Aan de hand van voorbeelden wordt het tweede deel van het boek uitgelegd. In de bijlagen is een overzicht van belangrijke onderwerpen voor het tentamen toegevoegd, met een link naar online colleges.
Ik zou het ontzettend waarderen als je het document wilt beoordelen na gebruik!
MANAGEMENT AND COST
ACCOUNTING 11-19
Alnoor Bhimani, Charles T. Horngren, Srikant M. Datar, Madhav V. Rajan
JUNE 18, 2015
5TH EDITION
Kim Drenth
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 11: Activity-based costing ...................................................................................................... 2
Hoofdstuk 12: Pricing, target costing and customer profitability analysis ............................................. 3
Hoofdstuk 14: Motivation, budgets and responsibility accounting ........................................................ 6
Hoofdstuk 15: Flexible budgets, variances and management control: I ................................................. 7
Hoofdstuk 16: Flexible budgets, variances and management control: II .............................................. 10
Hoofdstuk 17: Measuring yield, mix and quantity effects .................................................................... 11
Hoofdstuk 18: Control systems and transfer pricing............................................................................. 15
Hoofdstuk 19: Control systems and perfomance measurement .......................................................... 17
Bijlage 1: Belangrijkste onderwerpen en online colleges...................................................................... 19
Bijlage 2: Susan Crosson online colleges verschillenanalyse................................................................. 20
Voorbeelden
Voorbeeld 1: 1st stage activity-based costing......................................................................................... 2
Voorbeeld 2: 2nd stage activity-based costing ....................................................................................... 2
Voorbeeld 3: Target prices and target costs ........................................................................................... 3
Voorbeeld 4: Life-cycle costing................................................................................................................ 5
Voorbeeld 5: Direct materials purchases budget .................................................................................... 6
Voorbeeld 6: Revenue, production and purchases budget..................................................................... 6
Voorbeeld 7: Flexibel budget .................................................................................................................. 7
Voorbeeld 8: Prijs- en efficiency verschillen ........................................................................................... 8
Voorbeeld 9: Verschillenanalyse, direct materiaal ................................................................................. 9
Voorbeeld 10: Verschillenanalyse, directe arbeid................................................................................... 9
Voorbeeld 11: Verschillenanalyse indirecte kosten .............................................................................. 10
Voorbeeld 12: Verschillenanalyse opbrengst ........................................................................................ 11
Voorbeeld 13: Transfer pricing .............................................................................................................. 16
Voorbeeld 14: Return on investment: I ................................................................................................. 17
Voorbeeld 15: Return on investment: II ................................................................................................ 18
Voorbeeld 16: Residual income............................................................................................................. 18
Voorbeeld 17: Economic value added................................................................................................... 18
1
, Hoofdstuk 11: Activity-based costing
Bij activity based costing wordt er gekeken naar welke processen de meeste kosten veroorzaken.
Deze methode gaat er vanuit dat niet producten (of diensten), maar activiteiten kosten veroorzaken.
De gedachte hierachter is dat elke productie een interne vraag naar activiteiten oplevert.
Bij de andere methoden wordt er gefocust op het product (of de dienst), terwijl deze methode kijkt
naar het proces en de activiteiten binnen dat proces. Een nadeel van deze methode is dat er veel
onderzocht moet gaan worden, dit kan met behulp van interviews gedaan worden. Er wordt namelijk
per product (of dienst) gekeken hoeveel van iedere ‘activiteit’ nodig is voor de productie. Om het
kostprijscalculatiesysteem actueel te houden, vereist deze methode een grote inspanning ten
opzichte van de andere methoden. Er moet namelijk regelmatig worden onderzocht wat de
verhoudingen tussen de activiteiten en producten of diensten zijn.
Voorbeeld 1: 1st stage activity-based costing
Jansen BV produceert fietsen en skateboards. Eerder werden de kosten per machine-uur
toegewezen, maar het bedrijf wil de kosten nu alloceren aan de hand van de ABC-methode.
De totale overheadkosten zijn €2.500.000. Aan de hand van interviews met de medewerkers is er
vastgesteld wat het aandeel is van elke activiteit binnen het proces. Dit is uitgedrukt in procenten.
Het hele proces bestaat uit vier delen: montage, verwerking, service en diversen. Aan de hand van
hun aandeel in het proces kunnen de kosten gealloceerd worden. Het proces bestaat voor 60% uit
montage, dus montage krijgt 60% van de kosten toegerekend. Et cetera.
Om vervolgens de kosten per activiteit uit te rekenen moet je de gealloceerde kosten verdelen over
de allocatiebasis (allocation base).
Montage 60% € 1.500.000 500.000 eenheden € 3 per eenheid
Verwerking 10% € 250.000 1.000 bestellingen € 250 per bestelling
Service 25% € 625.000 200 klanten € 3.125 per klant
Diversen 5% € 125.000 n.v.t. n.v.t.
Dat was de 1st stage allocation. In het volgende voorbeeld wordt er gekeken naar 2nd stage
allocation.
Voorbeeld 2: 2nd stage activity-based costing
In het vorige voorbeeld hebben we de kosten per activiteit berekend. Nu kijken we naar de kosten
per product. Jansen BV produceert fietsen en skateboards. 500.000 eenheden in totaal.
Activity Fietsen Skateboards
rate
Montage €3 250.000 units € 750.000 250.000 units € 750.000
Verwerking € 250 900 bestellingen € 225.000 100 € 25.000
bestellingen
Service €3.125 175 klanten € 546.875 25 klanten € 78.125
€ 1.521.875 € 853.125
In de tabel is te zien hoeveel eenheden, bestellingen en klanten elke productgroep heeft. Op basis
daarvan kunnen vervolgens de kosten worden toegerekend. We weten immers de prijs per eenheid,
bestelling en klant.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KimDrenth1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.