introductie gedrag en communicatie in organisaties
mcgregor’s theory x amp theory y
individuen in organisaties 1 attitudes en gedrag
‘pygmalian’ en ‘golem’ effect
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bestuurs En Organsatiewetenschappen
Gedrag en communicatie in organisaties
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
serenaschuurmans
Content preview
Gedrag en communicatie in organisaties hoorcolleges – (Canvas)
- r.vander.lee@vu.nl (Romy van der Lee) voor alle info
- Literatuur: Kreinter & Kinicki 10e editie (Organizational Behavior)
- Boek bestuderen (voor tentamen) – Alle hoofdstukken voor tt ook H17
- Case studies/ voorbeelden in het boek maken geen deel uit van TTstof
- Wetenschappelijke artikelen ook deel van het vak. Downloaden via google scholar
- Inloggen met Vu-net ID
- Gaat om de grote lijnen in de artikelen, ook in colleges besproken.
- 6 artikelen te vinden op canvas.
- Volgende week self-enrollment op canvas gaat open woe 14-2 (9-12 snachts)
- Tt moet voldoende zijn (40-meerkeuzevragen) 80% en 2 casussen is 2x10%.
HC 1 - Introductie gedrag en communicatie in organisaties
- In organisaties en gedrag en communicatie krijg je altijd te maken met mensen.
- Organisaties: een organisatie is een doelgerichte samenbundeling van kennis,
vaardigheden en kracht tussen drie of meer personen die primair middelen en
activiteiten aanwendt om te voorzien in de behoefte aan producten en/of diensten in
haar omgeving. Het is opgebouwd uit de complementaire begrippen taakverdeling en
coördinatie.
- Belang van onderlinge afhankelijkheid (interdependentie). Andere belangen en
mensen waar je rekening mee moet houden.
Gedrag in organisaties
- Definitie: field of stufy that investigates the impact that individuals, culture, groups,
and structure have on behavior within organizations, fort he purpose of applying such
knowledge toward improving an organizaiton’s effectiveness (Robbins, 2008)
- Interdisciplinary field to better understanding and managing people at work (Kreitner
& Kinicki)
Gedrag en communicatie in organisaties gaat over ontwikkelingen in de tijd.
Wetenschappelijke bedrijfsvoering (Taylorisme)
- Tijdens de tweede industriële revolutie (tweede helft 19 e eeuw tot WO 1) werd
massaproductie mogelijk.
- Als gevolg van schaalvergroting en toenemende complexiteit van het productieproces
ontstonden er bestuurlijke problemen bij bedrijven.
- Taylor: werknemers zijn lui en hebben controle nodig.
- Op basis van zijn theorieën: standaardisatie, efficiëntie, arbeidsdeling.
- Grote fabrieken, waar mensen een taak de hele dag aan het uitvoeren zijn.
Human relation movement (1930)
- Onder invloed van vakbonden en uitkomsten van onderzoek naar werk ontstonden
nieuwe ideeën.
- Voorbeeld: Mary Parker Follett (mother of modern management)
o Groepsprocessen beter begrijpen
o Verantwoordelijkheid
o Controle over situatie krijgen niet over mensen
o Willen verschillen tussen organisaties
1
,McGregor’s theory X & theory Y (1960)
- Taylor bedacht theorie Y en was
tegenovergesteld. Mensen willen betrokken
zijn bij werk en een organisatie en mensen
zijn instaat om zichzelf te reguleren. Je moet
mensen niet straffen, maar belonen.
- Theorie X: mensen willen niet werken en
hebben er geen zin in (armen gekruist X).
- Theorie Y: mensen willen wel werken en zijn
blij (armen in de lucht een Y).
Total quality management (na 1980)
- Deming: (Klant tevredenheid voor de producten zo hoog mogelijk)
- Total quality management:
o Betekent dat de cultuur van de organisatie gedefinieerd wordt door het
voortdurend willen bereiken van klanttevredenheid d.m.v. een geïntegreerd
systeem van technieken en training.
o Dit betekent dat organisatieprocessen voortdurend worden verbeterd zodat
producten en diensten steeds beter worden.
Principes van TQM
1. Doe het de eerste keer goed om kosten van terugroepen van producten te besparen
2. Luister naar klanten en medewerkers en leer daarvan
3. Maak van voortdurend verbeteren een alledaags gegeven
4. Zorg voor teamwork, vertrouwen en wederzijds respect
Hoever zijn we gekomen?
- Dat is maar de vraag
- Gallup Employee Engagement Index 2009
- 42.000 werkende volwassenen in VS; survey wat ze vinden van hun werk
- 33% engaged (betrokken bij werk), 49% not engaged, 18% actively disengaged (actief
bezig zijn doelen organisatie te dwarsbomen)
De uitdagingen van vandaag:
- Hoe bouwen we veerkrachtige en duurzame organisaties in een tijd waarin:
- Zakendoen en communiceren zo sterk beïnvloed worden door het internet en sociale
media?
- Diversiteit een steeds grotere rol gaat spelen?
- Globalisering neemt toe?
Menselijk en sociaal kapitaal
- De strategie belangrijkheid en dimensies van mensen en sociaal kapitaal.
- Human capital: wat kan een organisatie hebben aan een medewerker.
o Productief potentieel van kennis en acties van een persoon.
2
, o Een medewerken of toekomstige medewerken
met de juiste combinatie aan kennis,
vaardigheden en motivatie.
- Social capital
o Productief potentieel van sterke relaties,
goodwill, vertrouwen en samenwerking.
Wat moet een manager kunnen?
Management:
- Het proces van werken met en via anderen om doelen
van de organisatie te bereiken op efficiënte en ethisch
verantwoorde wijze in het licht van voortdurende
veranderingen in de omgeving.
Vaardigheden wat managers moeten kunnen
Managers in de 21ste eeuw
- Teams in plaats van individuen als bouwstenen van de organisatie.
- Participatief management en ‘empowerment’ in plaats van command-and-control
management.
- Klantgerichte leiders in plaats van ego-gerichte leiders.
- Medewerkers worden steeds meer gezien als ‘interne klanten’.
Waar komt kennis over organisatiegedrag vandaag?
- Hebt verschillende soorten wetenschappelijke studies
- Meta-analyses: studie over een hele boel andere studies. Al die studies bij elkaar
voegen om daar een conclusie over te trekken.
- Field studies: Studie in de context/werkveld van het bedrijf
- Laboratory studies: experimenteel onderzoek dat in een laboratorium gedaan wordt.
Random toewijzing aan condities. Oorzaak en gevolg.
- Sample surveys: mensen vragenlijst invullen en er wordt een steekproef getrokken.
- Casestudies: De diepte in gaan over een bepaalde casus en die helemaal willen
begrijpen.
3
, - 3 niveaus in het boek: Mensen, groepen en organisaties.
Diversiteit: staat voor het totaal aan individuele verschillen en
overeenkomsten die ontstaan tussen mensen.
Lagen van diversiteit
Oranje cirkel: external dimension, dingen die je niet meteen van
iemand weet maar wel een rol kunnen spelen in een organisatie.
Buitenste ring: organizational dimensions.
- Er zijn meer dimensies van diversiteit die een rol spelen bij
hoe mensen functioneren op het werk en hoe ze tegen
elkaar aan kunnen kijken.
- In het boek een business case - voor het managen van
diversiteit.
o Organisaties kunnen geen strategisch gebruik maken
van diversiteit als medewerkers hun talenten, vaardigheden, motivatie en
betrokkenheid niet volledig kunnen inzetten.
o Het is essentieel voor organisaties om een omgeving te creëren waarin
medewerkers volledig tot bloei kunnen komen.
o Daarom zullen organisaties ruimte moeten bieden aan verschillen.
- De positieve en negatieve effecten van diversiteit op werk (theorieën)
o Negatieve effecten:
▪ Sociale categorisatie theorie:
• Stelt dat mensen overeenkomsten en verschillen gebruiken als
basis voor categorisatie van zelf en anderen in ‘in-group’ versus
‘out-groups’.
• Mensen hebben de neiging om ingroup-leden aardiger te vinden
en meer te vertrouwen dan outgroep-leden.
▪ Onderzoek dat hierbij aansluit:
• Sheriff & Sheriff: Robber’s cave studies
• Minimal group paradigm (Tajfel) – zodra de wereld wordt
ingedeeld in groepen en bij welke groep je hoort. Die trek je
voor op de andere.
• Demografische diversiteit gerelateerd aan minder
samenwerking tussen collega’s en meer negatieve oordelen
over collega’s.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serenaschuurmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.