100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 2 Sex - 3.5C Eating, sex and other needs $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 2 Sex - 3.5C Eating, sex and other needs

1 review
 23 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvattting van probleem 2 sex disorders van het vak 3.5C eating, sex and other needs van de klinische specialisatie psychologie aan de EUR

Preview 3 out of 22  pages

  • February 24, 2022
  • 22
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: romakalicharan • 1 year ago

avatar-seller
Probleem 2: Sex disorders
Seksuele dysfuncties: gekarakteriseerd door een klinisch significante verstoring in iemands
vermogen om seksueel te reageren of om seksueel plezier te ervaren. Een persoon kan tegelijkertijd
verschillende seksuele dysfuncties hebben. Er kan geen officiële diagnose gesteld worden wanneer
de seksuele moeilijkheden het resultaat zijn van inadequate seksuele stimulatie.
 Levenslang: een seksueel probleem dat aanwezig was vanaf de 1 e seksuele ervaringen.
 Acquired: seksuele stoornissen die ontwikkelen na een periode van relatief normale seksuele
functie.
 Gegeneraliseerd: seksuele moeilijkheden die niet gelimiteerd zijn tot bepaalde types
stimulatie, situaties of partners.
 Situationeel: seksuele moeilijkheden die alleen voorkomen bij bepaalde types stimulatie,
situaties of partners.

De ernst v/d symptomen van alle stoornissen behalve premature (early) ejaculation wordt
beoordeeld a.d.h.v. het stressniveau;
 Mild: bewijs voor milde stress over de symptomen in criteria A.
 Gemiddeld: bewijs voor gemiddelde stress over de symptomen in criteria A.
 Ernstig: bewijs voor ernstige of extreme stress over de symptomen in criteria A.

Factoren van invloed:
 Partnerfactoren  seksuele problemen v/d partner, gezondheidsstatus v/d partner.
 Relatiefactoren  slechte communicatie, discrepanties in verlangen naar seksuele activiteit.
 Individuele kwetsbaarheidsfactoren  laag zelfbeeld, geschiedenis van seksuele of
emotionele mishandeling, psychiatrische comorbiditeit (depressie, anxiety) en stressors
(ontslagen worden, sterfgeval).
 Culturele of religieuze factoren  bezwaren tegen seksuele activiteit of plezier, houdingen
tegenover seksualiteit.
 Medische factoren  prognose, course, behandeling.

DSM-5 criteria: Delayed ejaculation
A. Elk v/d volgende symptomen moet bij bijna elke of elke seksuele activiteit met een partner (ong.
75-100% v/d gevallen) voorkomen (in geïdentificeerde situationele contexten of
gegeneraliseerd), zonder dat het individu vertraging verlangt:
1) Vertraging in ejaculatie
2) Infrequentie of absentie van ejaculatie
B. De symptomen in criteria A komen tenminste ongeveer 6 maanden voor.
C. De symptomen in criteria A veroorzaken klinisch significante distress.
D. De seksuele dysfunctie kan niet beter uitgelegd worden door een non-seksuele mentale stoornis
of als consequentie van ernstige relatiestress of andere significante stressoren, en is niet
toewijsbaar aan de effecten van een middel/medicatie of andere medische conditie.


Delayed ejaculation
 De man rapporteert moeite of onvermogen om te ejaculeren ondanks voldoende seksuele
stimulatie en het verlangen te ejaculeren. Gaat vaak over partnered seksuele activiteit.
 Vaak wordt de diagnose gesteld op basis van zelfrapportage. De man en zijn partner
rapporten dan vaak verlengd ‘’doordrammen’’ om orgasme te bereiken, tot op het punt van
uitputting of genitale discomfort. Sommige mannen vermijden seksuele activiteit in zijn
geheel. Sommige partners van mannen met deze stoornis geven aan zich minder seksueel
aantrekkelijk te voelen omdat hun partner niet makkelijk kan ejaculeren.

,  Er is geen eenduidige definitie of grenswaarde voor ‘’vertraging’’.
 Prevalentie is onduidelijk. Het is de minst voorkomende mannelijke seksuele stoornis.
Slechts 75% v/d mannen stelt altijd te ejaculeren bij seksuele activiteit, en minder dan 1%
heeft problemen met ejaculeren die meer dan 6 maanden duren.
 De prevalentie van delayed ejaculation blijft redelijk constant tot de leeftijd van 50 jaar,
daarna stijgt het. Mannen in hun tachtigen rapporteren 2x zoveel moeilijkheden met
ejaculeren als mannen jonger dan 59 jaar.
 Het komt vaker voor onder mannen in Aziatische populaties dan in mannen uit Europa,
Australië of de VS.
 Differentiële diagnoses  een andere medische conditie (verstoring v/d zenuwtoevoer naar
de genitaliën na bijv. een operatie, problemen met het autonome zenuwstelsel,
neurodegeneratieve ziektes zoals MS, of retrograde ejaculation),
middelenmisbruik/medicatiemisbruik, dysfunctie in orgasme.
 Comorbiditeit  MDD.

Risicofactoren  verlies v/d fast-conducting peripheral sensory nerves en leeftijdsgerelateerde
sekssteroïdesecretie kan geassocieerd zijn met de stijging in delayed ejaculation in mannen ouder
dan 50 jaar.

Consequenties  moeilijkheden met conceptie (zwanger worden), psychologische distress in 1 of
beide partners.

DSM-5 criteria: Erectile disorder
A. Tenminste 1 v/d volgende symptomen moet bij bijna elke of elke seksuele activiteit (ong. 75-
100% v/d gevallen) voorkomen (in geïdentificeerde situationele contexten of gegeneraliseerd);
1) Moeilijkheden in het krijgen van een erectie tijdens seksuele activiteit
2) Moeilijkheden in het behouden van een erectie tot de voltooiing van seksuele activiteit
3) Vermindering in rigiditeit v/d erecties
B. De symptomen in criteria A komen tenminste ongeveer 6 maanden voor.
C. De symptomen in criteria A veroorzaken klinisch significante distress.
D. De seksuele dysfunctie kan niet beter uitgelegd worden door een non-seksuele mentale stoornis
of als consequentie van ernstige relatiestress of andere significante stressoren, en is niet
toewijsbaar aan de effecten van een middel/medicatie of andere medische conditie.


Erectile disorder
 Een complete seksuele geschiedenis is nodig om vast te stellen dat het probleem langere tijd
speelt en bij het merendeel v/d seksuele activiteiten voorkomt.
 Veel mannen met de stoornis kunnen laag zelfvertrouwen en een verminderd gevoel van
masculiniteit hebben, waardoor ze zich depressief kunnen voelen. Angst voor en/of
vermijding van seksuele activiteit kan voorkomen.
 Minder seksuele tevredenheid en minder seksueel verlangen in de partner komen ook vaak
voor.
 Prevalentie van lifelong vs. acquired is onbekend. Er is een sterke vermeerdering in
prevalentie en incidentie van erectieproblemen na de leeftijd van 50 jaar. Ong. 13-21% v/d
mannen tussen 40-80 jaar heeft regelmatig erectieproblemen; ong. 2% v/d mannen jonger
dan 40-50 jaar heeft regelmatig erectieproblemen; ong. 40-50% v/d mannen ouder dan 60-
70 jaar heeft significantie erectieproblemen.
 Erectieproblemen tijdens de 1e seksuele ervaring zijn vaak gerelateerd aan seks met een
onbekende partner, drugs- of alcoholgebruik, geen seks willen hebben, en peer pressure. Er
is minimaal bewijs voor het aanhouden van deze symptomen na de 1 e ervaring. Vaak gaan
deze problemen ook spontaan weg zonder dat er professionele interventie nodig is.

,  Differentiële diagnoses  MDD, normale erectiefunctie, middelenmisbruik,
medicatiemisbruik, een andere medische conditie (vasculaire ziekte, organische ziekte,
trauma aan de genitaliën), andere seksuele dysfuncties (premature (early) ejaculation, male
hypoactive sexual desire disorder).
 Comorbiditeit  andere seksuele diagnoses (premature (early) ejaculation, male hypoactive
sexual desire disorder) anxiety, depressive, dyslipidemia, cardiovasculaire ziekte,
hypogonadism, MS, diabetes.

Risicofactoren  diabetes, cardiovasculaire ziekte, neuroticisme, onderdanige persoonlijkheidstraits,
alexithymia (tekortkomingen in cognitieve verwerking van emoties), depressie, PTSS, oudere leeftijd,
roken, gebrek aan fysieke activiteit.

Consequenties  moeilijkheden met vruchtbaarheid/conceptie, individuele en interpersoonlijke
stress, angst/vermijding van seksuele activiteit, moeilijkheden met het ontwikkelen van intieme
relaties.

DSM-5 criteria: Male hypoactive sexual desire disorder
A. Aanhoudende of terugkomende tekorten aan of de absentie van seksuele/erotische gedachtes
of fantasieën en verlangen naar seksuele activiteit. De beoordeling van ‘’tekorten’’ wordt door
de clinicus gedaan; die neemt factoren in acht die seksueel functioneren beïnvloeden zoals
leeftijd en algemene socio-culturele context v/h individu.
B. De symptomen in criteria A komen tenminste ongeveer 6 maanden voor.
C. De symptomen in criteria A veroorzaken klinisch significante distress.
D. De seksuele dysfunctie kan niet beter uitgelegd worden door een non-seksuele mentale stoornis
of als consequentie van ernstige relatiestress of andere significante stressoren, en is niet
toewijsbaar aan de effecten van een middel/medicatie of andere medische conditie.


Male hypoactive sexual desire disorder
 De socio-culturele context moet altijd in acht genomen worden. Een discrepantie in
verlangen waarbij de man een lager verlangen naar seksuele activiteit heeft dan zijn partner
is niet genoeg om de stoornis te diagnosticeren. Zowel gebrek aan verlangen en gebrek aan
seksuele gedachtes/fantasieën zijn nodig om te kunnen diagnosticeren.
 Prevalentie varieert per land en beoordelingsmethode. Ong. 6% v/d jongere mannen van 18-
24 jaar en 41% v/d oudere mannen van 66-74% heeft problemen met seksuele verlangens.
Een echt aanhoudend gebrek aan interesse in seks die 6 maanden of langer duurt komt
slechts voor in 1.8% v/d mannen van 16-44 jaar. Aziatische mannen hebben vaker minder
seksuele verlangens. Dit kan gemedieerd worden door schaamte over seks.
 Mannen rapporteren hogere intensiteit en frequentie van seksuele verlangens vergeleken
met vrouwen.
 De potentie van seksuele cues die seksuele verlangens kunnen triggeren neemt af met de
leeftijd.
 Differentiële diagnoses  MDD, middelengebruik, medicatiegebruik, andere medische
conditie (hypogonadisme, diabetes, schildklierdysfunctie, centraal zenuwstelselziekte),
ernstige relatiestress of andere significante stressors, andere seksuele dysfuncties,
aseksualiteit.
 Comorbiditeit  depressie, endocriene factoren.

Risicofactoren  stemmings- en anxiety-symptomen, laag zelfbeeld, perceptie v/h seksuele
verlangen v/d partner, alcoholgebruik, endocriene stoornissen, oudere leeftijd. Geïnternaliseerde
homofobie, interpersoonlijke problemen, houdingen, gebrek aan adequate seksuele voorlichting en
trauma kunnen het lage verlangen verklaren in homoseksuele mannen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThyraLisa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added