1. Basismodel van Pavlov
↳ onderzocht reflexen/reacties op bepaalde prikkels (S-R mechanisme)
⇒ hond kwijlen bij horen v/e belletje
- enkel bij onwillekeurig gedrag vb. bleek worden, blozen, verhoogde hartslag,..
- voorwaarde: contiguïteit tussen ongeconditioneerde stimulus & neutrale stimulus (=
samen voorkomen)
- evolutionair: primaire vorm van leren
- Elk organisme met een zenuwstelsel kan geconditioneerd worden
bv. Een baby zal zeer snel reageren met een zuigreflex als het iets in de mond krijgt, maar
leert al snel te zuigen bij het zien van de moeder
Klassieke conditionering is een proces waarbij een neutrale stimulus herhaaldelijk wordt
gekoppeld aan een stimulus die een reflexmatige reactie uitlokt, waardoor een aanvankelijk
neutrale stimulus op de duur dezelfde reactie uitlokt als die oorspronkelijke stimulus
Verloopt in 3 fases:
1. VOOR de conditionering
- vertrekt bij aangeboren reflex (=ongeconditioneerde stimulus)
OS → OR
vb. Voedsel lokt speekselafscheiding uit.
2. TIJDENS het proces van conditionering
- Hierbij gaat een neutrale stimulus een ongeconditioneerde stimulus (OS) vooraf:
NS + OS → OR
vb. Het voedsel wordt voorafgegaan door een belletje en lokt speekselafscheiding uit.
3. NA de conditionering
- na verloop van tijd wordt de neutrale stimulus (NS) een geconditioneerde stimulus
CS → CR
vb. Het belletje lokt speekselafscheiding uit.
⇒ oorspronkelijke neutrale stimulus lokt geen reactie uit, maar door dit
leerproces wel
1.2 Voorbeelden van klassieke conditionering
vb.Het zien van het uurwerk dat tegen 12 uur staat, doet ons honger krijgen
vb. Kinderen die leren van een saai vak te houden, doordat er altijd voor een leuke sfeer
gezorgd wordt
vb. Een muziekje dat ons helemaal terug in vakantiestemming brengt of een zomerhit van
jaren terug dat terug liefdesverdriet oproept.
→ veel angsten zijn het gevolg van klassieke conditionering
prikkel substitutie: het steeds samen aanbieden van een neutrale stimulus en een
ongeconditioneerde stimulus, neemt de neutrale stimulus de plaats in van de
ongeconditioneerde stimulus die dan een geconditioneerde stimulus wordt
2. Bijkomende processen
1
,psychologie: samenvatting
Op basismodel van Pavlov verder bouwen & komen zo tot processen
2.1 Conditionering van hogere orde
⇒ eens geconditioneerde reactie geleerd, geconditioneerde stimulus kan weer
worden gebruikt als een ongeconditioneerde stimulus voor een volgende
conditionering
vb. hond leerde dat een metronoom werd gevolgd door voedsel & gaat reeds kwijlen bij het
horen v/d metronoom. De metronoom kan nu gebruikt worden als een OS en verbonden
worden met een zwart vierkant bijv. Hierbij toonde men de hond de zwarte vierkant vlak voor
de metronoom. Na verloop van tijd begon de hond te kwijlen bij het zien van het zwarte
vierkant.
2.2 Generalisatie
⇒ stimulus generalisatie of stimulus veralgemening treedt op wanneer op basis
v/d overeenkomst tussen de stimuli een geconditioneerde reactie wordt uitgelokt
door een stimulus die gelijkt op de oorspronkelijke geconditioneerde stimulus.
→ generalisatie zal sterker zijn naarmate de gelijkenis groter is en des te
zwakker naarmate de gelijkenis afneemt.
vb. De hond leerde bijv. dat de zoemer werd gevolgd door voedsel en gaat reeds kwijlen bij
het horen van de zoemer. Na verloop van tijd ziet men dat de hond echter ook begint te
kwijlen bij het horen van een geluid dat op een zoemer gelijkt.
Emotionele reacties vaak gebaseerd op principe van stimulusgeneralisatie. Je reageert niet
alleen emotioneel op een welbepaalde emotionele situatie maar ook allerlei situaties die
daarop lijken.
2.3 Aversieve conditionering
Pavlov maakte gebruik van positieve prikkels (= prikkels die nrm door het proefdier worden
opgezocht)
<-> negatieve prikkels (bv. elektrische shock,..)
onderscheiden i/d klassieke conditionering:
- Appetitieve stimuli: stimuli met een aangename betekenis die leiden tot appetitieve
conditionering
- Aversieve stimuli: stimuli met een onaangename betekenis die leiden tot aversieve
conditionering
2.4 Discriminatie <-> generalisatie
⇒ proces waarmee je leert niet te reageren op stimuli, ook al lijken ze erg op de
oorspronkelijke geconditioneerde stimuli
vb. hond begon te kwijlen bij het krijgen van voedsel. Daarna liet men een hoge beltoon
horen vlak voor voedsel werd opgediend. Wnr men een lage beltoon liet horen, werd die
nooit gevolgd door voedsel. Na verloop van tijd begon de hond reeds te kwijlen bij het horen
v/d hoge beltoon en reageerde helemaal niet bij het horen van de lage beltoon. De hond
leerde als het ware het verschil tussen deze twee prikkels kennen
2
,psychologie: samenvatting
experimentele neurose: verliest alle discriminatievermogen & wordt vb agressief
2.5 Uitdoving of extinctie
⇒ Een geconditioneerde reactie kan worden afgeleerd door een aantal keren de
neutrale stimulus zonder de ongeconditioneerde stimulus aan te bieden. De
geconditioneerde stimulus wordt dan opnieuw een neutrale stimulus.
vb. De hond leerde bijv. dat de zoemer werd gevolgd door voedsel. Daarna liet men een
aantal keren de zoemer horen zonder dat er voedsel volgde. Na verloop van tijd begon de
hond niet meer te kwijlen bij het horen van de zoemer
2.6 Enkele interessante toepassingen
⇒ eens lezen i/d cursus
3. Factoren die het conditioneringsproces beïnvloeden
3.1 Timing
⇒ klassieke conditionering lukt het makkelijkst als:
- neutrale stimulus de ongeconditioneerde stimulus voorafgaat
- tijdsinterval tussen de neutrale & geconditioneerde stimulus niet te groot is
3.2 Aandacht
⇒ klassieke conditionering lukt het makkelijkst als:
- onvoorwaardelijke stimulus verbonden wordt met een neutrale stimulus waar men
aandacht aan geeft
- die aandacht trekt (de sterkte van de neutrale stimulus).
3.3 Biologische vanzelfsprekendheden
⇒ klassiek conditioneringsproces gaat vlotter wanneer de stimulus verbonden
wordt met een onvoorwaardelijke stimulus die biologische voorbeschikt is om
aan die stimulus te worden gelink
vb. voedsel is makkelijker te linken aan misselijkheid dan de kamer waarin het eten wordt
opgediend te linken aan misselijkheid
4. Gebruik van klassieke conditionering in de hulpverlening
⇒ probleemgedrag is te wijten aan verkeerd geprogrammeerde leerprocessen.
via gedragstherapie nieuw en adequater gedrag aanleren:
4.1 Aversietherapie
⇒ ongewenst gedrag/gewoonten proberen te koppelen aan een onprettige
ervaring
vb. gebruik bij verslaafden
4.2 Systematische desensitisatie
⇒ geleidelijk aan confronteren v/d patiënt met het gevreesde object/situatie,
maar op een manier die voor hem heel erg rustgevend is.
3
, psychologie: samenvatting
DOEL: object/situatie associëren met ontspanning, waardoor de patiënt er niet meer angstig
maar heel rustig op reageert
vb. mensen met een fobie
verloopt in 4 stappen:
1. Aanleren van ontspanningstechnieken
2. Opstellen van angsthiërarchie
3. Inbeelden van angstaanjagende scènes & daaraan koppelen v/e
ontspanningstechniek
- begint met minst angstaanjagende situaties uit de angsthiërarchie & men
klimt op naar steeds meer beangstigende situaties uit de angsthiërarchie
4. Uitvoeren van gevreesde situaties in realiteit & daaraan koppelen v/d
ontspanningstechnieken
5. Aanvulling vanuit cognitieve hoek
⇒ de CS vervangt niet echt de OS, maar doet de OS voorspellen.
Betekenisgeving is hier dus van belang
Nu wordt algemeen aanvaard dat er bij klassieke conditionering:
- sprake is van kennis over samenhang tussen prikkels
- gedrag verandert als resultaat van die kennis
- voorspelbaarheid een rol speelt
OS Ongeconditioneerde Stimulus → stimulus die een reflexmatige reactie
uitlokt
OR Ongeconditioneerde Reactie → aangeboren reactie of reflex
NS Neutrale stimulus → stimulus die geen reactie uitlokt
CS Geconditioneerde Stimulus → stimulus die verbonden wordt met een OS
CR Geconditioneerde Reactie → reflex die uitgelokt wordt door een C
Behaviorisme :Operante conditionering
1. Basismodel
1.1 Het basismodel
Thorndike: kat vast in een puzzle box (kooi), dier kan voedsel zien liggen vanuit kooi & kat
probeert voedsel te nemen door verschillende handelingen. Op een bepaald moment duwt
ze toevallig met haar poot op een handel = deur gaat open
- verschillende keren herhalen
- tijd korter & korter tot kat op hendeltje drukt
⇒ proefdier steeds sneller de juiste reactie leert stellen als die reactie iets leuks
oplevert
- trial and error
- wet van het effect: reactie die i/e bepaalde situatie een bevredigend resultaat
oplevert, zal vaker voorkomen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelseyvdmm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.