100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ontwikkelingspsychologie (H2-H16) $6.32   Add to cart

Summary

Samenvatting ontwikkelingspsychologie (H2-H16)

2 reviews
 54 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een ordelijke samenvatting (kan nog wel typ-foutjes bevatten) van hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 16: hoofdstuk 1 is kort en gemakkelijk uit het handboek te leren. Ik behaalde er een 17/20 mee.

Preview 4 out of 131  pages

  • No
  • Chapter 2-16
  • February 23, 2022
  • 131
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jillhendriks • 9 months ago

review-writer-avatar

By: brittspies2005 • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: kaatsauter97 • 1 year ago

Thanks!

avatar-seller
Hoofdstuk 2: theoretische perspectieven en onderzoek


2.1 perspectieven bij het kijken naar kinderen......................................................................... 1
2.1.1 psychodynamische perspectief: focus op innerlijke krachten ..................................... 2
2.1.2 het behavioristische perspectief: focus op waarneembaar gedrag ............................. 3
2.1.3 het cognitief perspectief: kijken naar de oorsprong van ons begrip ........................... 4
2.1.4 het systemisch perspectief: brede visies op ontwikkeling ....................................... 5
2.1.5 het evolutionair perspectief: wat onze voorouders bijdragen aan ons gedrag ....... 7
2.1.6 waarom ‘welk perspectief het is het juiste’ de verkeerde vraag is .......................... 7
2.2 werkwijze van wetenschappelijk onderzoek .................................................................. 7
2.2.1 wetenschappelijk onderzoek in stappen ................................................................. 7
2.2.2 verschillende onderzoeksmethoden ........................................................................ 8
2.2.3 het kiezen van een onderzoeksomgeving ................................................................ 9
2.3 onderzoeksstrategieën en- problemen........................................................................... 9
2.3.1 theoretisch en toegepast onderzoek: twee complementaire vormen .................... 9
2.3.2 hoe meet je verandering in de ontwikkeling?........................................................ 10
2.3.3 onderzoek en ethiek .............................................................................................. 10
Samenvatting .......................................................................................................................... 10



2.1 perspectieven bij het kijken naar kinderen
Vastomlijnde ideeën over ontwikkeling van kinderen à worden gebruikt om een mening te
vormen over bepaald gedrag van kinderen.
Ontwikkelingspsychologen hebben hun visie op de kindertijd
• Gebaseerd op theorieën (verklaring of voorspelling ten aanzien van een verschijnsel
die een raamwerk biedt om de relaties tussen een reeks feiten of principes te
begrijpen)
• Gebaseerd op eigen ervaring, media en volkwijsheden
Onderzoekstheoriën:
• Formeler, gebaseerd op een systematische integratie van een eerdere bevindingen
en theoretische veronderstellingen.
• 5 verschillende theoretische perspectieven:
o Psychodynamische
o Behavioristisch
o Cognitief
o Systemisch
o Evolutionair

,2.1.1 psychodynamische perspectief: focus op innerlijke krachten

Definitie
“Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat gedrag gemotiveerd wordt door
innerlijke krachten, herinneringen, conflicten, waarvan een persoon zich nauwelijks bewust
is en waarover hij weinig controle heeft.”

Voorbeeldcasus: meisje heeft geen goede band met haar vader kunnen opbouwen, kan
hierdoor geen lange relaties behouden omdat ze opzoek gaat naar een vaderfiguur maar
angst heeft om verlaten te worden.

Freud: psychoanalytische theorie: onbewuste krachten zijn bepalend voor iemands
persoonlijkheid en gedrag.
- Onbewust: het deel van iemands persoonlijkheid dat kinderllijke wensen, verlangens
en behoeften bevat, die vanwege verstorende aard afgesloten worden van het
bewustzijn
- Vb: kind krijgt geen aandacht van ouders à gaat dit bij juf vragen (is nooit genoeg +
wordt in het onbewuste gelaten)
- Onbewuste = verantwoordelijk voor groot deel van ons gedrag.
- Onderverdeling:
o Id: primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid
§ Primitieve driften: honger, seks, agressie en irrationele impulsen
§ Genotsprincipe: Zo veel mogelijk bevrediging + zo weinig mogelijk
inspanning
o Ego: rationele en redelijke deel (buffer tussen de echte wereld en primitieve
id)
§ Realiteitsprincipe: het houdt de instinctieve energie in toom om de
veiligheid van de persoon te bewaren en hem te helpen integreren in
de samenleving
o Superego: geweten
§ Onderscheid tussen goed en kwaad. Het ontwikkelt zich tussen 5-6
jarige leeftijd (overgenomen van belangrijke figuren in het leven).
Psychoseksuele ontwikkeling: waarbij genot en bevrediging telkens door een ander deel van
het lichaam wordt geassocieerd.
Orale à anale à genitale fase (telkens ertussen een latentiefase waarin seksualiteit op de
achtergrond raakt). Als er iets misgaat in 1 van deze fasen, kan dit tot fixatie (= gedrag dat in
een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van onopgelost confict) leiden.
Orale fixatie: eten, nagelbijten, drinken, bijtend sarcasme
Anale fixatie: overdreven reinheid, vrekkerigheid (vasthouden) afstandelijkheid en
afzijdigheid.

Erikson: psychosociale theorie:
‘mensen worden zowel gevormd als belemmerd door hun samenleving en cultuur’.
De psychosociale ontwikkeling:
- Verandering in onze interacties met anderen en in hoe we tegen het gedrag van
anderen en onszelf aankijken.

, - 8 afzonderlijke stadia van ontwikkeling, in elk stadium is een crisis of conflict dat
moet worden opgelost, en hier moet voldoende aandacht voor zijn geweest om naar
het volgende stadium te komen.
- Freud <-> erikson: ontwikkeling is niet gedaan na de adolescentie en gaat heel het
leven door.
Conclusie: psychodynamische perspectieven geven een goede beschrijving van het gedrag in
het verleden, maar niet over gedrag in de toekomst.

2.1.2 het behavioristische perspectief: focus op waarneembaar gedrag
Watson: overtuigd dat we de ontwikkeling van een kind volledig kunnen begijpen door
zorgvuldig te kijken naar de stimuli waaruit zijn omgeving bestaat.
Behavioristisch perspectief: benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet
kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling
van het individu te begrijpen.
- Exogeen: bestudeert de mens van buitenaf.
- Waarneembare feiten (mensen, stimuli, en voorwerpen à gedrag)
- Stimuli gekend? à gedrag
- Omgeving (nurture) belangrijker dan erfelijkheid (nature)
- / voorafbepaalde stadia omdat alles beinvloed wordt door omgevingsstimuli.
- Gedragingen (responsen) zijn het resultaat van voortdurende blootstelling aan
specifieke omgevingsfactoren à stimulus-respons-leren (vb. klassieke en operante
conditionering).

Klassieke conditionering: vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier
leert reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal gesproken niet uitlokt.
(Pavlov)
Operante conditionering: vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of
verzwakt wordt doordat die respons wordt geassocieerd met een respectievelijk positieve of
negatieve consequentie.
(Skinner)
- Bekrachtiging: proces waarbij een prettige stimulus wordt aangeboden of een
onprettige stimulus wordt weggenomen à kans verhoogt dat gedrag zich herhaalt
- Straf à kans kleiner dat gedrag zich herhaalt. Negatieve straf: positieve stimulus
wordt weggehaald, negatieve stimulus wordt gegeven.
ð Basis van gedragsmodificatie.

De sociaal cognitieve leertheorie: leren door imiteren van iemand anders (model).
1) Aandacht: je neemt het gedrag van model waar
2) Retentie: je kunt het gedrag op een later tijdstip nog herinneren
3) Reproductie: je kan het gedrag dat je eerder zag reproduceren
4) Motivatie: je bent gedreven om het gedrag te leren en uit te voeren, doordat je ziet
dat het iets oplevert en/ of je opkijkt naar het model
à hier is gedrag aanleren dus geen kwestie van straf en beloning, zoals bij de operante
conditionering, maar van observeren.
Modeling = gedrag dat we zien beloond worden bij het model, gaan nabootsen. (experiment
met bang van honden)

, Eerst klassieke en operante conditionering waar het ging om enkel waarneembare externe
stimuli à dan tweede fase sociaal cognitieve leertheorie: wél aandacht besteed aan
mentale processen.
‘tweede generatie’ cognitieve gedragstherapie: veranderen van de inhoud van irrationele of
niet-werkzame gedachten (cognities)
‘derde generatie’ nadruk ligt minder op veranderen van gedrag of gedachten, maar op
anders leren hanteren van ongewenste gedachten en gevoelens.


2.1.3 het cognitief perspectief: kijken naar de oorsprong van ons begrip
Het cognitief perspectief richt zich op de processen waardoor de mensen de wereld steeds
beter leren kennen, begrijpen en overdenken.
à proberen te ontdekken hoe cognitieve vermogens tijdens de ontwikkeling veranderen , in
hoeverre er sprake is van kwantitatieve en kwalitatieve groei van intellectuele vermogens en
welk verband er bestaat tussen de verschillende cognitieve vermogens.

Piaget:
Alle mensen in vaste volgorde een reeks universele ontwikkelingsstadia doorlopen. “grijpen
en dan begrijpen” à cognitieverandering wanneer kinderen de overgang maken van het ene
naar het andere stadium.




à meende dat menselijk denken is opgebouwd uit schema’s ‘georganiseerde metnale
patronen die bepaalde gedragingen of acties vertegenwoordigen à schema’s worden
complexer, verfijnder en abstracter.
Adaptatie door
- Assimilatie: nieuwe ervaring interpreteren in termen van hun huidige cognitieve
ontwikkelingsstadium en denkwijze. (bestaande manier van denken gebruiken om
een nieuwe ervaring te begrijpen)
- Accommodatie verwijst naar verandering in bestaande manieren van denken, als
reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen
ð Samen cognitieve ontwikkeling
<-> universaliteit van de stadia wordt in twijfel getrokken (kan cultuur gebonden zijn), niet
zo discontinu als Piaget zegt, is een veel continuer proces.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatsauter97. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.32  5x  sold
  • (2)
  Add to cart