100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Taal in de bovenbouw jaar 2 $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Taal in de bovenbouw jaar 2

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het tentamen taal in de bovenbouw dat je in jaar 2 op de pabo krijgt. Met deze zelfgemaakte samenvatting heb ik een mooi cijfer behaald, een 7,6!

Preview 3 out of 24  pages

  • Yes
  • February 20, 2022
  • 24
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Spelling
Aanleren van analogieredeneringen
Bij het aanleren van onveranderlijke woorden onderscheid je drie instructieprincipes:
1. Visuele inprenting
De leerlingen krijgen afzonderlijke woorden te zien, bijvoorbeeld op een woordkaart, en spreken dat
woord uit. Nadat ze het woord goed hebben bekeken, schrijven de leerlingen het woord zonder
visuele ondersteuning op. Ten slotte vergelijken ze het opgeschreven woord met het voorbeeld op de
kaart. We noemen dit ook wel visueel dictee of flitsen. Dit principe is bruikbaar voor woorden
waarvan de spelling niet te beredeneren is (etymologisch principe). Bijvoorbeeld leenwoorden
(garage, centrum, computer), woorden met een au-klank (mauw, trouw) en woorden met een ei-
klank (spijker, trein).
2. Analogie
Uitgaande van een grondwoord (kapstokwoord, voorbeeldwoord, net-als-woord) leren leerlingen
nieuwe doelwoorden te spellen. Op basis van het grondwoordmier leren zij woorden spellen
als kier en vier. Dit instructieprincipe kan met name worden toegepast bij woorden die volgens het
beginsel van de gelijkvormigheid worden gespeld. Bij het grondwoord moeizaam wordt de spelling
van woorden werkzaam en spraakzaam aangeleerd (waar je een /s/ hoort en een /z/moet schrijven).
3. Regel
De spelling aanleren door regels van het type: hoor je x in situatie y, dan schrijf je z. De leerkracht kan
de regels vooraf aanreiken (deductief) of kan kinderen stimuleren deze zelf te ontdekken (inductief).
Dit principe is vooral toepasbaar bij woorden die worden gespeld volgens de regel van
gelijkvormigheid. Je schrijft hond met een d, omdat je in de langere vorm ook een /d/ hoort:
/honden/. Je schrijft kaart met een t, omdat je in de langere vorm ook een /t/ hoort: /kaarten/.

Betrouwbaarheid
Een toetsscore is onder alle omstandigheden gelijk.

Cito LOVS spelling
Cito heeft spellingtoetsen in zijn leerlingvolgsysteem (lovs): Schaal Vorderingen in
Spellingvaardigheid (SVS). Zo is de SVS-1 voor groep 3 en 4 een toets van 176 woorden, gegroepeerd
in negen dictees. De woorden zijn geordend van makkelijk naar moeilijk.
De waarde van onafhankelijke lovs-toetsen zit in de vergelijkingsmogelijkheden die deze toetsen
bieden:
 Met het landelijke gemiddelde.
 Longitudinale gegevens van een leerling, inclusief ontwikkelingsperspectief.
 Discrepantie- of profielanalyse: de vergelijking van de objectief vastgestelde prestaties van
een leerling op verschillende onderdelen.

Correcte spelling en maatschappelijke status
De correcte spelling als toetssteen voor iemands maatschappelijke status.
In het geheel van het taalonderwijs is spelling één van de negen domeinen. Kijk je naar de plaats van
spelling in het geheel van taalvaardigheden en taalkennis waarover iemand beschikt, dan kun je
vaststellen dat het gaat om een klein onderdeel (verzorging) van de vaardigheid stellen.

,Ondanks deze bescheiden plaats van spelling in het geheel van taalvaardigheid staat spelling in het
middelpunt van de maatschappelijke aandacht en discussie.

Elementaire spellinghandeling
De eerste spellingstrategie die de leerling zich eigen maakt: een woord opsplitsen in klanken en daar
de bijbehorende letters voor schrijven.
De elementaire spellinghandeling vormt de grondslag van de spellingvaardigheid. Het is gebaseerd
op het fonologisch principe van ons schriftsysteem, waarbij een foneem wordt weergegeven door
een grafeem.
Deze spellingstrategie bestaat uit de volgende stappen: - het gesproken woord auditief analyseren in
afzonderlijke fonemen, bijvoorbeeld in het woord /tuin/ de fonemen /t/, /ui/ en /n/; - de volgorde
van de fonemen onthouden; - de juiste grafemen koppelen aan de fonemen, bijvoorbeeld t aan /t/; -
het hele woord schrijven tuin.
De elementaire spellinghandeling is te beschouwen als het spiegelbeeld van de elementaire
leeshandeling, waarin het geschreven woord tuin wordt omgezet in het gesproken woord /tuin/.
1. Een kind hoort een woord.
2. Het analyseert het woord in fonemen.
3. Het onthoudt de volgorde van de fonemen.
4. Het koppelt letters aan de fonemen.
5. Het kind schrijft het woord.

Flexibele aanpak
Het gebruik van meerdere strategieën om tot de juiste spelling van een woord te komen.

Hulpmiddelen correcte spelling
Hulpmiddelen die iemand tijdens of na het schrijven gebruikt om tot de juiste schrijfwijze van
woorden te komen.
In de Woordenlijst Nederlandse Taal (het Groene Boekje) kun je opzoeken hoe woorden correct
worden gespeld. Het is een woordenboek dat alleen de schrijfwijze van de woorden weergeeft en
dus geen betekenissen, afleidingen en voorbeeldzinnen.
Schrijf je een tekst op de computer met een tekstverwerkingsprogramma, dan kun je de hulp
inroepen van de zogenoemde ‘spellingchecker’. Dat is een programma dat de spelling van de
geschreven tekst controleert en suggesties geeft voor de juiste schrijfwijze.

Interpunctie
Het plaatsen van leestekens in geschreven taal.
Met leestekens markeren we in geschreven taal het begin (hoofdletter) en het eind (punt) van een
zin. Met een vraagteken (?) laat je zien dat met de zin een vraag wordt gesteld. Met het uitroepteken
(!) laat je zien dat de zin met kracht uitgesproken wordt. Hoofdletter, punt, vraagteken en
uitroepteken zijn de eenvoudige leestekens.
Complexe (= lastig om aan leerlingen duidelijk te maken) leestekens zijn komma, puntkomma,
dubbele punt, aanhalingstekens en haakjes.

, In het taalonderwijs wordt interpunctie gezien als één van de tussendoelen van de spelling.
Interpunctie is een aandachtspunt bij het voortgezet technisch lezen.

Kwalitatieve analyse
Een foutenanalyse van een dictee waarbij er gelet wordt op de fouten in spellingcategorieën.

Kwantitatieve analyse
Een foutenanalyse van een dictee waarbij er gelet wordt op het aantal goed geschreven woorden.

Spelfouten:
1. Op basis van de spellingstrategie die de leerling zou moeten hanteren. Daarvoor moet de leraar bij
afname van de toets nauwkeurig observeren hoe de leerling te werk gaat. Uiteindelijk registreert de
leraar hoe de leerling presteert op de verschillende strategieën, zoals visuele strategie,
analogiestrategie, enzovoort.
2. Op basis van de didactische aanpak (instructie) die wordt vereist om de gemaakte spelfout ‘af te
leren’. De hieronder genoemde hoofdcategorieën geven aan hoe de leraar een bepaalde fout moet
aanpakken:
 Oriëntatiefouten: Zoals een b voor een d (visuele oriëntatie), een aa voor een a (auditieve
oriëntatie), pots voor post (oriëntatie op woordniveau), enzovoort.
Instructie: de leerling beter laten luisteren of kijken.
 Regelfouten: Deze ontstaan door het niet of onjuist toepassen van spellingregels,
bijvoorbeeld de verdubbelingsregel.
 Fonetische fouten: Als de leerling op basis van het gehoor spelt, bij gebrek aan een
woordbeeld, bijvoorbeeld sjoofeur.
Instructie: de leerling duidelijk maken dat je bij niet-klankzuivere woorden een andere
strategie moet gebruiken dan de elementaire spellinghandeling (in dit geval de
woordbeeldstrategie).
 Materiaalfouten: Deze worden veroorzaakt door eigenaardigheden van het spellingsysteem,
bijvoorbeeld ch voor g in chaos.
Instructie: de leerling de schrijfwijze van het woord inprenten.

Morfologisch niveau
De opbouw van een woord staat centraal. Het spellen van samenstellingen zoals deurknop.
Leerlingen moeten het woord als samenstelling van twee andere woorden herkennen om fouten
als zepaard en zaddoek te voorkomen.

Fonologisch niveau
De klankvorm staat centraal. Vooral in groep 3, bijvoorbeeld bij oefeningen waarbij leerlingen
woorden moeten verdelen in klankstukken: /lo-pun/. Dit gebeurt als voorbereiding op de spelling van
de open en gesloten lettergrepen.

Orthografisch niveau
Oefeningen die bedoeld zijn om de schrijfwijze van woorden in te prenten.

Semantisch niveau

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jackiepabo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
Add to cart
Added