Het taal- en spraakproductiemodel van Levelt (1989)
Lexicon: Woordenschat en fonologische woordvormen.
Lemma: Semantische vorm woord.
Lexeem: Fonologische vorm woord.
Taal: Systeem van conventionele tekens waarmee de gebruikers van taal ideeën kunnen
communiceren.
Taalteken: Waarneembare vorm met niet waarneembare betekenis.
Spraak: Vorm van het taalteken, klankvormen (arbitraire relatie, willekeurig).
Voorwaarden voor communicatie:
- Van belang dat beide gesprekspartners in hetzelfde medium zitten.
- Spreker en luisteraar moeten toegang hebben tot hetzelfde transmissiekanaal.
- Spreker en luisteraar moeten toegang hebben tot dezelfde taalcode.
- De keten is zo sterk als de zwakste schakel.
Pagina 2
, Spraak & Mondgewoonten
Spraakperceptie - Het oor:
- Oorschelp: Geluidsgolven worden opgevangen en door de vorm van de oorschelp, naar de
gehoorgang geleid en botsen daar tegen het trommelvlies.
- Middenoor: Gehoorbeentjes passen geluidstrilling aan en brengen de vloeistof in het binnenoor
in beweging, zo ontstaan er golven.
- Binnenoor: Analyseert trillingen en zet ze om naar een neurale code die naar N. VIII gaat.
Spraakperceptie:
- Pasgeborenen prefereren spraak boven niet-spraak, motherese, moedertaal, herhaaldelijke
aangeboden spraakstimuli.
- 2 maanden: Onderscheiden van klinkers in éénlettergrepige woorden bij verschillende sprekers.
- 2 tot 3 maanden: Categoriseren van klinkers, ondanks tempowisselingen in uitspraak.
- 0 tot 10 maanden: Kinderen onderscheiden de betekenisonderscheidene kenmerken van de
klanken van de moedertaal.
- 6 maanden: Aandacht voor pauze aan het einde van een zin.
- 11 maanden: Aandacht voor pauzes tussen woorden van een zin.
- 9 maanden: Voorkeur voor klankcombinaties uit moedertaal.
- 9 maanden: Voorkeur voor klanken van de moedertaal, nog niet voor prosodie.
Selection-avoidance theorie: Theorie die er vanuit gaat dat kinderen op basis van hun
genetische en fonologische capaciteiten hun eerste woorden kiezen.
Mc Gurk effect: Als je een geluid hoort bijv. BAA zoals ik het filmpje en je verandert je
mondbeeld, dan versta je verschillende woorden. Het visuele wint het van het auditieve. Wij
doen veel met ons mondbeeld.
Bernouilli effect: Bij de articulatie beweeg je de spieren door het Bernouilli effect. De
stembanden zitten tegen elkaar aan. Er komt een snelle luchtstroom door de stembanden heen.
Het Bernouilli effect zorgt er weer voor dat ze weer naar elkaar toe gezogen worden.
Bron-Filtermodel: Bron is geluid van de stembanden. Filter is wat er aan resonantie bij gegooid
wordt. Door het filter kun je verschillende effecten aangeven. De basis van je stembanden is
hetzelfde (hypernasaal, hyponasaal, verdragend, ingetogen).
Spraakproductie in fasen:
1. Initiatie, innervatie: Op gang brengen luchtstroom vanuit de longen.
2. Fonatie: Adductie van de stemplooien - Bernoulli effect - Geluidsgolf.
3. Articulatie: Onderbreking van de luchtstroom/geluidsgolf door beweging van articulatoren
(vocalen en consonanten).
4. Resonantie: De geluidsgolf wordt weerkaatst/geresoneerd in de ruimte waarin hij terecht komt.
Vocalen, klinkers: Klanken die zonder obstakel in de mond-keelholte gerealiseerd worden (altijd
stemhebbend). Positie tong bepaalt de grootte en mate van constrictie.
1. Gesloten - Hoog.
2. Open - Laag.
3. Gerond - Ongerond.
Kenmerken klanken, distinctieve kenmerken:
1. + Stem of - Stem (stemloos of stemhebbend).
2. + Dorsaal of - Dorsaal (Voor of achter liggende klank).
3. + Continuant of - Continuant (alle klanken behalve de plosieven).
Pagina 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisdekock. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.