100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Leerdoelen LP1 beantwoord $3.26   Add to cart

Class notes

Leerdoelen LP1 beantwoord

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting en beantwoording van alle leerdoelen van colleges en lessen van KT1 in LP1. Hierbij ook AFP colleges mee genomen.

Preview 4 out of 40  pages

  • February 23, 2022
  • 40
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Cindy de bot, inis muilwijk, maud mouwen
  • All classes
avatar-seller
Leerdoelen KT1

In deze werkgroep staan de volgende leerdoelen centraal:

- De student kan verwoorden wat er onder het nieuwe concept van gezondheid van Machteld
Huber verstaan wordt.
o Gezondheid is het vermogen zicht aan te passen en een eigen regie te voeren, in het
licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
- De student is in staat de eigen gezondheid in kaart te brengen met behulp van het
scoringsinstrument ‘Positieve gezondheid’.




- De student heeft oriënterend kennis gemaakt met de competentiegebieden van de hbo-
verpleegkundige en kan de rollen die in dit leerpakket centraal staan benoemen.




- De student is in staat eenvoudige verpleegkundige interventies te ordenen onder de CanMEDS-
rollen zorgverlener, communicator en gezondheidsbevorderaar.

,Leerdoelen WG2

- De student kan verwoorden wat de invloed is van behoeftegestuurde zorg op het verpleegkundig
handelen, ten aanzien van persoonlijke verzorging.
o Ondersteunen bij persoonlijke verzorging  zoveel mogelijk zelf laten doen
- De student kan uitleggen wat er verstaan wordt onder ADL en IADL.
o ADL  Activiteiten van het Dagelijks Leven: wassen, aankleden en verplaatsen
o IADL Instrumentele Activiteiten van het Dagelijks Leven: boodschappen doen,
huishouden, administratie
- De student kan toelichten welke observaties hij/zij verricht bij het ondersteunen van de ADL en
dit met voorbeelden onderbouwen.
o Zelfstandigheid, persoonlijke verzorging, mobiliteit
- De student kan de procedure en of de eventuele afwijkende procedure toelichten die hij/zij
gebruikt tijdens het wassen van een zorgvrager.
o Begint bij ogen, dan hoofd, etc.
o Gebruik meerdere washandjes, voor elk lichaamsdeel 1
- De student kan aangeven wat het voor een zorgvrager kan betekenen als hij geholpen wordt bij
zijn lichaamsverzorging en kan vertellen hoe hij/zij met de beleving van een zorgvrager omgaat
die geholpen moet worden bij de lichaamsverzorging.
o Intieme zone, kan eng/niet gewild zijn, eerdere ervaringen kunnen meespelen,
schaamte, etc. Voorzichtig aftasten, wat wil cliënt wel/niet, vertrouwensband opbouwen

Leerdoelen WG3

- De student kan de relatie leggen tussen het ontstaan van beperkingen in het ADL-functioneren
en verstoringen in orgaansystemen.
o Door problemen met bijv. hart of hersenen kunnen aspecten als de conditie
achteruitgaan, en zo de ADL activiteiten belemmeren.
- De student kan verwoorden wat de begrippen universele, selectieve en geïndiceerde preventie
inhouden.
o Universeel  Preventie gericht op ‘gezonde groep’.
o Selectief  Preventie gericht op groep met mogelijk risico (voorkomen dat zij ziek
worden).
o Geïndiceerd  Preventie gericht het voorkomen dat klachten erger worden.
- De student kan risicofactoren van vallen benoemen in relatie tot enkele orgaansystemen.
o Bijv. bij zintuigen: iets niet zien of horen (evenwichtssysteem)  vallen
o Bijv. cardiovasculair systeem  slechte doorbloeding  collaps
- De student kan preventieve interventies benoemen om vallen bij ouderen te voorkomen.
o Tapijten weghalen, loopondersteuning, douchehulpmiddelen
- De student kan verwoorden wat de vier gebieden van de kernset patiëntproblemen inhouden:
lichamelijk, psychisch, sociaal, functioneel.
o Lichamelijk  koorts, jeuk, vermoeidheid, pijn, gewichtsverlies
o Psychisch  bewustzijnsstoornis, stress, verslaving, onzekerheid, rouw
o Sociaal  eenzaamheid, participatieprobleem, tekort aan mantelzorg
o Functioneel  tekort zelfmanagement, vallen, slaap/waakproblemen

,Leerdoelen WG4

- De student kan uitleggen wat het ICF classificatie model inhoudt en kan de kenmerken uit een
casus toelichten aan de hand van het ICF classificatie model.
o ICF is een internationaal gehanteerde classificatie waarmee het menselijk functioneren
en de problemen daarbij worden beschreven. Gemeenschappelijke standaardtaal.
o Door gebruik van classificatie kan verpleegkundige/ verzorgende eenheid van taal
invoeren en uitwisselbare registraties tot stand brengen.
- De student kan uitleggen wat de begrippen zelfredzaamheid en samenredzaamheid inhouden.
o Zelfredzaamheid  jezelf kunnen redden in het dagelijks leven.
o Samenredzaamheid 
- De student kan benoemen waarom het werken aan zelfredzaamheid van belang is.
o Voor eigen idee, dat je nog veel zelf kan doen. Voor verpleegkundige: geen extra cliënt
wanneer dit niet nodig is.
- De student kan benoemen hoe zelfredzaamheid van zorgvragers bevorderd kan worden.
o Aanmoedigen, hulpmiddelen inzetten, mantelzorg
- De student kan de zelfredzaamheid van mevrouw Nouws in kaart brengen en kan daarvoor
verschillende meetinstrumenten gebruiken.
o Zelfredzaamheidsmatrix/radar
- De student kan uitleggen wat zelfmanagement inhoudt. De student kan het generiek model
zelfmanagement toelichten.
o Zelfmanagement  goed om kunnen gaan met de ziekte, bijv. zelf bloeddruk kunnen
meten.
o Generiek model zelfmanagement  Laat de samenwerking tussen cliënt en
verpleegkundige zien, ieders competenties, de aandachtsgebieden zelfmanagement en
omgevingsfactoren/randvoorwaarden.
- De student kan de relatie tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement benoemen.
o Door de verbetering van zelfmanagement, kan de patiënt meer zelf doen en zo verbetert
de zelfredzaamheid ook.
- De student kan uitleggen wat de evaluatiefase inhoudt binnen het verpleegkundig proces.
o Kijken of de ingezette interventies werken en wat er verbeterd kan worden of anders
moet.

Leerdoelen WG5

- De student kent de kernset patiëntproblemen en kan de relatie van de kernset met de cyclus van
klinisch redeneren en de verpleegkundige classificatiesystemen benoemen.
o De kernset patiëntproblemen geeft mogelijke signalen weer. Deze kunnen gebruikt
worden in het klinisch redeneer proces en zo mogelijke interventies inzetten. De
problemen die zich voordoen kunnen worden teruggevonden in classificatiesystemen als
Nanda, NIC, NOC en Omaha. Bij ICF kunnen deze problemen helpen de situatie in kaart
te brengen.
- De student kan benoemen wat dementie is, hoe vaak dit voorkomt, welke vormen van dementie
er zijn, welke externe en persoonlijke factoren een rol spelen en kan daarbij passende
interventies benoemen.

, - De student kan uitleggen wat er wordt verstaan onder mondhygiëne.
o Mondhygiëne  dagelijkse verzorging van mond en gebit om deze gezond te houden.
- De student kan de mondgezondheid in kaart brengen en kan interventies benoemen voor
mondverzorging.
o Letten op gebitsafwijkingen als cariës, erosie, gingivitis en paradontale afwijkingen
o Gebruik van tandpasta en verschillende mondspoelingen, tandenborstel
- De student kan uitleggen welke zorgvragers risico lopen op mondproblemen.
o Cliënten waarbij alledaagse zelfzorg een probleem is

Leerdoelen WG6

- De student kan uitleggen wat de diagnose mobiliteitstekort inhoudt en kan bepalende
kenmerken en samenhangende factoren herkennen in de casus van meneer Leijgraaf.
o Mobiliteitstekort  beperking in het vermogen zelfstandig doelgericht het hele lichaam
of een of meer ledematen te bewegen.
o Bepalende kenmerken: veranderde gang, ongemak, moeite met draaien, etc.
o Samenhangende factoren: angst, afname spierkracht/massa, pijn, depressie, etc.
- De student is in staat hulpmiddelen te benoemen, die ingezet kunnen worden bij een
mobiliteitstekort.
o Looprek, rollator, stok, sta-op stoel, etc.
- De student heeft enige kennis over de financiering van deze hulpmiddelen.
o …
- De student kent de bouw en functies van de bloedcellen en weet hoe bloedcellen gevormd
worden.
o Zuurstof en andere stoffen vervoeren, helpen bij afweer (wondjes, etc.)
o Gevormd in rode beenmerg, nierweefsel zorgt voor hormoon dat rode beenmerg aanzet
tot produceren erytrocyten. (?)
- De student heeft inzicht in het proces van de bloedstolling en kent de samenstelling van
bloedplasma.
o Bloedplasma  90% water, 10% andere stoffen. Erytrocyten (rode), leukocyten (witte),
tromobocyten (bloedplaatjes)
o Door kapotte weefselcellen en trombocyten komen weefselfactor en plaatjesfactor vrij
 proconvertine wordt geactiveerd, zet protrombine om in trombine  trombine
stimuleert omzetting fibrinogeen in fibrine  fibrine netwerk wordt gevormd 
wondranden worden naar elkaar toegetrokken, stolsel wordt als het ware uitgeknepen
en wondvocht ontstaat  stolsel wordt dikker en droger en verandert in een korst.
- De student kan uitleggen waarom de bloeddruk/pols/zuurstofgehalte gemeten worden en
benoemen in welke situaties deze observaties gemeten worden.
o Bij hart- of nierproblemen, etc. Zo kunnen eventuele verslechteringen opgemerkt
worden.
- De student kan benoemen wat per levensfase de normaalwaarden van de bloeddruk zijn en
welke factoren de bloeddruk beïnvloeden.
o 120/80. Beweging, stress, roken/drinken, gewicht, etc.
- De student kan toelichten hoe de waarden bloeddruk/pols/zuurstofgehalte geïnterpreteerd
worden en aangeven bij welke waarden/situatie een arts geïnformeerd dient te worden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyruyt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26
  • (0)
  Add to cart