Samenvatting Communicatiewetenschappen in perspectief, ISBN: 9789463934428 Communicatiewetenschappen I
17 views 0 purchase
Course
Communicatiewetenschappen I
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Book
Communicatiewetenschappen in perspectief
Dit is een samenvatting van het vak Communicatiewetenschappen I gegeven door Jan Loisen op de VUB. Het is een samenvatting van het boek, de lessen en powerpoints. Alles wat je dus moet kennen voor het vak staat erin. Ik behaalde met deze samenvatting een 14.
Communicatiewetenschappen I
Inleiding
1.Klemtoon op media communicatie
● communicatie via technologisch medium
→ medium= zender stuurt iets naar ontvanger via kanaal (20e eeuw: kranten, radio, televisie =
massacommunicatie: grote groepen bereiken)
● toenemende mediatisering
→ media toenemende impact op samenleving
❖ vb: politiek: twitter, nieuws, debatten op tv
❖ media= infrastructuur in communicatieproces waar zender via medium boodschap naar publiek ( doel
kan verandering zijn)
→ tweede plaats tijdsbesteding
● gemedieerde communicatie
→ communicatieprocessen via technologisch medium
→ niet face to face
● technologisch determinisme
→ technologische veranderingen eigen logica anders dan menselijke wil en zo drijvende kracht soc. verandering
2. Multi en interdisciplinariteit
● mediacommunicatie
→ gebeurt in complex van op elkaar inwerkende historische, juridische, technologische, juridische processen
→ media rol en verandering in politiek/sociaal/cultureel domein
→ drm inspiratie en materiaal in andere disciplines (brede blik)
→ = multidisciplinariteit
→ combinatie in communicatiewetenschappen = interdisciplinariteit
3. Belang historische en maatschappelijke context
● belang context
→ plaatsen van begrippen, theorieën, auteurs, tradities in hun historische en maatschappelijke context
→ achterliggende mens-maatschappij beeld duidelijk maken
→ beter begrijpen wrm iets gezegd wordt
→ invloed op theorie en historische contextualisering
❖ vb: foto Vietnamoorlog
4. Wetenschappelijke en kritische benadering
● kritisch inzicht in functioneren van media
→ dmv kennis wetenschappelijk onderzoek
→ via abstracte theorievorming en concepten
HT1. Bouwstenen van een discipline en praktijk
1.Semiotiek
● Teken
→ kleinste basiselement binnen het communicatie proces
● semiologie
→ leer van de tekens/betekenis/taal, betekenisvol gebruik ervan
→ Hoe functioneren tekens en ontstaat betekenis (= centrale vraag in comm. wetensch. onderzoek rond media)
→ vitaal deel rugzak communicatiewetenschapper
● 3 centrale studiedomeinen
1
, → tekens zelf/ indeling in soorten
→ codes of systemen organisatie tekens
❖ grammatica: adj, sub, bijwoord,...
→ cultuur waar tekens en codes in opereren (versch culturen andere betekenis aan tekens)
● subdisciplines (focussen op ander aspect van relatie ts tekens en betekenis)
→ fonologie: studie van klanken en letters
→ syntaxis: studie van taalconventies en betekenisvolle patronen (technisch)
→ pragmatiek:studie van relatie ts betekenis en gebruiker teken (sociale/contextuele factoren in betekenisproces)
→ semantiek: relatie tussen teken en betekenis
2. Representatie
● complex proces
→ verbinden van betekenis-taal-cultuur
→ betekenis concepten in hoofd dmv taal
→ twee processen of representatiesystemen:
1. systeem dat objecten/mensen/gebeurtenissen verbindt aan reeks mentale concepten (3)
2. talig systeem dat gedeelde conceptuele map vertaalt in een gemeenschappelijke taal (4)
→ concepten correleren met woorden, geluiden,... (tekens)
→ vb: roos
1. In hoofd concept roos (roze blaadjes, groene steel, doornen)
2. teken nodig om ‘ROOS’ te zeggen
3. Systeem mentale representaties
● betekenis
→ afhankelijk van concepten in gedachten die de wereld representeren en toelaten ernaar te verwijzen
→ eenvoudig en complex
❖ vb: liefde, oorlog of roos, bal
→ Systeem-karakter: organiseren, clusteren, ordenen, classificeren van concepten en de complexe relaties
ertussen
❖ via sequentie
❖ via gelijkenissen en verschillen
● verschillende classificatiesystemen om concepten te ordenen
→ via gelijkaardige concepten: flesje water
→ verschillende concepten: hemel/hel
→ bemoeilijkt communicatie/ delen van ideeën
→ iedereen interpreteert wereld anders
→ toch overeenkomstige mentale concepten die communicatie mogelijk maakt via taal
4. Taalsysteem = gevormde concepten kunnen uitdrukken/vertalen in gemeensch. taal
● concepten/ideeën correleren met tekens
→ geschreven woorden
→ gesproken geluiden
→ visuele beelden
● taal = breed
→ gebarentaal, morsecode, brailleschrift, verkeerstaal, kledingstijl
● wat is deel van de taal?
→ geluid, woord of object dat als teken fungeert en met andere tekens in systeem is georganiseerd, betekenis
draagt en uitgedrukt wordt
2
,5. Twee representatiesystemen aan het werk
● 2 representatiesystemen: conceptueel en talig
→ relatie: arbitrair ( niet vast/logisch, in andere talen anders)
→ betekenis w geconstrueerd via codes die beide systemen linken
● codes
→ laten effectieve communicatie toe
→ gevolg sociale conventies (gemaakte afspraken en leren op school)
→ cultureel gebonden
❖ vb: sneeuw: wij 1 woord; andere culturen benamingen elke laag sneeuw
● betekenisgeving
→ niet vast
→ dynamisch: kan veranderen doorheen tijd
❖ vb: slang, stout, gay, sokken
→ constructie via betekenisgevende praktijken
⇒ Betekenis, taal en representatie - essentiële onderdelen van cultuur
6. Het tekensysteem van Saussure
● Ferdinand de Saussure
→ 1857-1913
→ zwitser
→ grondlegger semiotiek
→ meer wetenschappelijk analyseren
● 2 kernelementen
→ betekenaar (signifiant, signifier)
❖ fysieke verschijningsvorm/ materiële tekenvorm
❖ betekenisdrager
❖ beeld, klank, geschreven woord
→ betekende (signifié, signified)
❖ mentale concept/begrip/idee
❖ materiële tekenvorm verwijst hiernaar
❖ staat in relatie met betekenaar
→ betekenis door verhouding tekens tov andere tekens
● tekens zijn
→ binair: 2 kernelementen
→ arbitrair: geen logische reden waarom bvb hond en niet hund
→ berusten of conventies/ afspraken
● betekenis is
→ relationeel/associatief: staan in relatie met elkaar
→ differentieel: betekenis via tegengestelde tekens (betekende van een teken wordt betekenaar/betekenisdrager
voor een ander teken)
→ structureel: berust op door mens gemaakte afspraken (ordenen, categoriseren)
7. Tekensysteem van Peirce
● Charles Sanders Peirce
→ Amerikaanse logicus en filosoof
→ grondlegger van Amerikaanse semiotiek
3
, ● tekens zijn
→ triadisch van aard
→ object determinerend betekenis
→ betekenis is proces van semiosis
● 3 elementen
→ representamen: verwijst naar iets anders dan zichzelf (object)
→ representant: verwijst naar iets anders (betekenaar bij S)
→ interpretant: twee samen, gelinkt aan persoonlijke ervaringen (signifié bij S)
● nieuwe tekens
→ interpretant wordt zelf teken → weer nieuwe representamen → verwijzen naar nieuw object → verwijst naar
nieuw teken
→ betekenisgeving=dynamisch/complex proces
● voorbeeld: keukenrol
→ representamen: woord dat gebruikt w ‘keukenrol’
→ interpretant: iets om schoon te maken
→ nieuw teken: persoonlijke ervaring (covid, kuisen, ontsmetten,...)
● voorbeeld: CD
→ representamen: lyrics
→ interpretant: gevoelens die het oproept
8. Tekenindeling van Peirce
● onderscheid in tekens en relatie tot object
→ symbolische tekens: relatie gekenmerkt door conventies en arbitraire afspraken
❖ vb: verboden inrijden (rond bord met rode rand)
→ iconische tekens: relatie door gelijkenis en fysieke overeenkomst
❖ vb: foto Peirce, ijsbeer
→ indexicale tekens: rechtstreeks/natuurlijk verband met object, oorzaak → effect
❖ rook = vuur
❖ koorts=ziek
9. De semiotische benadering van Barthes
● Betekenisniveaus van tekens
→ denotatie: letterlijke/primaire betekenisniveau (letterlijk, standaard, objectief)
→ connotatie: secundaire betekenisniveau (figuurlijk, subjectief, bijbetekenis)
❖ Verschillende ‘ladingen’, afhankelijk van teken gebruiker en context
❖ evaluatieve lading: goed/slecht/neutraal
❖ referentiële lading: betekenis verschil adhv persoon/tijd/...
→ ideologie/mythe: dieperliggend niveau
❖ betekenis controleren en sturen
❖ feiten benadrukken + betekenis opleggen (dubbele betekenis)
❖ transformeert geschiedenis (rommelig) in natuur
❖ werken economisch: simplificeren, essentialiseren, contradicties elimineren
10. Verschil Peirce en Saussure
● Saussure:
→ hangt vast aan arbitraire
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kianaooms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.