- Economische benaderingen van de vragen:
- Hoe bereiken we ‘the greatest happiness for the greatest number?’
- Wat zijn de gevolgen van uiteenlopende institutionele inrichtingen van markten/sectoren voor
de maatschappelijke welvaart?
Welke instituties?
- Eenvoudig gezegd is de keuze uit 3. We kunnen het beschikbaar komen van producten,
diensten en al het andere dat we waarderen organiseren via:
o De markt
o De overheid
o Particulier initiatief (clubs, non-profits)
Markt/prijsmachine:
- Iedere producent is vrij om producten/diensten aan te bieden, en zelf te beslissingen te nemen
over hoeveelheden, kwaliteiten en prijzen
- Iedere consument is vrij om producten/diensten ad te nemen, en zelf beslissingen te nemen
over wat en hoeveel te consumeren en bij welke producent dat te halen
- Producten hebben geen macht over de consumenten, dus als het product niet aanslaat dan
merkt die het niet. Consument heeft geen zeggenschap over beslissing van producent
- Elke vrijwillige ruil tussen ‘consenting adults’ is toegestaan
- Resulterende hoeveelheden en prijzen zijn uitkomst van interactie tussen aanbieders en
vragers
Voorbeelden: appels, nier, fysiotherapie
Overheid/collectieve besluitvorming:
- Collectieve besluitvorming over welke en hoeveel goederen/diensten/voorzieningen worden
geproduceerd en/of
- Over wie hoeveel mag of moet consumeren en/of
- Over wie hoeveel moet meebetalen (belastingen)
- Besluiten zijn bindend voor alle onderdanen
- Voorbeelden: defensie, openbare kunst, heroïne
Particulier initiatief
- Ieder die dat wil sluit zich aan bij een club, vereniging, stichting of ander collectief
- Volgend de in die club overeengekomen regels worden beslissingen genomen over wat voor
wie en hoeveel te produceren, te consumeren en over wie van de leden hoeveel bijdraagt
- Voorbeelden: bloedbank, vereniging van natuurmomenten, atletiekvereniging, vogelwacht
Maar ook: allerlei tussenvormen
- Marktvoorziening, maar ordening en regulering van de markt door de overheid
o Zorgverzekeringen: prijsmechanisme, maar met verzekeringsplicht voor
consumenten, acceptatieplicht voor producenten
o Cannabis: productie is verboden, aanbieden van kleine hoeveelheden gedoogd,
consumeren gedoogd
En:
- Collectieve besluitvorming, maar:
, o Productie uitbesteed aan private ondernemingen of non profits:
inburgeringscursussen, aanleg infrastructuur
o Overheidsproductie, maar bekostiging uit prijzen in plaats van belastingen: drinkwater
- Particulier initiatief maar:
o Niet bekostigd uit donaties of ledenbijdragen, maar uit belastingen: onderwijs
o Niet (geheel) bekostigd uit donaties of ledenbijdragen maar uit commerciële verkoop
diensten en producten: musea, woningcorporaties
Centrale punt: efficiëntie
- Allocatieve (bestemming) efficiëntie: een zodanige ordening/regeling dat schaarse middelen
zodanig worden ingezet dat de hoogst haalbare bevrediging van de behoeften van de
samenleving wordt bereikt
- Later meer, maar nu al:
o Alle behoeften tellen mee
o Materiële welvaart, behoefte aan stilte, natuur en veiligheid, esthetische behoeften,
kortom: alles wat waarde heeft (alles telt mee!!) Wordt geen aandacht in de colleges
besteed aan de verdeling van de welvaart. Als het om verdelingskwesties gaat kijk je
altijd eerst daarna, voordat je een vraag gaat beantwoorden.
Casus: donornieren
- Vraag: welke institutie zorgt voor de beste uitkomst?
o Beste uitkomst: een zo volledig mogelijke vervulling van de behoefte aan donornieten
voor zover vervulling van deze behoefte:
▪ Medisch mogelijk en wenselijk is
▪ En de baten en kosten overtreffen
- Vraag:
o Nieren:
▪ Transplantatie goed mogelijk
▪ In de regel veel betere oplossing dan nierdyialyse
o Andere organen (lever, hart, etc)
▪ In de regel transplantatie enige oplossing
- Aanbod
o ‘Cadaveric donations’
▪ Beperkt aantal: met name verkeersslachtoffers
o ‘Living donations’
▪ Bij sommige organen goed mogelijk: 1 niet kan je missen
▪ Zeer klein risico voor donor
Oplossingen:
- Hoe kunnen we het beschikbaar komen van organen voor transplantatie zo optimaal mogelijk
regelen?
- Optimaal = maximale vervulling van de behoefte aan donororganen
- 15 minuten om onder het genot van koffie en thee de beste oplossingen te verzinnen
1. Vrijwillige donatie – nadeel: te weinig
2. Dijksta (automatisch behalve aangeeft)
3. Verplicht doneren – voordeel: aanbod, nadeel: weet niet of de baten hoger zijn dan de kosten.
Hier weet je niet zeker of de maatschappelijke welvaart wordt vergroot (dus kan je
wegstrepen)
4. Betaling voor donatie – voordeel: aanbod, nadeel: hier weet je wel of de prijs opweegt tegen
de organen. Gegarandeerd dat de baten altijd hoger zijn dan de kosten, iemand alleen mee
eens gaat als die alle kosten kan overzien. Weet zeker dat de welvaart wordt vergroot. Elke
transactie de maatschappelijke welvaart vergroot. Dit is tot nu toe optimale transplantatie
regeling. Het is een empirische kwestie, zitten wel nadelen aan, omdat vooral de rijkere van
, de samenleving dit kunnen betalen → moet wel iets op gevonden worden. Economisch op
vooruit gaan.
5. (Technologieontwikkeling)
Systeem 1: vrijwillige donatie
- Vrijwillige donatie na overlijden (registratie als donor bij leven of uitdrukkelijke toestemming
nabestaanden); anoniem; betaling niet toegestaan
- Vrijwillig donatie bij leven aan familieleden; betaling niet toegestaan
- Vrijwillige donatie bij leven aan niet-familieleden; alleen anoniem; betaling niet toegestaan
Systeem 2: presumed consent
- Iedereen is donor na overlijden, tenzij bij leven uitdrukkelijk geregistreerd als niet-donor
o In Spanje al geruime tijd van kracht. Met initiatiefwet Dijkstra is in Nederland een
variant ingevoerd (als je geen keuze maakt, wordt geregistreerd dat je geen bezwaar
hebt; nabestaanden hebben laatste woord)
- Orgaandonatie door levenden blijft geregeld als onder systeem 1
Systeem 3
- Vrijwillige ‘living’ donaties
- Nu Verplichte ‘cadaveric’ donaties
o Ieder geschikt orgaan wordt door ziekenhuis geoogst en gebruikt voor transplantatie
Systeem 4: een markt voor organen
- Orgaandonatie (door levenden) tegen betaling
o Variant 1: directe transacties: nierpatiënt zoekt donor en komt prijs overeen
o Variant 2: indirecte transacties: organenbank koopt nieren van donors, en verdeelt
organen volgens rechtvaardig systeem over nierpatiënten
Functioneren huidige systeem
- Aanbod: 500 overledenen, 250 van familie aan familie, 250 anonieme levende donoren
- Vraag: veel groter, wachtlijst. Wachttijd 2 tot 5 jaar. 20% overlijdt tijdens wachttijd. Tekort.
Hoe aan meer organen te komen?
- Campagnes (weinig succes, niet altijd duurzaam, zelfs bij succes te weinig donoren)
- Invoeren presumed consent; effect onzeker
- Doneren aan familieleden: hoe vrijwillig?
Meer donaties door levenden: bereidheid tot doneren bij leven bestaat, is beperkt tot familie en
anonieme. Vorm van beloning is verboden (wel onkosten vergoed, geen compensatie)
Verplicht doneren? Leidt misschien wel tot meer organen, maar baten hoger dan kosten?
- Miniem risico ten onrechte doodverklaring, geen rekening mening/gevoelensbetrokkenen.
- Opportunity costs: kosten van gebruik orgaan X voor transplantatie zijn alles wat je daarvoor
moet opgeven
Een markt voor organen
- Hogere prijs → meer aanbod
o Aantal doneren doneert niet vrijwillig, maar misschien wel tegen beloning/betaling
▪ Compensatie van overlijdensrisico/van verminderde kwaliteit van leven
▪ Beloning van ter beschikking stellen van organen
o Voor de hand liggende tegenargumenten
▪ Niet ‘handelen met leven’, transplantatie voor rijken, donaties van armen
Tegenargumenten doorslaggevend?
- Handelen in leven
o Gevarengeld als deel arbeidsbeloning
o Arbeidsmarkt voor militairen
- Alleen transplantaties voor rijken?
, o Evenwichtsprijs hoeft niet hoog te zijn
o Ook ‘halve markt’ mogelijk: wie gedoneerde organen ontvangt beslist niet markt, maar
organenbank
o Opname in basispakket zorgverzekering
- Alleen donaties door armen
o Misschien wel, misschien niet. Indien wel: is dat een probleem?
Advies Raad voor de Volksgezondheid
- Betalen voor organen (donatie bij leven) zou toegelaten moeten worden
- Maar wel onder voorwaarden:
o Organenbank is de enige koper
o Geen cashbetaling maar bijvoorbeeld levenslange korting/vrijstelling van zorgpremies
Welke institutie heeft de voorkeur?
- Wat zijn de welvaarteffecten van uiteenlopende instituties voor alle betrokkenen?
- Welvaartseffecten = alle kosten en baten zoals door betrokkenen gezien en gewaardeerd
- Hoe ‘scoren’ de verschillende instituties vergelijkenderwijs?
- Centrale punt:
o De institutie die in vergelijking met alle andere de hoogste welvaartseffecten
genereert, krijgt de voorkeur
Telt alleen geld?
- Formeel en subjectief welvaartsbegrip
o Mijn welvaart is de som van al het nut (utility) dat de door mij ‘geconsumeerde’
goederen ‘voor mij’ hebben
o ‘Geconsumeerd’: eet, gebruik, geniet, bezit, waarde aan hecht etc.
o ‘Goederen’: bier, onderwijs, hulp aan slachtoffers van een aardbeving in Haïti, stilte in
het natuurgebied etc.
o ‘Voor mij’: ik (iedereen) bepaal(t) zelf wat de waarde is van een extra fles bier, een
extra college EMO, 10 decibel minder geluidsoverlast etc.
Maximale individuele welvaart
- =zodanige besteding van mijn schaarse euro’s en andere schaarse middelen dat ik het hoogst
bereikbare welvaartsniveau bereik.
- Moet ik vanavond een fles wijn kopen en consumeren? Verhoogt dat mijn welvaart?
- Antwoord afhankelijk van”
o Het extra nut dat die fles wijn voor mij oplevert
o De opportunity cost van die fles wijn: de waarde van de zaken die ik moet opofferen
als ik vanavond een fles wijn nuttig:
▪ Dus niet alleen de prijs die mijn slijter vraagt, maar ook:
▪ Het buskaartje van mijn vrouw, omdat ik haar niet meer van het station kan
ophalen
▪ Het verlies van een aantal hersencellen t.g.v. alcoholschade
o Indien extra nut > opportunity costs: kopen
o Indien extra nut < opportunity costs: andere besteding
o Elk welvaartsverlies moet meetellen
Wat is de waarde van water?
- Meer of minder dan de waarde van diamanten?
- Objectief of subjectief?
- Voor iedereen hetzelfde?
- Altijd hetzelfde?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serenaschuurmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.