100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Formeel Strafrecht: Voorgeschreven LITERATUUR voor de WERKGROEPEN! $11.24
Add to cart

Summary

Samenvatting Formeel Strafrecht: Voorgeschreven LITERATUUR voor de WERKGROEPEN!

1 review
 39 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van de voorgeschreven literatuur, per week voorgeschreven voor de leerdoelen. Voor de hoorcolleges was er aparte lesstof, die is samen met de hoorcolleges in een ander document te vinden.

Preview 4 out of 69  pages

  • No
  • Alle voorgeschreven leerstof
  • February 24, 2022
  • 69
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lailasouadi • 8 months ago

avatar-seller
FORMEEL STRAFRECHT
Onderwijsgroep 2: Vooronderzoek

 Hoofdstuk 2.6.2, 3.4.3, H9, H10.1 t/m 10.2.2 en 10.4
 Kruslin & Huvig (ECLI:NL:XX:1990:AD5851) + verplichte noot

Hoofdstuk 2.6.2: Opsporing

De kern van het vooronderzoek bestaat tegenwoordig in alle gevallen uit een
opsporingsonderzoek. Dit onderzoek wordt verricht onder het gezag van de
officier van justitie (artikel 132a Sv). De rechter-commissaris vervult een
onafhankelijke en onpartijdige rol in dit proces om de checks and balances te
waarborgen.

Wanneer begint de opsporing? Van opsporing kan worden gesproken zodra er
een vermoeden rijst dat er een strafbaar feit is gepleegd. Als autoriteiten hierna
optreden, kan van opsporing worden gesproken.

Wanneer is er een vermoeden? Dit kan ook in diverse gevallen aan het licht
komen. Aangifte of ontdekking door de autoriteiten zelf, heterdaad e.d. Niet
iedereen is bevoegd om tot opsporing over te gaan. In artikel 141 en 142 Sv is
een opsomming gemaakt van personen die bevoegd zijn. Deze mensen worden
op grond van artikel 127 Sv opsporingsambtenaren genoemd.

Officier van justitie: De officier van justitie houdt zich in de praktijk vaak afzijdig
van het onderzoek. Hij is wel verantwoordelijk voor de opsporing. Zij geven
bevelen aan de personen die met de opsporing zijn belast. Voor veel
bevoegdheden is namelijk een bevel van de officier van justitie nodig, zoals
artikel 54 Sv: aanhouden buiten heterdaad.

Hoofdstuk 3.4.3: Artikel 8 EVRM

Artikel 8 EVRM garandeert eenieders recht op privacy. Ieder
opsporingsonderzoek maakt inbreuk op dit recht. Ook dwangmiddelen die hierbij
worden gebruikt, maken een inbreuk op het recht. Dit is niet per se verboden, op
grond van artikel 8 lid 2 EVRM kunnen er uitzonderingen bestaan. Om te toetsen
of er sprake is van een uitzondering, beoordeelt het EHRM aan de hand van twee
onderdelen:

1. Is er sprake van ‘interference by a public authority’?
a. Wat valt er onder privacy?
b. Was het wel de overheid die een inbreuk maakte?
2. Is de inbreuk toelaatbaar?
a. De overheid moet zich houden aan regels waaraan het recht haar
verbindt
b. Kwaliteit van het nationale recht

Hoofdstuk 9: Het vooronderzoek

9.2 De opsporing: taken en verantwoordelijkheden

,Belastend overheidsoptreden dient te berusten op een wet in formele zin; het
legaliteitsbeginsel. In het strafrecht is vaak sprake van belasten
overheidsoptreden om drie redenen:

o Dwangmiddelen bij opsporing (taps, woondoorzoekingen)
o Systematisch verzamelen en registreren van persoonsgegevens
o Doel van het optreden: strafrechtelijke sanctionering

9.2.2 Personen met opsporing belast

Er bestaan gewone (artikel 141 Sv) en bijzondere (artikel 142 Sv)
opsporingsambtenaren. Hiertussen bestaat een groot verschil. Gewone
opsporingsambtenaren hebben een algemene opsporingsbevoegdheid. Hun taak
is niet beperkt tot een bepaald aantal strafbare feiten. Bijzondere
opsporingsambtenaren is beperkt tot bepaalde strafbare feiten.

9.2.3 Leiding en verantwoordelijkheid

Opsporing is het onderzoek dat onder leiding van de officier van justitie wordt
verricht (artikel 132a Sv). De officier van justitie heeft zeggenschap over alle
opsporingsactiviteiten, door welke opsporingsdienst (gewoon of buitengewoon)
dan ook. Dit brengt echter ook met zich mee dat de officier van justitie voor de
gehele opsporing verantwoordelijk kan worden gehouden. Dit heeft drie redenen:
het bewaken van de juridische kwaliteit en relevantie van het onderzoek,
prioritering met betrekking tot het vervolgingsbeleid en het bewaken van de
rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek.

De officier van justitie staat binnen het OM ook in een hiërarchische relatie met
de hoofdofficier en het College van procureurs-generaal.

9.2.4 Inschakeling van burgers

Opsporing vanuit de overheid dient een basis te hebben in een wet in formele
zin. Betekent dit dat burgers niet mee mogen doen aan opsporing? Nee, dat
betekent het niet. Op zuiver particuliere vormen van opsporing geldt het
legaliteitsbeginsel niet. Vaak schakelt ook de overheid de hulp van burgers in.
Die inschakeling dient dan wél een wettelijke grondslag te hebben.

9.3 Afbakening van de opsporingstaak

Vroeger werd alleen actie genomen wanneer er tegen een strafbaar feit aangifte
werd gedaan. Naar mate de tijd verstreek werd handhaving van de regels
belangrijker. Een afwachtende opstelling van de politie was niet vol te houden
omdat de criminaliteit verergerde. In de jurisprudentie is dit probleem aan de
orde gesteld.

De Hoge Raad stelde zich op het standpunt dat de opsporing pas begint als
sprake is van het vermoeden dat er een strafbaar feit is gepleegd. In deze
arresten gaf dit begrip echter geen voldoening. Ook na het rapport van de
Commissie Van Traa bleek dat het begrip verruimd moet worden. Sindsdien luidt
het begrip van opsporing, opgenomen in artikel 132a Sv, als volgt: ‘Onder
opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder

,gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen.’. Dit houdt in dat vanaf toen al het onderzoek dat in verband staat
met strafbare feiten, waarvan het doel is om uiteindelijk strafvorderlijke
beslissingen te nemen, onder opsporing valt.

9.3.2 Vijf typen opsporingsonderzoek

Door de verruimde definitie van het begrip ‘opsporing’, bestaan er binnen die
definitie verschillende onderzoeken.

 De klassieke opsporing

Het type opsporing dat de wetgever voor ogen heeft gestaan. Er is een
vermoedelijk gepleegd strafbaar feit waarbij aangifte wordt gedaan of een
lichaam wordt gevonden. Het onderzoek is er dan op gericht om dat vermoedelijk
gepleegde feit op te helderen. Dit onderzoek vindt plaats naar aanleiding van het
gepleegde strafbare feit (achteraf). Het gaat om het veiligstellen en verzamelen
van bewijs.

 De repressieve controle

Het zoeken naar mogelijk gepleegde strafbare feiten. Er is hier dus nog geen
sprake van een vermoeden dat er een strafbaar feit is gepleegd. Hiervan is een
alcoholcontrole een goed voorbeeld. Een belangrijk kenmerk van dit soort
onderzoek is dat zij ziet op handhaving van de wet. Het doel is om eventuele
overtreders te berechten, waarmee het tot de opsporing behoort. Let op,
preventieve controle behoort alleen tot het bestuursrecht en valt niet onder de
opsporing.

 De proactieve opsporing

Het proactieve onderzoek richt zich op personen die verdacht worden zich met
criminele activiteiten bezig te houden. Het verschil met de klassieke opsporing is
dat het niet gericht is op reeds gepleegde feiten, maar feiten die in de toekomst
zullen geschieden. In dit soort gevallen is het doel dat ze worden betrapt zodra ze
het strafbare feit plegen.

 Het inlichtingenwerk

De politie kan op basis van CIE-informatie een onderzoek starten. Zij kunnen
hierdoor niet iemand bestraffen, omdat de inlichtingen strikt anoniem zijn en ook
niet te controleren zijn. Ze kunnen dus wel een onderzoek starten, waarbij
misschien al eventuele dwangmiddelen ingezet kunnen worden.

 Het verkennend onderzoek

Hierbij gaat het om het verkrijgen van een beeld van een bepaalde sector in de
samenleving om de criminaliteit vast te kunnen stellen. Het gaat om het
verzamelen van informatie, waarmee een onderzoek kan worden gestart.

9.4 De normering van de opsporingstaak

Zoals al eerder besproken is opsporing alleen toegestaan als het in lijn is met de
geldende rechtsregels. Veel voorschriften zijn niet in de wet opgeschreven. De

, opsporingsambtenaar moet beoordelingsvrijheid worden gelaten en de wet moet
ruimte bieden om in te spelen op ontwikkelingen in de samenleving.

Belangrijk hierbij zijn de ongeschreven rechtsbeginselen. Waar de wet
tekortkomt, zullen de beginselen als richtlijn worden gehanteerd. Het doel van de
opsporing moet samenhangen met de handelingen: alleen die handelingen zijn
toegestaan, anders is er sprake van détournement de pouvoir.

9.4.2 Verbaliseringsplicht

Opsporingsambtenaren dienen zo spoedig mogelijk na de door hen opgespoorde
strafbare feiten/hetgeen door opsporing is verricht vast te leggen in een proces-
verbaal, artikel 152 lid 1 Sv. Dit proces-verbaal moet onverwijld aan de officier
van justitie worden gezonden, artikel 156 Sv. Daarna is het aan de officier van
justitie wat de nadere bevelen zijn. Dit is redelijk verouderd.

In de huidige praktijk wordt vaak eerst het opsporingsonderzoek afgerond
alvorens een proces-verbaal naar de officier wordt gestuurd. Tussentijds overleg
vindt wel plaats, maar eerdere toezending van het proces-verbaal is niet nodig.
De functie van het proces-verbaal is dus niet meer om de officier direct

in te schakelen. Het proces-verbaal is op dit moment vooral nog een wettelijk
bewijsmiddel en dient als verantwoording (artikel 152a lid 1 Sv en 344 lid 1 sub
2e Sv).

Om de betrouwbaarheid van een proces-verbaal te waarborgen, dient een
opsporingsambtenaar het persoonlijk op te maken en te ondertekenen, artikel
153 lid 2 Sv. Ook moet hij zo spoedig mogelijk worden opgemaakt om de
geloofwaardigheid te waarborgen. Om deze reden dient een proces-verbaal ook
voorzien te zijn van een dagtekening. Het ontbreken van een proces-verbaal in
de beginfase hoeft geen bezwaar te zijn, als er uit andere aantekeningen wel
verslag kan blijken.

Wat dient er in een proces-verbaal te worden opgenomen? Er wordt van de
opsporingsambtenaar verwacht dat hij selecteert en weglaat wat irrelevant is.
Indien het opmaken van een proces-verbaal over het algemeen irrelevant is, kan
het achterwege worden gelaten (artikel 152 Sv). Bij het opmaken dient een grote
zorgvuldigheid betracht te worden.

9.4.3 Politiesepot

De politie hoeft niet van elk strafbaar feit werk te maken. Van de beperkte
capaciteit van het opsporingsapparaat moet verstandig gebruikt worden
gemaakt. Sinds het algemeen aanvaard is dat de opsporingsambtenaar niet van
elk strafbaar feit een proces-verbaal hoeft op te maken, is de wettelijke basis van
het politiesepot in het leven geroepen: artikel 152 lid 2 Sv. Het politiesepot is
afgeleid van het sepot van het OM.

9.4.4 Aangiften en klachten

De wet onderscheidt de aangifte van de klacht. Een klacht bestaat in een
aangifte met verzoek tot vervolging: artikel 164 lid 1 Sv. Een klacht kan alleen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rianne_vveen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.24  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added