De wettelijke bepalingen met betrekking tot winst uit onderneming staan in de
artikelen 3.2 tot en met 3.79a Wet IB.
Dit hoofdstuk bestaat uit vier onderdelen:
A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden.
B Bepalen van de winst uit onderneming.
C Ondernemersfaciliteiten.
D Staking van de onderneming.
A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden
4.2 Inleiding
De belastbare winst uit onderneming (art. 3.2 Wet IB) is: Het gezamelijke bedrag
van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of meer
ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de mkb-
winstvrijstelling.
4.3 Onderneming
een onderneming is: (staat niet in de wet!)
- Een duurzame organisatie.
- Van kapitaal en arbeid.
- Die erop is gericht om deel te nemen aan het maatschappelijke
productieproces (het economische verkeer).
- Met het oogmerk winst te behalen.
De volgende elementen spelen een rol bij de vraag of er sprake is van een
onderneming:
- Zelfstandigheid.
- Aantal opdrachtgevers.
- Aanwezigheid debiteurenrisico.
- Inschrijving KVK.
- Zekerheid omtrent inkomen.
- Het voeren van een administratie.
- Het verwerven van naamsbekendheid.
- Het hebben van eigen briefpapier, visitekaartjes, logo, etc.
- Omvang van investeringen.
Duurzaamheid: Hoeft slechts latent aanwezig of bedoeld te zijn.
Deelname aan het economische verkeer: Dus niet binnen een vaste kring
(familie)
Winstoogmerk: Het moet zowel gewild als redelijkerswijs verwacht worden. Er
is ook sprake van een onderneming als de winst niet gewild is maar wel te
verwachten valt.
Als na een aantal jaar blijkt dat een hobby toch winstgevend is, mogen op grond
van art. 3.10 Wet IB de belastingverliezen van de afgelopen 5 jaar toch in
aanmerking worden genomen.
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters
Buiten de ondernemer zijn er in art 3.3 lid 1 Wet IB nog twee andere
winstgenieters benoemd:
1
, - De belastingplichtige die winst geniet, anders dan als ondernemer of
aandeelhouder, als medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming.
(iemand met toegang tot het vermogen)
- De belastingplichtige die voordelen geniet uit hoofde van een bepaalde
schuldvordering op een ondernemer, ten behoeve van een voor zijn rekening
gedreven onderneming. (geldschieter)
Ondernemer is: 'De belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming
wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen
betreffende die onderneming.' (art. 3.4 Wet IB) "rechtstreeks verbonden voor
verbintenissen" betekend dat de ondernemer zelf aansprakelijk is voor schulden.
Een commanditaire vennoot (geldschieter) kan niet worden aangemerkt als
ondernemer. Wel wordt hij aangemerkt als zogenoemde medegerechtigde, tenzij
er sprake is van een open commanditaire vennootschap. Een medegerechtigde
moet over zijn winst IB (wuo) betalen.
Bij een open commanditaire vennootschap kan de commanditaire vennoot zijn
belang verkopen zonder dat hij daarvoor toestemming van andere vennoten
nodig heeft. Dan word hij belast via de VPB en de commanditaire vennoot wordt
gezien als aandeelhouder.
Het urencriterium (art. 3.6 Wet IB) houdt in dat een minimumaantal uren
besteed moet zijn aan de onderneming om in aanmerking te komen voor
bepaalde ondernemersfaciliteiten. Dit criterium speelt een rol bij:
- De fiscale oudedagsreserve (FOR) (art. 3.67 e.v. Wet IB)
- De toepassing van de zelfstandigenaftrek (art. 3.76 Wet IB)
- De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77 Wet IB)
- De meewerkaftrek (art. 3.78 Wet IB)
voor de mkb-winstvrijstelling (art. 3.79a Wet IB) hoeft de ondernemer niet aan
het urencriterium te voldoen.
Het urencriterium speelt geen rol bij de vraag of iemand ondernemer is
of niet!
Norm: een belastingplichtige voldoet aan het urencriterium als:
- Hij gedurende een kalenderjaar ten minste 1.225 uur besteedt aan
werkzaamheden voor één of meer ondernemingen waaruit hij als ondernemer
winst geniet , en
- De tijd die in totaal wordt besteed aan die ondernemingen en het
verrichten van werkzaamheden in de zin van de afdelingen 3.3 (belastbaar loon)
en 3.4 (resultaat overige werkzaamheden), grotendeels (50% of meer) wordt
besteed aan die ondernemingen.
* De laatste eis geldt niet als de ondernemer in een of meer van de 5
voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was (zogenoemde startende
ondernemer).
* Uren waarin men wacht op klanten tellen niet mee als de ondernemer zich
tijdens het wachten privé nuttig kan maken.
* Voor zwangerschapsverlof wordt er gedaan alsof er tijdens die periode ook
de 'normale' uren aan de onderneming zijn besteed. (art. 3.6 lid 5 Wet IB)
Als er een samenwerkingsverband tussen bijvoorbeeld man en vrouw is, en één
van de twee maakt bijvoorbeeld alleen het pand schoon, tellen die uren niet mee
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Universals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.