100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete uitwerking en samenvatting inhoud colleges IPO1B $3.79   Add to cart

Summary

Complete uitwerking en samenvatting inhoud colleges IPO1B

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgewerkte hoorcolleges IPO1B

Preview 3 out of 21  pages

  • February 21, 2022
  • 21
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Inleiding in de pedagogische
onderwijswetenschappen 1B
College 1: 21-10-2019

Vandaag:
 Psychopathologie
o Sociale angst
o Autisme
o Externaliserend/ antisociaal gedrag

Psychopathologie & pedagogiek: welke directe invloed heeft het hebben van een stoornis op de
omgeving, dus bijv het gezin
Hoe ontstaat een stoornis?
Directe invloeden?
Hoe kan je het kind/ gezin helpen?

Classificatie
Classificatiesysteem: dsm (wanneer noemen we iets nou een stoornis en wanneer een bepaalde
stoornis?)(aan welke gedragseigenschappen moet iemand voldoen om een stoornis te hebben?) (als
we het over een stoornis hebben, hebben we het altijd over hetzelfde)
1. Internaliserende problemen (naar binnen)
a. Angst
b. Depressie
c. Lichamelijke klachten zonder medische oorzaak (Somatiseren van klachten: kind is
angstig en heeft buikpijn, maar vertelt alleen dat hij buikpijn heeft, want de angst
kan hij niet benoemen)
2. Externaliserende problemen (naar buiten)
a. ADHD
b. Gedragdproblemen
c. Middelenmisbruik
3. Neurologische ontwikkelingsstoornissen
a. Autisme spectrum stoornissen
b. Leerproblemen

Sociale angst
De functie van angst:
 Behoeden: watervrees, zodat je niet in het water springt voordat je kunt zwemmen
 Separatieangst, ik ben een ander persoon dan mijn ouders, dus gaan ze zich vastklampen aan
hun veilige basis
 Voedsel, zodat je niet alles in je mond stopt, zoals dingen die giftig zijn

Dsm criteria – sociale angst
A. Angst voor sociale situaties met zowel leeftijdsgenoten als volwassenen
a. Gesprek voeren
b. Onbekende mensen ontmoeten
c. Eten/drinken met anderen
d. Betalen bij de kassa
e. Telefoneren
f. Presenteren

, g. feestjes
B. Bang dat anderen negatief zullen oordelen over zijn gedrag/angstsymptomen
C. Sociale situaties roepen bijna altijd angst op
D. Vermijdingsgedrag of intense angst
E. Angst niet in verhouding met daadwerkelijk gevaar
F. Angst en vermijding meestal zes maanden of langer
Alleen plankenkoorts: als angst zich beperkt tot openbaar spreken/optreden
Klachten veroorzaken significant lijden of beperking in het dagelijks leven

Sociale angst – een paar feiten
- Meest voorkomende angststoornis – 7% kinderen
- Pas sinds 1980 erkend als officiële stoornis
- Eerst vooral erkenning voor plankenkoorts, daarna ook andere vormen
- Kinderen vs volwassenen:
o Onder leeftijdgenoten én volwassenen
o Andere uitingen (huilen, woede-uitbarstingen, extreem aanhankelijk)
o Hoeven niet te herkennen dat angst overdreven is
- Oorzaken…

Diathesis-stress model (4 stappen)
1. Interactie tussen een individu en omgeving, waarbij er een bepaalde kwetsbaarheid is van
het individu die veroorzaakt worden door de omgeving of door iets in het individu zelf.
2. Gedragsinhibitie: je durft je niet te uiten, je laat dingen terwijl je ze wel zou willen
3. Stressoren: factoren die ervoor zorgen dat het wordt geuit in een stoornis, bijv niet optimale
opvoeding
4. Sociale angst

Sociale angst en opvoeden
 Sociale angst stimuleren door opvoedpraktijken
o Observationeel leren en social referencing
 Kinderen gebruiken ouder om nieuwe situatie te interpreteren
 Ouder angstig  kind angstig
 Modeling
o Verbale informatieoverdracht
 Vergelijkbaar principe, verbaal
 Onderzoek: kinderen die negatieve informatie krijgen over Cuscus (cuscus
onderzoek) zijn banger voor het dier
 Groep ouders krijgt positieve informatie over het dier  kinderen
zijn niet angstig voor het dier
 Groep ouders krijgt negatieve informatie over het dier  kinderen
zijn angstig voor het dier
 Groep ouders krijgt neutrale informatie over het dier  kinderen
zaten tussen de angstige en niet angstige kinderen in

Sociale angst en opvoeden
 Angstige ouders die ambigue informatie kregen, brengen meer angst over op het kind
Hoe angstig is ouder in het dagelijks leven  negatief praten over Cuscus  angst kind
 Sociale angst stimuleren door ouders (zie tabel blackboard)
 Sociale angst stimuleren door opvoedpraktijken
o Afwijzing
o Overbescherming

, o Overcontrole
 Sociale angst verminderen door opvoedpraktijken
o Bevorderen van autonomie
o Uitdagend gedrag (vooral door vaders?)
 Oorzaak – gevolg; opvoedgedrag  kind?
o Experiment Thirlwall & Creswell (2010)
Twee groepen ouders (overcontrolerende ouders en autonomische ouders) kinderen
met overcontrolerende ouders toonden meer sociale angst dan kinderen met
autonomische ouders
 Oorzaak – gevolg; kind  opvoedgedrag
o Experiment Hudson, Doyle & Gar (2009)
Ouders met sociaal angstige kinderen en geen sociaal angstige kinderen. Uitkomst:
ouders lieten bij sociaal angstige kinderen meer overbeschermend gedrag zien. Kind
lokt overbeschermend gedrag uit bij de ouders.
 Conclusie:
o Ouders kunnen sociaal angstig gedrag stimuleren via opvoeding
o Angstig gedrag van kinderen kan onhandig opvoedgedrag uitlokken

Autisme
DSM criteria – ASS
 Persisterende deficiënties (moeilijkheden) in sociale communicatie en interactie
 Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
 Symptomen aanwezig in kindertijd
 Symptomen kunnen niet verklaard worden door een verstandelijke beperking (grondslagen:
inductief argument!)

Autisme spectrum – een paar feiten
 Voor het eerst beschreven in 1943 (Kanner & Asperger)
 Pas in 1980 als diagnose omschreven – daarvoor vroegkinderlijke schizofrenie
 Tot en met DSM 4 verschillende subdiagnoses:
o Autistische stoornis
o Stoornis van Asperger
o Stoornis van Rett
o Desintegratieve stoornis van de kinderleeftijd
o PDD-NOS
 Moeite om autisme, Asperger en PDD-NOS te scheiden:
o Autisme spectrum DSM 5
 Prevalentie: 0.6-1.1 %

Oorzaken
 Oorspronkelijke beschrijving Kanner psycoanalyse + gebrek biomedische verklaringen =
ijskastmoeder
 Sinds jaren 60 erkenning voor neurobiologische basis (grondslagen: inductief argument,
nieuwe informatie, nieuwe conclusie)
 Grote erfelijkheidscomponent: ruim 90%
o Een-eiige tweelingen grote overlap (70-90%)
 Onduidelijk welke genen en rol van omgeving

Autisme en opvoeden
 Niet: opvoeden als oorzaak
 Wel: grote impact op gezin

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolandahaak1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79
  • (0)
  Add to cart