- ALLES uit de cursus
- ALLE extra uitleg van de lessen
- ALLE afbeeldingen en schema's uit de lessen
--> het lijken veel pagina's, maar er staan heel veel afbeeldingen en schema's in
--> heeft voor uitstekende punten gezorgd op het examen
INLEIDING TOT DE FINANCIËLE MARKTEN 1:
SAMENVATTING
Deel 1 --- financiële architectuur
HOOFDSTUK 1: FINANCIËLE ARCHITECTUUR ONTSTAAT NIET
SPONTAAN
1.1 Intro
Er is een verschil in de welvaart en ontwikkeling tussen de verschillende werelddelen
Waarom?
• Easterlin: onderwijs
• Sylla & Goetzman: ontstaan van financiële structuur
wil je begrijpen hoe de wereld in elkaar zit, dan is een
basiskennis vd organisatie vh financiële systeem cruciaal.
financiewezen = katalysator vd menselijke beschaving
globale economie ook van toepassing op dagelijks bestaan
Toeval?
• Aboriginals met ketting rond nek = geen toeval!
→ zij hadden geen nood aan veranderingen (komt door isolatie vd buitenwereld)
• Meest dominante landen in verschillende eeuwen = geen toeval!
→ hun financiële architectuur was het beste en ook het snelst aangepast
Financieel systeem en financiële architectuur/financiële infrastructuur
Financieel systeem
= “the connected universe of financial instruments, financial institutions and financial
markets operating in a given place at a given time, that is, the financial superstructure of the
economy.”
= samenspel vd financiële instrumenten, markten en instituties
Financiële architectuur
= samenspel vd financiële instrumenten, markten en instituties
,+ toezicht ervan!
Ontstaat door tussenkomst vd mens, het wordt gecreëerd door de mens
Vb; landbouwers, koningen, de staat, ondernemers, …
1.2 Schuld en ruil liggen (waarschijnlijk) aan de wieg van onze beschaving
De prehistorische mens leefde als jager-verzamelaar in kleine gemeenschappen en waren
een nomadisch volk (=rondtrekkend).
Sharing economy:
• Wat men had, werd gedeeld
Affluent society/Eerste welvaartsmaatschappij:
• De behoeften die ze hadden, konden ze voldoen
→ GEEN subsistence economy/Overlevingseconomie!
Het delen van goederen complexer dan gedacht:
Gift economy:
• Plicht om te geven, aanvaarden én iets terug te geven
• In functie vd noden vd groepsleden
BINNEN
leefgemeenschappen
→ gift economy deed idee van schuld (debt) ontstaan:
• UOM (you uwe me) en IOU (I owe you)
• Schuld was niet genoeg! → men moest méér teruggeven = ‘intrest’!
‘Trade and walk away’-transacties: TUSSEN
leefgemeenschappen
• Ruil van goederen met vreemden
1.3 Landbouw leidt tot eigendom, handel, vermogen, belastingen, geld en …
lenen
De neolitische revolutie:
• Van foerageren naar pastoralisme (= rondtrekken met kudde dieren) dankzij
domesticatie van dieren (= verwerven vd controle door de mens over dieren) en
gewassen
, • Van rondtrekken naar sedentatie (= op vaste plek wonen)
• Van kleinschalige tuinbouw naar grootschalige landbouw
• Agricultuur kon 50 tot 100 meer mensen onderhouden dan jagen en verzamelen
Domesticatie leidt tot:
• Uitbreiding tuinbouw naar landbouw (reeds hierboven vermeld)
→ ° concept van persoonlijke eigendom bij landbouwers (belang vee en landbouw)
→ ° eerste vorm van vermogen (° standen)
• Verandering vd technologie (van steen naar metaal)
• Urbanisatie (= een concentratie van mensen in een gebied dat de daar levende
populatie ecologisch gezien niet kan onderhouden)
• Territoriale soevereiniteit (werd militair verdedigd)
• Sociale stratificatie: - elite (machthebbers)
- hogere burgers (kooplieden, priesters, klerken, …)
- lagere burgers (boeren, herders)
• Belastingen: - financieren levenswijze elite, staatsprojecten en militaire acties
- slavernij hoorde hierbij
- diende ook als bescherming
Nieuwe financiële concepten ontstaan:
• Eigendom (reeds hierboven vermeld)
• Registratie- en teltechnieken: nodig om administratie te ondersteunen
Registeren: kleitabletten → klei-enveloppes met “tokens” erin → vlakke tabletten
Tellen: ° voor boekhouding (krassen)
• Schrift (spijkerschrift)
• Boekhouding
• Goederengeld: - om ruilhandel te faciliteren
- aantal ruilverhoudingen daalt van N x (N-1)/2 naar N-1
→ het aanwijzen van 1 activa als numerair = algemeen gebruikt voor ruil (vb; graan)
Vandaag de dag is dit geld!
Egyptenaren hadden toen al rekeneenheden: Shât en Deben
• Lenen: - om te overleven
- om te kunnen voldoen aan verplichtingen
, Leningen in zaden, granen en zilver → leningen op kleitabletten geschreven
tabletten
- vaak zonder intrest, indien intrest werd deze door diensten aan uitlener gedaan
- zelfs al schuldvorderingen, maar niet doorgedrongen want niet courant genoeg
- verschaft vanuit eigen vermogen (om ondraagbare schulden te vermijden)
• Risicospreiding:
Codex van Hammurabi: - eerste verzekeringscontract: bodemerij (= een lening die
een zeevervoerder aanging om een zeereis te kunnen
financieren. Indien schip/lading verloren ging moest
lening niet terugbetaald worden, lening moest met hoge
rente terugbetaald worden als schip behouden aankwam)
→ risicospreiding via bodemerij!
- grote stenen paal met bovenaan beeltenis van Hammruabi
- hierin stonden allerlei wetteksten (kenden toen al zaken
zoals schadevergoedingen, contracten, …)
• Langeafstandshandel: - ° eerste steden in Mesopotamië
- ° fenicische handelsroutes (zeer lange routes)
- sedentarisatie zorgde niet enkel voor privébezit, maar
ook voor arbeidsverdeling, ordehandhaving en organisatie
1.4 Munten en een eerste vorm van financiële intermediatie ontstaan
Een bepaalde vorm van numerair die ook tastbaar was, kon men sparen.
Goederengeld/commodity money:
= activum kiezen dat gebruikt kan worden als rekeneenheid (numerair), opslagmiddel (store
of value) en als ruilmiddel (medium of exchange).
Vb; goud, zilver, koper, …
Vb; grote stenen: moeilijk te ruilen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmmargotmaes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.