Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering
Samenvatting Management en Organisatie gebaseerd op het boek en de hoorcolleges.
TIP: lees het boek door, voor het tentamen is het belangrijk dat je de stof SNAPT en niet dat je details onthoud.
Introductie: De Evolutie van Organisatie & Management
Organisatiekunde: interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met besturen van
gedrag, de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties het meest
doeltreffend bestuurd kunnen worden.
- Descriptief aspect
- Prescriptief aspect
Gedrag: wijze van optreden en reageren door organisaties.
Management: het bij elkaar brengen van mensen om samen het gewenste doel te bereiken.
Management omvat het hebben van een visie, het maken van een plan, dit laten uitvoeren
en het laten controleren en bijsturen. Onderdeel is ook het verzamelen van de benodigde
middelen. Bij voorkeur effectief.
Bureaucratie: volgens het boekje.
Bedrijf > institutionele zin.
De manier > instrumentele zin.
De activiteit > functionele zin.
Interdisciplinariteit: organisatiekunde bevat veel elementen die afkomstig zijn uit andere
wetenschappen. Verschillende bijdragen worden afgewogen en gebruikt voor ontwikkeling
van een nieuwe benadering.
Multidisciplinair: alle bijdragen uit vakgebieden verzamelen die nodig zijn voor een
onderzoek/project (oude disciplines).
Besturing: pogingen tot gerichte beïnvloeding.
Mate waarin besturing slaagt > doeltreffendheid of effectiviteit.
Internationale handelsondernemingen: doel > koloniale handelsbeleid ondersteunen.
Mercantilisme: bezit van geld en goud is de enige welvaartsbron.
Scientific Management:
1. Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden & uitvoeren bewegingsstudies;
2. Taakverdeling en training van arbeiders;
3. Samenwerking en vriendschap tussen medewerkers leidt tot hogere productie;
4. Bedrijfsleiders worden verantwoordelijk voor
werkmethoden/productievoorwaarden;
5. Juiste man op de juiste plaats;
6. Invoeren prestatiebeloning.
Arbeidsverdeling leiding productieafdeling door elk een aparte functionaris
(achtbazenstelsel):
1 tijd en kosten;
2 werkinstructies;
3 bewerkingen en hun volgorde;
4 werkvoorbereiding en uitgifte;
5 onderhoud;
6 kwaliteitscontrole;
7 technische leiding;
8 personeelsbeheer.
Besturing:
1 plannen of vooruitzien: opstellen van actieplan voor de toekomst;
2 organiseren;
3 bevel voeren;
4 coördineren: onderling afstemmen van activiteiten;
5 controleren: resultaten in overeenstemming met plan?
Henri Fayol: eenheid van commando.
Theorie van de bureaucratie:
Grote organisaties hadden de volgende kenmerken:
1. Sterk doorgevoerde taakverdeling;
2. Hiërarchische bevelstructuur;
3. Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden;
4. Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen;
5. Werving op basis van bekwaamheden en kennis;
6. Bevordering en beloning op basis van objectiviteit en procedures;
7. Uitvoering van werkzaamheden volgens routineregels;
8. Vastlegging van alle gegevens op papier voor controle;
9. Aan restricties gebonden macht van functionarissen.
Human Relations-beweging: gelukkige mensen leveren een maximale arbeidsprestatie
(samenwerking is belangrijk).
Revisionisme: Human Relations is te idealistisch. Kijk naar de structuur van het bedrijf en de
communicatie tussen teams.
Linking pin-structuur: overlappende groepen waarbij de leider van de groep ook lid is van
een hogere groep.
Behoeftehiërarchie is 5 niveaus van behoeften van de mens (piramide van Maslow):
1 fysiologische behoeften (eten, drinken, slapen, seks);
2 behoeften aan zekerheid en veiligheid (bescherming, stabiliteit, regelmaat);
3 behoefte aan acceptatie;
4 behoefte aan erkenning;
5 behoefte aan zelfontplooiing (verantwoordelijkheid, ontwikkelingskansen).
Theorie X: hoe meeste organisaties functioneren.
Theorie Y: hoe mensen in een organisatie moeten samenwerken.
^ mensbeelden.
Systeembenadering: management dient organisatieproblemen integraal aan te pakken.
Organisatie als systeem en de wisselwerking tussen organisatie en omgeving.
Kijk naar de invloed van beslissingen op de organisatie.
Contingentie: bepaaldheid door situatie.
Zero defect-concept: men moet er in organisaties naar streven geen fouten in processen te
maken.
Configuratie (ideaaltypische organisatie): eigenschappen samenbrengen tot een
gemeenschappelijke vorm.
5 basisvormen van configuraties:
1 ondernemersorganisaties;
2 machineorganisatie;
3 professionele organisatie;
4 divisieorganisatie;
5 innovatieve organisatie;
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller avdp258. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.