suïcidaliteit
o Impact dagelijks leven
o Zorggebruik
5. Prognose depressie
6. Preventie
,Hoofdstuk 8 : Persoonlijkheidsstoornissen (p 24 – 27) Hoofdstuk 12 : Systeemtheorie (p 40 – 42)
1. Persoonlijkheidskenmerken 1. Feedback
2. Persoonlijkheidsstoornissen 2. Systeemtheorie
o DSM 5 criteria o Theoretische uitgangspunten
o Syndroom- vs persoonlijkheidsstoornissen o Systeemkader
o Behandelaspecten persoonlijkheden o Systeembenadering gezinnen
o Implicaties voor arts-patiënt relaties 3. Scholen en ideeën over systemen
o Prevalentie o Homeostase als ‘natuurlijke streving’ systeem
o Persoonlijkheidsstoornissen : clustering o Contextuele systeemtherapie
Cluster A : zonderling
Paranoïde stoornis Hoofdstuk 13 : Vaardig communiceren (p 43-45)
Schizoïd 1. Communicatie
Schizotypaal o Hulpverlenersfactoren
Cluster B : dramatisch Wat we zeggen
Theatrale (histrionische) PS Hoe we doen
Borderline PS Hoe we het zeggen
Narcistische PS o Patiëntfactoren
Cluster C : angstig o Systeemfactoren
Obsessieve-compulsieve PS 2. Motivationele gespreksvoering
Afhankelijke PS o Cognities rond motivatie om veranderen
Vermijdende PS o 5 fasen motivationele proces
Hoofdstuk 9 : Trauma en psychische gezondheid Hoofdstuk 14 : Behandeling angstwekkende herinnering
(p 28 – 29) (p 46)
1. Vroeg-negatieve levenservaringen 1. Behandelopties trauma-angst
o Trauma 2. EMDR
o Effecten VNL in volwassenheid
Vroege ontwikkeling stress-systeem Hoofdstuk 15 : Angsthantering binnen tandartspraktijk
Emotioneel / psychologisch (p 47-48)
Stoornissen ontstaan na VNL 1. Cognitieve technieken
Suïcidaliteit 2. Disfunctionele angstschema’s
o Stappenplan
Hoofdstuk 10 : Suïcidaliteit (p 30)
1. Interpersonal theory of suicide
2. Intefrated motivational-Volitional Model
3. Three-step-theory suicide
4. Lifetime perspective Caine en Conwell
Hoofdstuk 11 : psychologische denkkaders (p 31 – 39)
1. Geschiedenis
2. Psychoanalyse
o Freud en psycho-analyse
o Psychisch functioneren
Psychisme
Psychisch conflict
Psychische voorstelling
Psychisch functioneren als dynamisch
apparaat
o Gangbare psychoanalytische
persoonlijkheidstheorie
o Afweer principes
Primitieve afweer
Secundaire afweer
3. Leertheorie
o Geschiedenis
o Klassieke conditionering
o Operante conditionering
o Systemische desnsitisatie
o Aangeleerde hulpeloosheid
Experimenten
Klinische implicaties
Gedragstherapeutisch proces
Gedragstherapie
, 1
Samenvatting
Hoofdstuk 1 : medische psychologie en psychopathologie
Inleiding
- Waarom psychologie en psychopathologie voor tandarts?
o Tandarts moet basale kennis hebben
o Tandarts : emotioneel gekleurd
Gepaard met stress en angst
Stress als onderliggende trigger kwetsbaarheid
o Psychische stoornissen veelvoorkomend
Tandproblemen : vaak voorkomend + preventief gezichtspunt
Psychische stoornissen vaak voorkomen
12m prevalentie – 11%
lifetime prevalentie – 25%
lifetime risk – 37%
Eetstoornissen (10% 12m prevalentie) – grote impact thk problemen
- Veel voorkomende problemen in tandartspraktijk waar psychologie rol speelt
o Perspectief tandarts
Angst patiënten (vermijdingsgedrag)
Geringe motivatie mondhygiëne
Problemen met patiënten (en ouders) – miscommunicatie
o Perspectief patiënt
Publieks-attitude : ondanks hoog prestige -> perceptie ‘tandarts doet pijn’
Evalueren tandarts
Kwaliteit werk
Persoonlijkheid / communicatie
Bezorgdheid mbt pijn
Financiële aspecten
1/3 niet helemaal tevreden over tandarts – vn tandarts-patiënt-relatie
Wat is psychologisch functioneren
Definitie
“psychological functioning is the ability to achieve his or her goals within him or her self and the external environment.
It includes an individiual’s behavior, emotion, social skills, and overall mental health.”
- Vermogen om doelen te bereiken in zichzelf en externe omgeving
- Te maken met gedrag, emoties, sociale vaardigheid
- Psychische functies
o Cognitieve functies (“denken”) – bewustzijn, aandacht, oriëntatie, waarneming, denken, geheugen
o Affectieve functies (“voelen”) – emoties
o Conatieve functies (“willen”) – psychomotoriek, motivatie, gerichte gedrag (doen)
4 lagen in psychologisch functioneren
Laag 1 : neuropsychologische / cognitieve functies
- Is patiënt cognitief in orde?
o Observatie patiënt essentieel
o Meer gestructureerde kijk wenselijk
- Neuropsychologische ‘deelfuncties’
o Aandacht
o Taal
o Geheugen
o Intellectueel functioneren
o 5de ‘superfunctie’ = executief functioneren – alles gelijk uitoefenen
Laag 2 : symptomen en syndromen
Symptomen
Stress
- Vaak voorkomend symptoom
- Kan goed : aanscherpen aandacht
- Niet slecht mits periode van rust – stress naar beneden
, 2
Angst
- Complex geheel gevoelens – met hoge mate negatieve impact
- Normaal verdeeld in populatie
o Meeste mensen weten wat angst is
o Iedereen ‘beetje angstig’
- Angst voor tandarts
o Volwassenen – 40% angst ; 12% extreem
o Kinderen – 15% angst ; 6% extreem
- Combinatie verschillende dimensies
o Contextgebonden of persoonsgebonden
o Gebonden aan object vs ‘free floating anxiety’
Angst ‘voor iets’ – voorbeeld : spinnen
Ongebonden angst
o Realiteitsgebonden of niet
Angst in sommige situaties adequaat – angst infectie tijdens pandemie
Angst niet adequaat – pre-pandemie altijd angst infectie
Minder realiteitsgebonden ; meer persoonsgebonden => meer pathologisch
- Bij de tandarts (~ context)
o ‘dreigende context’ ontlokt reacties
Cognitief beelden, gedachten, specifieke schema’s
Emotioneel angst, boosheid
Gedragsmatig rusteloosheid, gespannen, irritatie
Fysiologische component -> verhoogde bloeddruk, zweten, hartkloppingen…
o ‘state anxiety’ bouwt op hoeveelheid ‘trait anxiety’ die er al is
Personen hoge trait anxiety – context sneller als bedreigend
Hoog verband tussen trait en state anxiety
- Pathways to fear
o Via leerproces
95% patiënten : ‘akelige ervaringen’ in verleden
Combinatie : pijnervaring + ruw/ onbegripvol gedrag tandarts
Kwetsbaarheid en life events (voorbeschikkende en uitlokkende factoren)
o Modellering
Zien schrikreacties anderen
Moeder paniekaanval – kind bang worden en anticiperen
Eigen maken gedrag- en denkpatronen belangrijke figuren
o Overdracht negatieve en bedreigende informatie : overdreven verhalen
- Wanneer is angst voor tandarts pathologisch?
o Angst meestal gezond, adequaat, beheersbaar psychologisch signaal
Angst tandarts en/of tandheelkundige behandeling?
Ingreep gezondheidsbevorderende actie?
Milde state anxiety normaal
o ‘overgaan’ in automatismedat ongezond, niet adequaat en niet beheersbaar
‘irrationeel’ karakter – afstand tussen ‘weten’ en ‘voelen’
‘extreme vorm’ – intense angst, vermijdingsgedrag ; specifieke fobie
Syndromen
- Psychopathologie
o Verzamelbegrip voor psychopathologische verschijnselen
‘wetenschap en studie van psychopathologisch lijden’
Zowel psychische stoornissen als psychopathologische processen
Psychiatrie als ‘toepassingsgebied’
o Stoornisgerichte aanpak (DSM) en achterliggende processen
Geen duidelijk onderscheid ‘normaliteit’ en pathologie
Geen duidelijke diagnostische instrumenten
Veelal geen biologisch substraat
SPANNINGSBOOG : methodisch dualisme
, 3
Methodisch dualisme
- 2 kennisbronnen
o Empathisch begrijpen (‘Verstehen’)
~ intuïtief begrip, meebeleven
Combinatie empathie en introspectie
o Rationeel verklaren (‘Enklären’)
Hanteren systematiek, ontdekken iets gemeenschappelijk
Abstractie van ‘binnenliggende regels’ ; nadruk op rationeel denken
- Pendelbewegingen in geschiedenis
o Nadruk op natuurwetenschappelijke benaderingen
o Nadruk op hermeneutiek
- Inherent verbonden
o Geen van beide gezichtspunten van psychopathologie volledig bevatten
o Psychopathologie ~ menswetenschap
Menselijke psyché functioneert niet volgens vaste wetmatigheden
Methodisch pluralisme : verscheidenheid denk- en verklaringsmodellen
- Zorgvuldigheid
o Terminologie en vakjargon -> stigmatisering
o Behandelingen
Onderliggend : wat is normaal en wat is niet normaal?
- Geschiedenis
o 19e E : ‘krankzinnigheid’, ‘geestesziekte’ -> objectiveerbare hersenziekte
o Tot midden 20e E : psychiatrie beïnvloed door ontwikkeling behandelmethoden
Psychoanalyse, leertheorie
Minder naar gedrag kijken, meer naar psychologisch proces
Veel onderliggende psychologische processen zijn universeel
o Vanaf midden 20e E : anti psychiatrisch gedachtengoed
Stoornis = etiket (discriminatie, stigma) -> negatieve connotatie
Sociaal constructivisme
- ‘normaal’ vs ‘niet normaal’
o Empirische validering psychische stoornissen
‘vreemd’ karakter van sommige stoornissen in ervaring waarnemer
Beschrijving psychische stoornissen sinds aantal eeuwen (al lang bestaan, anders benoemen)
Cross-mondiale stabiliteit van stoornissen en risicofactoren (consistentie)
Universaliteit van behandelmethoden (werken overal)
o Cultuurgebonden en tijdsgebonden variabiliteit
Pathogenie : fundamentele kenmerken van stoornissen
Psychoplastie : tijd-, plaats- en cultuurgebonden invulling
o Normaliteit en pathologie zijn grenzen van zelfde continuüm
- Hoe gezond en psychisch ziek onderscheiden
o Psychiatrische diagnostiek : niet waardenvrij, maar contextueel bepaald
o Wat normaal in bepaalde context, abnormaal of pathologisch in andere context
o Minstens 2 factoren die rol
Context bepaalt blik (voorbeeld : homoseksualiteit)
Context bepaalt grens tussen normaal en pathologisch
- Wetenschappelijke evidentie
o Weinig argumenten bestaan cut-off – in consensus
o Impact, risico’s en mortaliteit – gradueel toenemen met relevante symptoomdimensies
o Vb : DSM-criterium van minstens 5 symptomen blijkt voltrekt arbitrair voor depressie
- Alternatief arbitraire cut-off?
o Pathologie gedefinieerd obv pathofysiologie
Stoornis gepaard met verstoring normale fysiologische en psychische mechanismen
MAAR
Psychiatrisch ziektemodel nauwelijks ontwikkeld via functionele medische model
Verschuiven probleem : ook normale en verstoorde fysiologie op continuüm
GEEN duidelijke cut-offs
o Ideografische benadering
Complex samenspel factoren in individu -> subjectieve inleving patiënt
Complex verband tussen
Niet allen bepaald door mate sociale angst, zelfs als heel uitgesproken
Heel wat factoren bepalen complex verband (sociale contacten, vaardigheden, …)
~ 40 risicofactoren binnen individu ; weinig eenduidigheid tussen individuen
Geïndividualiseerd karakter – weinig leren over algemeen onderscheid tussen ziek en gezond
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller THKstudente. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.97. You're not tied to anything after your purchase.