100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete uitwerking en samenvatting inhoud colleges Onderzoekspracticum1 $4.01   Add to cart

Summary

Complete uitwerking en samenvatting inhoud colleges Onderzoekspracticum1

 10 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Complete uitwerking en samenvatting inhoud colleges

Preview 4 out of 44  pages

  • February 21, 2022
  • 44
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Onderzoekspracticum 1
College 1: 01-02-2021

Kenmerken wetenschappelijke kennis
- Vastomlijnde methode
- Criteria:
o Systematisch empirisme
o Publieke verificatie: bereid zijn voor anderen om het te controleren
o Oplosbare problemen: het moet iets zijn wat je echt kunt onderzoeken

Doelen van onderzoek 1
- Onderscheid tussen
o Fundamenteel onderzoek: hoe verloopt de ontwikkeling van een kind? (niet direct
gerelateerd aan een vraag in de praktijk/draagt bij aan het kennisbestand in het
algemeen)
o Toegepast onderzoek: rekening houdend met de ontwikkeling, hoe kunnen we
pesten op school aanpakken?
- Beide vragen vullen elkaar aan
- Onderscheid is niet vaak zo zwart-wit

Doelen van onderzoek 2
- Wat wil je met je onderzoek bereiken?
- Beschrijven/voorspellen/verklaren?
o Hoeveel kinderen hebben een veilige/onveilige gehechtheid? (beschrijven)
o Waar hangt die gehechtheidsclassificatie samen? (voorspellen)
o Wat maakt dat die sensitiviteit een effect heeft op de gehechtheid (verklaren 
experimenteel onderzoek)

Theorie en hypothesen
- Theorie: een stelsel van uitspraken dat de relaties tussen concepten beschrijft en verklaart
- Hypothese: een voorlopige waarheid aangenomen, maar nog te bewijzen uitspraak die
getoetst wordt
o Voorspelt wat er gaat gebeuren vooraf (a priori), niet achteraf (post hoc)  over het
algemeen wil je je hypothese onderbouwen
- Hoe kun je tot een hypothese komen?
o Propositie die logisch volgt uit de theorie  deductief
o Propositie die waarschijnlijk volgt uit geobserveerde feiten  inductief
- Eis: falsificeerbaar  als je niet kunt weerleggen, waarom doe je dan onderzoek? Je moet
beide kanten van je hypothese in je onderzoek kunnen zien

Soorten onderzoek (Leary)
- Beschrijvend: het beschrijven van een fenomeen
- (Cor)relationeel: relaties tussen variabelen, belangrijkste doel voorspellen (op basis van het
ene kenmerk, kan je iets zeggen over het andere kenmerk)
- Experimenteel: onderzoek waarbij je een groep kinderen a-select toewijst aan een bepaalde
interventie, op basis daarvan causale uitspraken wilt doen (je wilt verklaren)
- Quasi-experimenteel: je wilt heel graag verklaren, maar in die situatie kan het niet helemaal
perfect

,Welk soort onderzoek?
- Is het gebruik van kalmerende middelen van invloed op de tentamencijfers? (invloed 
experimenteel onderzoek nodig; helft komt in de controlegroep en neemt een kalmerend
middel, andere helft in normale groep)  quasi-experimenteel: ik ga werken met de
groepen die er al zijn;
- Wat is de mening van de Nederlandse ouder over kinderopvang?  beschrijvend
- Heeft het soort muziek op de achtergrond invloed op het concentratievermogen van
kinderen tijdens een leesles? (effect experimentele hoek kom je terecht; kinderen a-select
toewijzen aan een bepaalde ruimte  experimenteel
- Hangt intelligentie samen met leesvaardigheid?  relationele studie: voorspellen en
samenhangen van variabelen

Wanneer heb ik voldoende bewijs?
- Het logische probleem van empirisch bewijs: we kunnen een theorie niet logisch bewijzen
met empirische ondersteuning voor hypothesen, alleen falsificeren
- Klein stukje uit de theorie pakken, maar je kunt dan niet bewijzen dat de hele theorie klopt
- Het praktische probleem van empirisch weerleggen (falsificeren)
o Onderzoek goed uitgevoerd? Check!
o … en denk ook aan…
- Oplossingen:
o Meerdere studies: meta-analyse
o Methodologisch pluralisme: met verschillende methode hetzelfde onderzoeken en
wijst steeds hetzelfde uit; theorie klopt

College 2: 08-02-2021

Soorten metingen
- Observatie
- Fysiologische maten
- Zelfrapportage
- Archief

Operationaliseren
- Conceptuele definitie: omschrijft het begrip, als het ware uit het woordenboek
- Operationele definitie: hoe wordt het gemeten?
- Begrip als bedoelt  naar begrip als bepaald
- Begrip zoals bedoelt  operationaliseren  begrip zoals bepaald
- Wat wil je meten?
- Op welke manier ga je dit meten?

Observatie
- Drie beslissingen
o Setting: naturalistisch of vooropgezet (contrived)?
o Onderzoeker: verborgen of openlijk?
o Methode: welke observatiemethode?

Natuurlijke of vooropgezet?
- Ouders en kinderen observeren in hun natuurlijke omgeving  veel realistischer, maar veel
minder controle, lastig van tevoren te bepalen wat je gaan observeren
- Ouders en kinderen observeren op de universiteit in een bepaalde ruimte  veel meer
onder controle, je kunt bepaald gedrag uitlokken

,Veldexperiment
- Tussenvorm: natuurlijke omgeving + manipulatie, bijvoorbeeld in de trein
- Realistischer dan laboratoriumonderzoek
- Toch zekere mate van controle

Openlijk of verborgen?
- Belangrijk nadeel openlijk: mensen gaan reageren op mijn aanwezigheid als onderzoeker
(reactiviteit)  mensen gaan zich sociaal wenselijker gedragen als ze weten dat ze
geobserveerd worden
- Belangrijk nadeel verborgen: de ethiek/ethische problemen (je observeert iemand, maar
iemand weet daar niet vanaf)
- Tussenoplossingen
o Niet alles vertellen; niet vertellen waar je op observeert
o Informanten gebruiken
o Indirect meten; in de vuilnis van mensen kijken op zoek naar bierflesjes om te kijken
hoeveel iemand drinkt

Welke observatiemethode
- Narratieven
- Checklist
- Tijdsmetingen
- Beoordelingsschalen

Narratieven
- Exacte registratie van gedrag en/of verbale uitingen
- Gedetailleerd/allesomvattend
- Intensief/tijdrovend/onoverzichtelijk

Checklist
- Registreert de aan-of afwezigheid van vooraf bepaald gedrag
- Gebruiksgemak/overzichtelijk/analyseren
- Operationele definities? Doet aardig..

Opdracht
- In het onderwijs worden wel checklists gebruikt om te beoordelen of kinderen zich goed
ontwikkelen
- Wat zijn mogelijke nadelen van een dergelijke methode?
o De interpretatie focust zich meestal op wat een kind nog niet kan ipv wat een kind
wel kan
o Norm?
o Afwezigheid van gedrag betekent niet dat het kind niet in staat is het gedrag te
vertonen. Hij doet het gewoon niet/wil het niet bijvoorbeeld
o En wat doe je met de resultaten?
o Stigmatiserend?

Tijdsmetingen
- Latency: tijd tussen twee gedragingen of een gebeurtenis en een gedraging
o Reactietijd
o Taak-taak: bepaalde tijd die je nodig hebt om een taak af te maken
o Inter-behavior latency
- Duration: hoelang duurt bepaald gedrag

, - Makkelijk te meten en te analyseren
- Interpretatie? Betekenis?

Beoordelingsschalen
- Meten de kwaliteit, intensiteit van gedrag
- Bijvoorbeeld: op schaal van 1 tot 10 …
- Meer informatie en makkelijk te analyseren
- Subjectief? Definities? Wat is het verschil tussen heel vaak aanwezig en regelmatig
aanwezig?

Fysiologische maten
- Metingen in/aan het lichaam
- Processen in het lichaam koppelen aan psychologische processen
- Steeds vaker in gebruik in sociaalwetenschappelijk onderzoek
- Denk aan hartslag, bloedafname, etc.
o Harde maten…?
o Inzicht in processen…?

Voorbeelden fysiologische maten
- Speeksel afnemen bij kinderen/adolescenten om bijvoorbeeld cortisol te onderzoeken
o Controle van metingen: door de MeMS (potje waarin de tijd wordt gemeten en
geregistreerd) + woorden van de participanten
o Bewaren (moet dat in vriezers?)
o Instructie ouders… kind wil het niet!

Zelfrapportage
- Belangrijke beslissingen
o Vragenlijst of interview (snel en goedkoop; weinig ruimte om te checken of iemand
de vraag heeft begrepen bij een vragenlijst; interview kan je doorvragen)
o Soort vragen

Vragen formuleren
- Wat geeft u uw kind zoal te eten?
- Hoe gaat u om met de driftbuien van uw peuter?
o Negeren
o Toegeven
o Wisselend
- Wat vindt u van uw opvoedstrategieën?

Bias vragenlijsten
- Sociaal wenselijkheid: mensen gaan zich beter voordoen dan hoe ze zijn
- Ja/nee-zeggers: iemand die structureel geneigd is om heel positief op iets te reageren
ongeacht de richting van jouw vraag  voorkomen door de vragen af te wisselen in die
richting, want daarmee houd je iemand alert
- Centrale tendentie: over het algemeen geen extreem hoge of lage scores toekennen, maar
voornamelijk het midden van de beoordelingsschaal gebruiken
- Logische fout: als onderdeel A fout/goed is dan zal onderdeel B ook wel fout/goed zijn

Archiefdata
- Bestaande gegevens gebruiken voor onderzoek
- Data al beschikbaar

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolandahaak1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.01  1x  sold
  • (0)
  Add to cart