Historie – weeshuizen
Ontstaan weeshuizen
- ‘kraamkamers van de jeugdzorg’
- Eerste weeshuis ter wereld: Florence (1455)
- Eerste weeshuis in Nederland in Utrecht: 1491: in 16 e eeuw in elke stad
- In de meeste steden ‘burgerweeshuizen’: alleen kinderen van erkende burgers werden
opgenomen in het weeshuis
- Niet centraal of landelijk georganiseerd, vaak initiatieven van maatschappelijk betrokken
individuen
Weeshuis Leiden
- Leiden: heilige geest weeshuis (1583) alle kinderen waren welkom; ook kinderen van
ouders met een ander geloof of van ouders die gevlucht waren
- Kinderen tot 12 jaar gingen in het weeshuis naar school; was een goede opleiding, zeker voor
de armere kinderen
- Jongens en meisjes waren in aparte delen in het weeshuis; jongens gingen na hun 12 e een
vak studeren, meisjes bleven vaak langer in het weeshuis en gingen leren naaien etc.
- Het was een soort maatschappij opzich, schoenmaker/kleermaker in het weeshuis, dus in
grote lijnen zelfstandig
- Nadeel: meisjes leefden redelijk geïsoleerd, niet fijn voor wanneer je weer terug de echte
maatschappij in gaat
Kritiek op weeshuizen
- Toename kritiek op weeshuizen in 19e eeuw
o Oliver Twist; boek die het leven in een weeshuis beschrijft (niet geheel realistisch
beeld)
o Gebrek persoonlijke aandacht (anders liefde en aandacht van eigen ouders, in een
weeshuis is dat niet)
o Harde discipline
- Alternatieven:
o Wezendorp Neerbosch Nijmegen (1873)
o Maatschappij tot opvoeding van wezen in het huisgezin
Wezendorp Neerbosch Nijmegen (1873)
- Nog steeds een museum op die plaats
- Meer een soort van gezinssetting, ontstond een hele maatschappij, kinderen die daar werden
opgenomen leerden een vak en onderhielden zichzelf
- Werd gezien als een veilige omgeving voor kinderen, maar achteraf was het niet helemaal
waar, want de hygiënische omstandigheden waren niet top, en soms werden kinderen
mishandeld en misbruikt
- Het idee van kinderen meer warmte geven, was zeker mooi en een alternatief idee voor
toentertijd
Afname weeshuizen
- Sinds 1880 steeds minder weeskinderen (door daling sterftekansen)
- Omvorming weeshuizen tot kinderbeschermingstehuizen
, - Algemene weduwen en wezenwet (1959) uitkering beschikbaar voor familie die dan voor
het kind konden zorgen wanneer de ouders er niet meer waren, zodat het kind in de familie
bleef en niet naar een weeshuis moest
Historie – pleegzorg
- <1850: vooral weeshuizen
- 1850-1950: belang van kind meer voorop
- > 1950: professionalisering pleegzorg
Historie – pleegzorg
- Begin georganiseerde pleegzorg in Nederland: 1874
- Scheltema (dominee): ‘maatschappij tot opvoeding van wezen in het huisgezin’
- Er waren niet superveel pleeggezinnen te vinden, dus moesten kinderen alsnog naar een
instelling
- Instelling van Scheltema was iets persoonlijker, kregen de kinderen meer aandacht
Ontstaan kinderbescherming
- 1905: kinderwetten
- 1922: eerste kinderrechter
- 1922: ondertoezichtstelling (OTS)
- Eerste helft 20e eeuw: pleegzorg heeft justitieel/permanent karakter
Professionalisering pleegzorg
- Vanaf tweede helft 20e eeuw
o Pleegzorg als hulpverleningsvorm
o 1953: pleegkinderenwet registratie van kinderen die in een pleeggezin woonden
o Jaren ’70: vrijwillige pleegzorg en centrales voor pleegzorg (werving en selectie van
pleegouders werd meer centraal gelegd)
Voorkeur voor pleegzorg
- Jaren ’80: voorkeur voor pleegzorg
o Thuis & tijdelijk, kinderen kregen meer persoonlijke aandacht
o Financieel: pleegouders kregen een toelage, daarna werd alles geregeld voor je, dit in
tegenstelling tot een instelling
- Professionalisering
o Halverwege ’90: pleeggezinbegeleider iemand die een aantal pleeggezinnen
onder zich heeft en dat monitort en begeleidt
o Eind jaren ’90: functiescheiding bureau jeugdzorg (BJZ) (besluiten of het kind moet
opgroeien in een pleeggezin of een andere mogelijkheid) & voorziening voor
pleegzorg (VvP) (beslissing is gemaakt; zorgt voor werving van gezinnen, plaatsing
van kinderen, begeleiding en het gehele proces)
Jeugdzorg en justitie
- 1809-1811: 12-minners geen straf, 12-15 jaar: max 2 maanden gevangenisstraf
- 1811: code pénal
o Rechter bepaalt of er is gehandeld met ‘oordeel des onderscheids’ (de rechter
bepaalde of de jongere verantwoordelijk gehouden kon worden voor de daad die
hij/zij had gedaan), die opties:
Gevangenis, vrijuit of naar ‘verbeterhuis’ (in de praktijk was dit gewoon een
gevangenis)
Redenen waarom naar de gevangenis: diefstal, oplichterij zonder geweld
, - 1833: eerste jeugdgevangenis in Nederland
o Jongens t/m 16 jaar
o Initiatief van nederlandsch genootschat tot zedelijke verbetering der gevangenen
(overtuiging: alleen straffen is niet voldoende, moet ook iets bieden voor de
toekomst van de jongeren; opleiding in de gevangenis, zodat ze daarna een beroep
konden gaan uitvoeren)
- 1836: eerste meisjesgevangenis
- 1857: huis van verbetering en opvoeding (eerste keer dat de staat zich actief is gaan
bemoeien hiermee; kinderen werden niet alleen gestraft, maar ze leerden ook iets)
- Balans van straffen naar steeds meer heropvoeden
Heropvoeding
- Kinderwetten 1905 (iets meer opties voor de rechter om op te leggen)
o Gedwongen heropvoeding (jeugd-tbr) ter beschikking stelling van de regering; de
regering zegt jij wordt thuis niet goed opgevoed, waardoor je criminele activiteiten
ondergaat, jij moet gedwongen worden heropgevoed
o Berisping
o Tuchtschool
- 1965: 12 jaar minimumleeftijd voor strafvervolging
Commissie Samson (2012)
- Onderzoek naar seksueel misbruik uithuisgeplaatste kinderen sinds 1945
- Kinderen in een jeugdhulpinstelling liepen 2.5 keer zo veel kans om misbruikt te worden
- Veel misbruik onder leeftijdsgenoten
- Rapport heeft geleid tot een kwaliteitskader om seksueel misbruik in de toekomst te
voorkomen
Commissie de Winter (2019)
- Onderzoek naar geweld in o.a. residentiële instellingen, pleeggezinnen, justitiële
jeugdinrichtingen & jeugd-ggz
- 1945-heden
- Conclusie: 1 op 10 personen die ooit in jeugdzorg verbleven kreeg vaak te maken met geweld
(ofwel door de professionals in de jeugdzorg, ofwel door leeftijdsgenoten)
Na-oorlogse ontwikkeling jeugdzorg (in vogelvlucht)
- Jaren ’70: jeugdzorg niet eenduidig georganiseerd
o Verzuild/verkokerd
- 1989: wet op jeugdhulpverlening
o Provinciaal, zo-zo-zo beleid
o Provincies zijn verantwoordelijk
o Zo-zo-zo beleid: zo dichtbij huis mogelijk – zo kort mogelijke hulp – zorg zo licht
mogelijk
- 2005: wet op de jeugdzorg
o BJZ (bureau jeugdzorg; monitoring van alles), afstemming
o Kritiek; verschillende soorten hulp waren niet goed op elkaar afgestemd,
behandelplannen waren niet goed voor het kind
- 2015: jeugdwet
Oude jeugdstelsel
1. Basisvoorzieningen opgroeien en opvoeden jeugdigen
a. Je gaan naar school, recht op kinderopvang
, 2. Preventie-programma’s (algemeen en selectief)
a. Wat vanuit de gemeente/overheid wordt ingezet: ggd’s, vroege en voorschoolse
educatie
3. Monitoring, screening en signalering
4. Vroege/lichte hulp en steun
Vallen allemaal onder de gemeente
1. Indicatie voor specialistische hulp/maatregel
a. Jeugd ggz (zorgverzekeringen)
b. Jeugdbescherming & reclassering (BJZ)
c. Jeugd- & opvoedhulp
d. Zorg voor jeugd LVG
Worden geregeld door allerlei verschillende instanties: overig
Doelen jeugdwet (2015)
- Transitie gemeente is toegangspoort tot alle vormen van specialistische zorg
- Transformatie
o Preventie en eigen kracht (hopelijk voorkomen dat sommige gezinnen intensieve
zorg nodig hebben)
o Demedicaliseren, ontzorgen, normaliseren (kinderen zo lang mogelijk in de normale
klas houden)
o Zorg en hulp zo vroeg mogelijk
o Integrale hulp aan gezinnen (professionals werken meer met elkaar samen en
dichterbij de gezinnen)
o Meer ruimte voor professionals (professionals houden zich meer bezig met de zorg
ipv de administratie)
- Bezuiniging van 15% een van de redenen waarom het geen geslaagd experiment is
geweest
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolandahaak1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.