100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding In De Methoden & Technieken (IMT) $6.36
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding In De Methoden & Technieken (IMT)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Bondige samenvatting van alle colleges. Belangrijke onderwerpen zijn met een ster gemarkeerd. Het is een goede basis voor je spiekbrief. Ik heb zelf met deze samenvatting een 9,5 voor het vak gehaald.

Preview 3 out of 22  pages

  • February 20, 2022
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding in de Methoden en Technieken (IMT) – samenvatting

COLLEGE 1: GRONDPRINCIPES VAN DE WETENSCHAP
De wetenschappelijke benadering
1. Systematisch empirisme (empirisch= kennis vergaren door observaties, systematisch= met
doel)
2. Publieke verificatie (anderen moeten het kunnen bevestigen, anderen zouden het over
moeten kunnen doen en tot dezelfde resultaten komen, methode precies beschrijven)
3. Oplosbare problemen (niet over bv engelen)
Wetenschappers doen feitelijk 2 dingen:
1. Ontdekken en beschrijven van verschijnselen, patronen en relaties.
2. Verklaringen/theorieën opstellen, toetsen en evalueren

Categorieën van (gedrags)onderzoek
 Descriptief: beschrijven, inventariseren (bv. Hoe veel mensen hebben depressie)
 Correlationeel: relaties tussen verschijnselen (samenhang (niet per se causaal dus een leidt
tot ander), zijn vrouwen gevoeliger voor depressies dan mannen?)
 Experimenteel: oorzaak-gevolg (causale) relaties aantonen. Kenmerken: manipulatie, random
toewijzing en experimentele controle
 Quasi-experimenteel: als experimenteel, maar met minder strenge controle en/of geen
random toewijzing (echte wereld, er is niet altijd random doelgroep, minder zekerheid)

De empirische cyclus (De Groot, 1961)




1. Observatiefase
 Er ontstaat een idee voor een onderzoeksvraag
 Kan overal vandaan komen = vrijheid van ontwerp (zie Leary p. 15-16)
 Idee → specifieke observatie
2. Inductiefase
 Idee uitwerken tot (zeer) algemene hypothese/theorie
 “leap of faith” = overstap van idee naar theorie (niet zeker of de theorie correct is)
 Theorie = verzameling uitspraken (proposities) die de relatie beschrijft tussen een aantal
begrippen (concepten)
 Specifieke observatie → algemene hypothese
3. Deductiefase
 Uit algemene hypothese/theorie wordt een toetsbare werkhypothese (onderzoeksvraag)
afgeleid (specifiek, afgebakend)
 Deductie = logica
 Het is een voorspelling die uit de theorie volgt
 Algemene theorie → werkhypothese

,4. Toetsingsfase (=uitvoeren van onderzoek)
 Werkhypothese(n) toetsen door onderzoek daadwerkelijk uit te voeren.
 Data verzamelen
 Analyseren van verzamelde data
 Conclusies trekken op basis van analyse naar aanleiding van de onderzoeksvraag over
correctheid van werkhypothese(n)
5. Evaluatiefase
 Wat zegt het resultaat over de algemene hypothese/theorie? → Bevestigen of verwerpen?
 Theorie aanpassen, uitbreiden of verbeteren?
 Tekortkomingen aan ons onderzoek?
 Werkhypothese → algemene hypothese

2 soorten definities
1. Conceptuele definitie = wat wordt met een begrip bedoeld (abstract) (zoals het in het
woordenboek staat)
2. Operationele definitie = hoe wordt het begrip waargenomen, gemeten of gemanipuleerd
(concreet). (bv. intelligentie= datgene dat we meten met een IQ-test)

Kan een theorie worden bewezen?
 Positief bewijs (“waar”): logisch onmogelijk (je kan het alleen ondersteunen, niet bewijzen)
 Negatief bewijs (“niet waar”): praktisch onmogelijk (er is bijna nooit een theorie die helemaal
niet weerlegd is)
 Waar zijn we dan mee bezig?
 Bewijs verzamelen om theorie te ondersteunen
 Kwaliteit van bewijs hangt af van:
o Strengheid van de tests
o Aantal bevestigingen
o Methodologisch pluralisme = Gevarieerdheid methoden (verschillende methoden)

Doel van onderzoek
 Doel van onderzoek= voorspellen en verklaren van verschillen in gedrag en mentale
processen tussen mensen (= variabiliteit = mensen zijn verschillend).
 Variabele = iets dat kan variëren
o tussen personen (lengte, angst, motivatie)
o tussen situaties (werk vs. privé) (in een situatie handel je anders dan in een andere)
o in de loop van de tijd (van kind naar volwassene)

Variantie als maat voor variabiliteit




Hoge score van variantie= mensen verschillen heel erg van elkaar

, Variantie heeft geen eenheid, heeft alleen betekenis binnen het onderzoek

Totale (te verklaren) variantie
Hoeveel variabiliteit in set van scores?



1. Bereken het groot gemiddelde
2. Bereken afwijkingen van het groot gemiddelde
3. Kwadrateer die afwijkingen
4. Tel de afwijkingen bij elkaar op → SS(totaal)
5. Deel door n-1

Opsplitsen van variantie
Totale variantie = Systematische variantie + Foutenvariantie
(te verklaren) (verklaarde) (onverklaarde)
(totaal) (tussengroeps) (binnengroeps)
= alle verschillen = verschillen door = de onverklaarde
tussen individuen. (samenhang met) bepaalde verschillen.
variabele.


Systematische variantie (verklaarde ~)
 Hoeveel variabiliteit is er TUSSEN de groepen?
 De systematische variantie kan worden afgeleid van de SS(tussen).
 De SS(tussen) is gebaseerd op de verschillen tussen de groepsgemiddelden en het groot
gemiddelde.

Foutenvariantie (onverklaarde ~)
 Hoeveel variabiliteit in eindcijfers is er BINNEN de groepen?
 De foutenvariantie kan worden afgeleid van de SS(binnen).
 De SS(binnen) is gebaseerd op de verschillen tussen de individuele scores en de
groepsgemiddelden.

Effect size = maat voor sterkte van relaties
 Berekend als proportie verklaarde variantie
 (ook wel Variance Accounted For = VAF)




 VAF = 0 → geen relatie, niets “verklaard”
 VAF = 1 → perfecte relatie, alles “verklaard”
 Vuistregel:
0,01 -> small
0,06 -> medium
>0,15 -> large



COLLEGE 2: OBSERVEREN EN METEN

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahschwering. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.36
  • (0)
Add to cart
Added