Inhoud
BELEID & ORGANISATIE IN HET ONDERWIJS..........................................................................................1
DEEL 2 - ONDERWIJSBELEID: OMSCHRIJVING EN ANALYSE................................................................1
GASTCOLLEGE JEROEN BACKS: BELEIDSCYCLUS..............................................................................1
OVERZICHT DEEL 2..........................................................................................................................1
WELKE OVERHEID VOOR WELK ONDERWIJS? (Verckens, Simons & Kelchtermans).......................5
EINDTERMEN (Simons et al.)........................................................................................................10
FLANKERENDE KWESTIE CURRICULUM EN CULTUREEL KAPITAAL (DiP).......................................16
PRIVATISERING VAN HET ONDERWIJS (Gavrielatos).....................................................................19
DEEL 3 – DE SCHOOL ALS ORGANISATIE...........................................................................................22
INTRODUCTIE DEEL 3....................................................................................................................22
§1&2 ORGANISATIE: BASISMODEL, BUREAUCRATIE & PROFESSIONALITEIT................................25
§3 HET BETEKENISGEVINGSPERSPECTIEF.....................................................................................28
§4 SCHOOLLEIDERSCHAP..............................................................................................................39
§5 PROFESSIONELE RELATIES........................................................................................................44
§6 MICROPOLITIEK........................................................................................................................47
§7 ONDERWIJSVERNIEUWING......................................................................................................51
BELEID & ORGANISATIE IN HET ONDERWIJS
DEEL 2 - ONDERWIJSBELEID: OMSCHRIJVING EN ANALYSE
GASTCOLLEGE JEROEN BACKS: BELEIDSCYCLUS
ZIE APARTE PPT MET NOTITIES (20p)
OVERZICHT DEEL 2
PROBLEEMSTELLING - INHOUD
Onderwijs is meer dan leren en onderwijzen
Onderscheid in verschillende niveaus
Eerder concentrisch zien dan hiërarchisch!
Micro = de klas, leerkracht, leerlingen, vakinhoud; didactische driehoek
Meso = organisatie van de school, bv. collegiale relaties > invloed op
ervaringen in de klas; bv. M-decreet > leerlingen hebben meer
(+moeilijkere) leerlingen
Macro = alles wat het schoolniveau overstijgt; bv. CLB en PB, maar ook koepels,
Ministerie van Onderwijs,… (bv. discussie eindtermen)
Beleid en organisatie in het onderwijs
1
,1. ONDERWIJSBELEID: EEN GELAAGDE OMSCHRIJVING
Werkdefinitie: (onderwijs)beleid =
Samenhangend geheel van regels, afspraken, structuren, procedures en interventies
om wenselijk geachte organisatiedoelen te bereiken.
Organisatiedoelen
Organisatie kan gaan over de klas, de school, het onderwijssysteem,…
Beleid voeren = iets bereiken dat belangrijk/noodzakelijk of wenselijk is =
doelbewuste praktijk (kunnen wel onbedoelde beleidseffecten zijn)
Beleid impliceert ook een samenhang, deze samenhang bewaken en zoeken tussen
maatregelen, activiteiten,…
DEFINITIES (5)
(1) INTERVENTIES: men probeert iets te realiseren en doet dit d.m.v. tussenkomsten, bv.
afspraken over functioneren in de klas (verdeling plaatsen, hand opsteken om te praten,
…); het maken van die afspraken is een tussenkomst (interventie kan dienen om afspraak
mee te delen/verduidelijken), maar een interventie kan ook volgen wanneer een
afspraak niet nageleefd wordt > beleid voeren (ww)
(2) PROCEDURES: verwijst naar vaste manier om dingen te doen, geheel van afspraken (bv.
decreetvorming; voorwaarden subsidies,…); schoolniveau = systeem over wie gebruik
mag maken van budget (bv. nascholingskosten) > operationeel vertalen van maatregelen
(3) STRUCTUUR: vaste manier om dingen aan te pakken, bouwstenen van afspraken (bv.
verdeling van lestijden in lessen van 50 min.)
(4) REGELS: vastgelegde verplichtingen (afspraken kunnen regels worden, maar regels
kunnen ook voorgeschreven zijn)
(5) AFSPRAKEN: beslissen om dingen op een bepaalde manier te doen (niet opgelegd, maar
gebaseerd op onderlinge overeenkomst; kan makkelijker gewijzigd worden)
Ondanks formele karakter, is het belangrijk om te beseffen dat beleid een praktijk is (beleid
voeren = proberen om dingen klaar te krijgen)
Definitie is heel formeel en zegt weinig over de inhoud, verschillende elementen in dat beleid
moeten samenhangen en mogen niet onderling in conflict zijn
P.J. IDENBURG –RELATIESCHEMA VAN HET SCHOOLWEZEN (1971)
Philippe Idenburg (zie ‘Dat is Pedagogiek’)
Schema dat hij publiceerde om het schoolwezen te situeren binnen hele reeks andere
instituties en maatschappelijke krachten
Vermijden dat we alleen kijken naar bv. niveau in de klas > figuur die gelaagdheid van
onderwijssysteem inzichtelijk maakt (klemtoon op externe relaties
2 cirkels (instituties + maatschappelijke krachten)
INSTITUTIES
bv. “het gezin”: reeks wettelijke regels die gezin maken tot bouwsteen van de
samenleving, maar wat onder “gezin” valt en dit als maatschappelijke institutie inhoudt,
wordt door hele reeks regels bepaald (bv. NSG, homohuwelijk,…)
2
, Instituties = regelsystemen die de bouwstenen vormen waarmee samenlevingen
geconstrueerd zijn
bv. “de kerk”: invloed op maatschappelijk leven (altijd naar de mis op zondag, grote
kerkelijke feesten zoals communies,…)
Kan invloed hebben op je leven doordat je er niks mee te maken wilt hebben (dwingt je
om je daartoe te verhouden)
bv. de staat: samenleving op bepaalde manier ingericht door verkiezingen; corona-
pandemie heeft de werking van de staat in vraag gesteld/uitgedaagd (bv. verboden om je
te verplaatsen)
Het schoolwezen vormt een institutie te midden van andere instituties en wordt hierdoor
beïnvloed (bv. de kerk, verschuivingen in het gezin,…)
Massacommunicatie (toen nog niet zoveel sprake van sociale media): ongecontroleerd
maatschappelijk fenomeen, gaat het hier om een institutie of maatschappelijke kracht?
MAATSCHAPPELIJKE KRACHTEN = ontwikkelingen in de verschillende maatschappelijke
subsystemen
bv. de demografie (toename aantal kinderen heeft onmiddellijke gevolgen voor
onderwijssysteem)
Instituties ontwikkelen trager en zijn vaak reactief op maatschappelijke ontwikkelingen
bv. wetenschap en techniek: nieuwe ontwikkelingen die als maatschappelijke kracht
zichzelf ontwikkelen (zitten altijd interventies/bedrijven/… achter), maar feit dat we
vooruit gaan en techniek zich prikkelt, is niet geregeld door institutie
OPGELET: maatschappelijke krachten die beginnen te spelen, hebben tot gevolg dat ze
op het niveau van de instituties (geregeld) veranderingen teweegbrengen
Economisch systeem: spanning tussen dynamieken, er worden markten gecreëerd (deels vraag
en aanbod), maar dat is relatief ↔
bv. zonder smartphone hoor je er niet bij, kan je niet alles checken = samenspel
maatschappelijke krachten en instituties van bedrijven en ondernemingen die daarop
inspelen en invloed op uitoefenen
Je ziet hier dat onderwijs(systeem) altijd gezien moet worden als iets dat ingebed is in de
dynamiek van de samenleving en instituties; je kan de samenleving niet buiten het
onderwijssysteem houden
Schema →
Beeld
Ordening
Gelaagdheid
Klemtoon externe relaties onderwijssysteem → spanningsveld
Cirkels → geen prioritering
Instituties
Doorgaans tragere ontwikkeling dan maatschappelijke krachten
Wederkerigheid van de invloed
2. ONDERWIJSBELEID ALS PROCES: DE BELEIDSCYCLUS
2.1. Overzicht van de beleidscyclus
(zie schema Wielemans, 2004)
2.2. Exemplarisch voorbeeld: decreetvorming
(invoegen ppt Beleidscyclus Ministerie Onderwijs en Vorming)
3
, Kanttekening analyse Idenburg
PW (subdiscipline onderwijs) moest haar focus verbreden; niet alleen meer
bezighouden met didactische driehoek
Onderwijsbeleid = cyclisch proces waarbij bepaalde fasen telkens opnieuw doorlopen
worden
Gedachte proberen vatten van (1) hoe onderwijsveld ingebed zit in andere maatschappelijke
systemen (2) welke dynamiek er speelt in beleidsvoering op verschillende niveaus
4 grote fasen worden onderscheiden
(1) School met de klas en de leerlingen
(2) Associatie van scholen
(3) Directieraad (niveau van school als organisatie)
(4) Dit alles wordt bepaald door dynamiek van voorbereiding, beleidsbeslissing en
beleidsuitvoering (simpele beleidscyclus)
3. ONDERWIJSBELEID ALS MAATSCHAPPELIJK EN INTERNATIONAAL INGEBED
Verschillende contexten (“lagen”) van beleid
Inbedding te midden van andere maatschappelijke subsystemen
Inbedding in internationale/geglobaliseerde context
Uitgebreid tot context D en niveau E (internationale instanties)
Context D = wetenschap, religie, familie, wereldbeeld,…
= instituties van Idenburg
Niveau E = internationale instanties die bepalender geworden zijn voor functioneren
van onderwijssysteem
= EU, UNESCO, Rechten van het Kind,…
bv. OESO (PISA-onderzoeken) heeft veel invloed ondanks dat ze geen wettelijke
bevoegdheid hebben (idem met EU)
Niveau F = dominante cultuur; we hebben geglobaliseerde economie,
migratiestromen ten gevolge van oorlogen en crisissen,… hebben allemaal gevolgen
voor dominante cultuur van een staat (bv. Vlaams Kanon)
Verschillende lagen in een samenleving zijn niet alleen relevant voor het functioneren van
het onderwijssysteem, maar zijn zelfs absoluut noodzakelijk om daar inzicht in te hebben als
je wilt begrijpen wat er in de scholen kan/mag/moet gebeuren + hoe je hier als pedagoog
een rol in speelt
4. STUURBAARHEID: LEGITIMITEIT EN EFFECTIVITEIT VAN ONDERWIJSBELEID
Enerzijds ambitie om doelgericht te sturen en doelen te bereiken (afspraken, procedures en
systemen), anderzijds (omdat onderwijs ingebed zit in bredere samenleving met instituties,
maar ook krachten die spelen) problematiek van hoe ze het onderwijs überhaupt sturen
Vraag van de effectiviteit: het “kunnen”, lukt het ons?
Vraag van de legitimiteit: op welke manier kunnen we moreel draagvlak creëren om
bepaalde sturing te mogen doen?
Wanneer er beleidsmaatregelen genomen worden (ook wettelijk), zal de implementatie
daarvan in de concrete organisaties en hun praktijken het gevolg zijn van een vertaalslag
Vertalen, interpreteren, aanpassen aan de concrete situatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller orthostudentje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.