, Inleiding
Volgens de gemene rechtsleer is het privaatrecht het algemene recht voor alle
rechtsverhoudingen. Volgens deze rechtsleer geldt het privaatrecht altijd, mits het
publiekrecht iets anders regelt1. De overheid maakt zowel gebruik van het privaatrecht als
het publiekrecht omdat zij is gelijkgesteld met een natuurlijk persoon in het kader van het
vermogensrecht, tenzij bij wet anders is bepaald 2. Dit is het enige wetsartikel in boek 2 wat
ook van toepassing is op publiekrechtelijke rechtspersonen 3. De achterliggende gedachte bij
de gelijkstelling is dat overheidslichamen die een verordenende bevoegdheid hebben,
volgens de wetgever rechtspersoonlijkheid moeten hebben 4. De gelijkstelling leidt ertoe dat
de overheid kan optreden als twee hoedanigheden, als rechtspersoon en bestuursorgaan.
Uit de gemene rechtsleer, is de gemengde rechtsleer ontwikkeld 5. Uitgangspunt hierbij is
dat de overheid in beginsel gebruik zou mogen maken van een privaatrechtelijke
bevoegdheid om de publieke belangen te behartigen. Beide leren zien op de vraag welk
soort recht de overheid kan gebruiken voor haar handelen. Het antwoord op deze vraag is
gelegen in de tweewegenleer. De tweewegenleer regelt in hoeverre de overheid kan kiezen
voor de privaatrechtelijke weg, naast de publiekrechtelijke weg 6. De centrale vraag van dit
essay luidt:
“In hoeverre staat het ontbreken van een publiekrechtelijke bevoegdheid het
privaatrechtelijke handelen van de overheid als bestuursorgaan, ter behartiging van het
algemeen belang, in de weg en is dit wenselijk?
Om antwoord te kunnen geven op de bovengenoemde vraag, zal er in paragraaf één
worden stilgestaan bij de vraag hoe de overheid kan handelen als rechtspersoon.
Vervolgens komt in paragraaf twee aan bod hoe omgegaan dient te worden bij situaties
waarin de publiekrechtelijke bevoegdheid ontbreekt. In paragraaf drie zal worden
stilgestaan bij de vraag wat wenselijk is: de publiekrechtelijke weg of de privaatrechtelijke
weg? Tenslotte zal in de laatste paragraaf een samenvattend antwoord gegeven worden op
de centrale vraag. De doelstelling is om het antwoord op de hoofdvraag te verklaren aan de
hand van jurisprudentie- en literatuuronderzoek.
1
Huisman & Van Ommeren, 2019/2.71.
2
Art. 2:1 lid 3 jo. art. 2:5 BW.
3
Huizink, in GS Rechtspersonen, art. 2:5 BW, aant. 2.
4
Kamerstukken II 1954-55, 3769, nr. 3.
5
Schlössels & Zijlstra, 2017/366
6
Huisman & Van Ommeren, 2019/2.7.3.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynnevers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.15. You're not tied to anything after your purchase.