Samenvatting RA-1 Eindtoets 1
Gal, Cholelithiasis en Galstenen 2
Acute ontsteking 7
Leukocyten 14
Histologie en functie van galblaas en exocriene pancreas 16
Aangeboren immuniteit 19
Chronische ontsteking 20
preTBL Anatomie en morfologie van bacteriën 22
pre-TBL Bacteriële huidinfecties: kliniek en behandeling 25
Farmacologie Antibiotica 31
Adaptieve immuniteit 33
Lymfeklier 37
In uenza en BLWI 41
Virus uitbraak 47
Virale infecties van de huid: herpes simplex en varicella zoster 50
Serologie interpretatie in de klinische setting: EBV en CMV 53
Cytokinen, chemokinen functie en signalen 59
Malaria 61
Veel voorkomende schimmel en parasitaire infecties van de huid 65
1
fl
,Donna van Eijden 2019-2020
Gal, Cholelithiasis en Galstenen
Cholelithiasis
Een galsteen is een vaste structuur in de galblaas of de buizen van het galsysteem. Het hebben
van galstenen wordt cholelithiasis of cholecystolithiasis (in de galblaas) genoemd (van Grieks
chole, gal; lithos, steen; iasis, ziekte). Het hebben van een galsteen in de ductus cysticus of ductus
choleduchus wordt choledocholithiasis genoemd. Ze worden gevormd uit gal en bestaan
voornamelijk (80%) uit cholesterol. De resterende 20% zijn pigmentstenen die bestaan uit
bilirubine en calciumzouten. In de normale bevolking komen galstenen bij ongeveer 30% van de
mensen voor, meer op hogere leeftijd. De meeste mensen met galstenen zijn symptoomvrij en
behoeven dan ook geen behandeling. In Nederland worden per jaar 22.000 cholecystectomieën
verricht, en de prevalentie in westerse landen van cholecystolithiasis is 13-22%.
Typische klachten van galblaasstenen zijn bilaire koliek (continu pijn, gelokaliseerd
epigastrio, tenminste 30 minuten aanhouden), uitstralende pijn rechtsom naar de rug en een
positieve reactie op analgetica. Echogra e is het meest aangewezen onderzoek om
cholecystolithiasis aan te tonen met een sensitiviteit van 84% (95% CI 76-92) en speci citeit van
99% (95% CI 97- 100). Er is geen laboratoriumonderzoek dat bijdraagt om de diagnose
(ongecompliceerde) symptomatische cholecystolithiasis te stellen. Bij een ongecompliceerde
cholelithiasis wordt uiteraard niet ingegrepen aangezien 70% van de patiënten geen klachten
ervaren van galstenen. Er moet wel ingegrepen worden als de patiënt symptomen heeft, er
ontsteking ontstaat zoals cholecystitis (galblaasontsteking), cholangitis (ontsteking ducti),
pancreatitis, als de galsteen een ileus veroorzaakt (verstopping darmen) of als er obstructie
icterus ontstaat. Bij ongeveer 13% van de patiënten is er sprake van asymptomatische klachten.
60% tot 90% van de patiënten is klachtenvrij na een cholecystectomie. Bij aspeci eke klachten
(geen galsteenkoliek) en galblaasstenen leidt een cholecystectomie vaak (30-40%) niet tot
klachtenreductie.
Men spreekt van een positief teken van Murphy wanneer de patiënt pijn ervaart bij diepe
inademing, terwijl de onderzoeker gelijktijdig met zijn of haar vingers op het abdomen rechts
subcostaal lichte druk uitoefent op de plaats waar men de fundus van de galblaas verwacht
(ongeveer in de medioclaviculaire lijn). Wanneer de ontstoken galblaas door de neerwaartse
beweging tijdens de inademing in contact komt met de vingers van de onderzoeker, zal dit pijnlijk
zijn en de adem van de patiënt doen stokken, wat wijst op een cholecystitis. De typische klachten
van een acute cholangitis zijn koorts, geelzucht en pijn rechtsboven in de buik. Als deze drie
samen voorkomen, worden ze wel de trias van Charcot genoemd.
Bij verdenking op een gecompliceerde cholelithiasis moet er CRP, AF, GGT, leukocyten,
ALAT, ASAT bij het lab aangevraagd worden. Mocht er verdenking zijn op een pancreatitis dan ook
amylase. Zo kan er vast gesteld worden in de 1e lijn of er noodzaak is tot verwijzing.
Bij de cholecystectomie wordt er geprobeerd de driehoek van Calot vrij te leggen; dit is de
onderrand van de galblaas, de ductus cysticus en het lig. hepatoduodenale. Critical view op
saefty = Galblaas infundibulum 1/3 vrijmaken uit galblaasbed en two windows gecreërd doe
vrijmaken driehoek van Chalot. Als CVS verkregen is kan het clippen gebeuren = wegknippen van
galblaas. Complicaties: (1) nabloedingen (2) pneumonie (3) infecties (4) thrombose (5) kwijtraken
stenen leidt tot infectiegevaar (6) galwegletsel (7) darmperforatie.
Risicofactoren zijn: Leeftijd > 40, vrouwelijk geslacht, obesitas, fors gewichtsverlies (gastric
bypass, hyperlipedemie), zwangerschap, westerse etniciteit, oestrogenen gebruik, gebruik
somatostatine analogen, positieve familie-anamnese, parenterale voeding (voeding via andere
weg dan maag-darmstelsel)
2
fi fi fi
,Donna van Eijden 2019-2020
Leverziekten
- Leverziekte in het verleden?
- Leverziekte in de familie?
- Alcohol?
- Medicamenten, homeopathie, kruiden?
- Blootstelling aan chemische stoffen?
- Transfusie van bloed of bloedproducten?
- Risicogedrag? (drugs, promiscuiteit)
Bij verdenking van een lever- of galweg ziekte na lab waardes (verhoogde ALAT, ASAT en
protrombine) wordt een echo uitgevoerd, aangezien galstenen hier makkelijk en goedkoper
zichtbaar op worden, maar ook focale laesies, diffuus parenchym schade en galwegdilatatie (door
galsteen). De vervolgstappen zijn als volgt:
- Focale laesie zichtbaar? —> CT/MRT/contrast echo + biopt + Tu-marker
- Diffuus parenchym schade zichtbaar? —> biochemische tests, leverbiopt, MRCP (ERCP)
- Galwegdilatatie? —> MRCP, endo-echo en ERCP.
Primaire scleroserende cholangitis (PSC) is een zeldzame, progressieve cholestatische
leverziekte. De ziekte kenmerkt zich door multifocale vernauwingen en dilataties van de intra- en/of
extrahepatische galwegen. PSC komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen (2:1) en kan op elke
leeftijd voorkomen, met een piekincidentie rond de 40 jaar. Ook kinderen kunnen PSC ontwikkelen.
De ziekte gaat gepaard met een grillig klachtenpatroon en een aanzienlijke mortaliteit.
Veelvoorkomende symptomen geassocieerd met PSC zijn ernstige vermoeidheid, geelzucht,
pruritus en bovenbuikpijn. Ongeveer 40-50% van de pati nten is asymptomatisch op het
moment van diagnose. Comorbiditeit met andere auto-immuun gerelateerde aandoeningen is veel
voorkomend bij PSC-pati nten. PSC is sterk geassocieerd met in ammatoire darmziekten, zoals
colitis ulcerosa (CU) en de ziekte van Crohn, en met auto- immuun hepatitis. Mogelijk is er sprake
van een auto-immuunziekte. Het beloop van de ziekte is zeer variabel en er is geen behandeling
beschikbaar om het progressieve proces te stoppen. Uiteindelijk zal PSC levercirrose en leverfalen
veroorzaken en is een levertransplantatie het laatste redmiddel. Daarnaast hebben PSC-pati nten
een verhoogd risico op het ontwikkelen van colorectale en galwegmaligniteiten. Behandeling is
urosdeoxycholzuur, wat de uitscheiding van HCO- in het lumen stimuleert waardoor
apolaire galzouten (de galzuren! R-COOH, ongeladen. Als deze in de cel komt gaat het daar
zijn H+ afgeven waardoor in de cel ‘zeep ontstaat waardoor het membranen af kan breken)
de cholangiocyten niet in kunnen, waar zij apoptose stimuleren door afbraak membranen.
The biliary HCO3− umbrella hypothesis states that human cholangiocytes and hepatocytes
create a protective apical alkaline barrier against millimolar concentrations of potentially toxic
glycine-conjugated bile salts in bile by secreting HCO3− into the bile duct lumen. This alkaline
barrier may retain biliary bile salts in their polar, deprotonated, and membrane-impermeant state to
avoid uncontrolled invasion of apolar toxic bile acids, which initiate apoptosis, autophagy and
senescence. In primary biliary cholangitis, defects of the biliary HCO3− umbrella, leading to
impaired biliary HCO3− secretion have been identi ed. Current medical therapies stabilize the
putatively defective biliary HCO3− umbrella and improve long-term prognosis.
3
ë fi ë fl ë
, Donna van Eijden 2019-2020
Bij problemen aan de lever of galblaas kan het voorkomen dat icterus optreedt. Daarnaast
kan er verkleuring van de ontlasting en urine plaats vinden, waardoor de urine veel donkerder
wordt en de ontlasting lichter van kleur, aangezien de bilirubine niet via de ontlasting uit het
lichaam verwijderd kan worden. Frequente oorzaken zijn lever-ziekte, galstenen en tumoren in
lever of gal.
Non-alcoholische steatohepatitis (NASH) is een vervetting van de lever die niet
veroorzaakt wordt door alcohol gebruik. Het komt vooral voor bij patiënten met overgewicht
(57-75% van de bevolking met overgewicht heeft NASH). Risicofactoren zijn overgewicht, DM-2,
hyperlipidemie en medicament gebruik, zoals corticosteroïden, tamoxifen, amiodaron, diltiazem en
proteaseinhibitoren. De diagnostische criteria zijn:
- Alcohol gebruik < 20g (v) / <30 (m) per dag
- Verhoogd ALAT ten opzichte van ASAT en een verhoogd gamma-GT
- Verhoogde echogeniciteit van het parenchym op de echo
- Steatose, ontsteking, ballooning, Mallory lichamen.
Auto-immuun hepatitis (AIH) is een weinig voorkomende chronische progressieve
leverontsteking. AIH leidt onbehandeld veelal tot levercirrose en leverfalen en is in Nederland
verantwoordelijk voor 3% van de levertransplantaties. De klinische presentatie is heterogeen en
varieert van een symptoomloze aandoening tot een fulminante hepatitis of gedecompenseerde
levercirrose. Vaak hebben patiënten last van enorme vermoeidheid, pijn in de rechter bovenbuik,
gewrichtsklachten en klachten van algemene malaise. Soms hebben ze ook koorts en
griepverschijnselen. Voor de diagnose zijn nodig; een biopt met interface-hepatitis;
aanwezigheid van auto-antistoffen; hypergammaglobulinemie. In Nederland zijn er ongeveer
3.000 AIH-patiënten. De prevalentie is ongeveer 18,3 patiënten op 100.000 inwoners in Nederland
en het aantal neemt toe.
Infectieuze leverziekten worden veroorzaakt door de hepatitis
virusen A t/m E. Hiervan veroorzaken A & E acute leverziekte terwijl B, C
en D ook chronisch kunnen zijn. Hepatitis B is het meest voorkomende
virus en kan tegenwoordig voorkomen worden met een vaccinatie.
Wereldwijd zijn er 2 miljard mensen met een HBV infectie, waarvan 350
miljoen chronisch HBV hebben (75% in Azië). Transmissie van HBV
verloopt via moeder op kind, tijdens seksueel contact of via het bloed.
Behandeling gat met antivirale middelen zoals IFN, tenofovir, entecavir.
Chronisch HCV is een geneeslijke ziekte in 95% van de patiënten en
wordt behandeld met DAA.
Vertering triglycerollen
The contraction of the gallbladder and secretion of pancreatic enzymes are stimulated by the gut
hormone cholecystokinin, which is secreted by the intestinal cells when stomach contents enter
the intestine. Pancreatic lipase is secreted along with another protein, colipase, in response to
the release of cholecystokinin from the intestine. The peptide hormone secretin is also released by
the small intestine in response to acidic conditions (such as the partially digested materials from
the stomach, which contains HCl) entering the duodenum. Secretin signals the liver, pancreas, and
certain intestinal cells to secrete bicarbonate. Bicarbonate raises the pH of the contents of the
intestinal lumen into a range (pH 6) that is optimal for the action of all of the digestive enzymes
of the intestine. Bile salts inhibit pancreatic lipase activity by coating the substrate and not allowing
the enzyme access to it. The colipase binds to the dietary fat and to the lipase, relieving the bile
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donnavaneijden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.