➢ Sociologische verbeelding:
↳ specifieke wijze v/kijken naar wat met mensen i/hun leven gebeurt.
- biografie: Gebeurtenissen die het leven v/mensen typeren, gezien worden vanuit é
ruimere geheel waarbinnen mensen met elkaar samenleven.
- Sociale omgeving: sociale relaties waaruit we deel uit maken
- historische ontwikkeling: historisch verloopt bepaalt het uitzicht v/e specifieke
samenleving
⇒ Sociale relaties bepalen de biografieën v/mensen; die sociale relaties zijn het
resultaat v/e historisch proces
➢ Van gedrag tot samenleving
Omgevin macr
g o
meso
micr
interactie gedra o
g
❖ Gedrag
= Wordt bestudeerd in zijn objectief en subjectief waarneembare dimensie als betekenisvol,
herkenbaar en voorspelbaar (patronen). bv. welke wc je kiest
❖ Sociaal handelen
= gedrag met een nadrukkelijke doelgerichtheid
↳ Weber: 4 types van sociaal handelen:
1. instrumenteel-rationeel handelen: er wordt een afweging gemaakt welke middelen het
best geschikt zijn om doel te bereiken
2. waarderationeel handelen: het bewust geloof in de waardevolheid van de handeling
centraal staat
3. affectief handelen: het handelen wordt gedreven door gevoelens
4. traditioneel handelen waarbij de gewoonte aan de basis ligt
1
, Sociologie: samenvatting
❖ Interactie: verwijst naar:
- communicatie
- wederzijdse beïnvloeding
- manier waarop het sociaal handelen verloopt (zichtbaar aspect)
- betrokkenheid van handelingen op elkaar
↳ Vijf basis vormen van interactie:
1. Conformiteit of aanpassing:
= interactievorm waarbij de partijen zich aanpassen aan elkaars rolverwachtingen of aan de
normatieve verwachtingen in de groep.
-> onderscheiden twee elementen
akkoord over hoe de wederzijds akkoord over
overdracht zal interactiesituatie
verlopen
2. Uitwisseling of ruil: steunt op wederzijdse kost en profijt
3. Samenwerking: gericht op het verwezenlijken van een gemeenschappelijk doel
4. Competitie: gericht op het verwezenlijken van eenzelfde doel dat schaars is
5. Conflict: gebaseerd op tegenstellingen die het gevolg zijn van ongelijke controle
over schaarse en gewaardeerde middelen (materiële en immateriële)
- waardenconflict
- Belangenconflict
↳ Onevenwichten in de interactie
=> 3 vormen van on-evenwichten in de interactie
1. MACHT
5 soorten machtsbronnen:
- Politieke macht: wettelijk te sanctioneren
- Economische macht: controle uitoefenen over schaarse middelen
- Sociale macht: op basis van solidariteit mensen te mobiliseren
- Culturele macht :gedrag sturen door beroep te doen op waarden getrouwheid
- Deskundigheidsmacht: gedrag sturen op basis van deskundigheid
2
, Sociologie: samenvatting
-> Machtsstrategieën
- Verwerven van machtsbronnen:
- Ruilen van macht :
- Vergroten van de afhankelijkheid van de andere partij:
- Scheppen van chaos:
- Verwerven van steun:
- Verdeel- en heers principe:
- Bepalen van de agenda:
2. GEZAG
=> een interactie gebaseerd op een aanvaarde en bewust ervaren vorm van
machtsuitoefening, de kans dat ingegaan wordt op specifieke bevelen,
vragen, aanwijzingen is erg groot
- Rationeel-legaal gezag; gebaseerd op de aanvaarding van de wettigheid van de
stelregels die voorgeschreven worden door de gezagsdrager
bv. politie
- Charismatisch gezag: gebaseerd op de bewondering, adoratie voor de leider, die soms
bovennatuurlijke eigenschappen wordt toegeschreven
bv. Sekteleider
-Traditioneel gezag:gebaseerd op het geloof in de juistheid van de gevestigde gewoontes en
tradities
bv. de paus
3. MANIPULATIE
=> interactie gebaseerd op een machtsuitoefening waarbij degene die beïnvloed (gestuurd)
wordt zich niet bewust is van de machtsuitoefening
bv. reclame, politieke propaganda
➢ De omgeving of context
= > Sociologie is de wetenschap die begaan is met de systematische studie van de wijze
waarop het verloop van deze sociale interactie wordt bepaald door de
omgeving/ de context
- Auguste Comte
-> benadrukte het verschil tussen maatschappelijke statica en maatschappelijke dynamica.
Statica: bestudeert de aspecten v/e samenleving die samenleven mogelijk maken;
solidariteit, bestaan v/instituties,..
dynamica: bestudeert de evolutie v/samenlevingen, de ontwikkelingsstadia(=> comte:
arbeidsverdeling of arbeidsspecialisatie)
→ Specificeerde hoe de maatschappelijke wereld moet worden bestudeerd, hij
onderscheidt 3 stadia
1. Theologisch stadia: leveren de religies de kennis die mensen gebruiken om inzicht te
hebben i/d hen omringende wereld
2. Metafysisch stadia: Fenomenen door abstracte begrippen verklaard, Het kritisch
denken trekt de religieuze verklaring in twijfel
3. Positieve stadia: Menselijke kennis is het resultaat v/d studie v/waarneembare feiten.
=> sociologie, empirische benaderingen v/d sociale werkelijkheid
-> Legt ook uit waarom de wereld moet worden onderzocht
positivisme <-> negativisme v/d maatschappij critici
=> geen maatschappelijke vernieuwer, maar conservatieve denker die opnieuw orde &
regelmaat wilde i/h maatschappelijke leven na een periode van turbulente sociale
verandering
- gewezen op de noodzaak v/d ontwikkeling v/e zelfstandige
maatschappijwetenschap, die zou moeten zorgen voor orde in ee periode van
chaos
- Karl Marx
- Emile Durkheim
- Max Weber
➢ Ontstaansvoorwaarden
- verklaringen v/d samenleving wordt gezocht i/d samenleving zelf
- collectief staat centraal
- verklaringen over de samenleving moet je ook empirisch toetsen, om zo te komen tot
generaliserende uitspraken
-> voorbereidende stappen voor het ontstaan v/d sociologie:
1. ontwikkeling v/d logica: mensen kunnen via logisch redeneren tot een verklaring
komen voor waarneembare verschijnselen die niet meer buiten de wereld zelf ligt
-> i/d logica ging met opzoek naar rationeel bewijs
2. ontwikkeling v/d historiografie: beschrijving & verklaring van samenlevingen
3. Ontwikkeling van natuurwetenschappen:
4. kwam met de verlichting: pasten de logica op een systematische wijze toe op de
verklaring van maatschappelijke verschijnselen
➢ Ontstaan sociologie
- De sociologie is sinds 150 jaar een zelfstandige wetenschappelijke discipline
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelseyvdmm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.