1. Conflict oplossen/voorkomen
2. Gerechtigheid/vredestichting
3. Ordening samenleving door het stellen van regels
4. Handhaving regels door naleving wetten
1.2 DE RECHTSBRONNEN
Positief recht = het geheel van geldende rechtsregels (in Nederland)
Tegenhanger van het positief recht:
- Fatsoenregels
- Afgeschafte regels of nog niet van toepassing
- Morele regels
- Religieus
Deze hebben zeker wel invloed op het recht, maar ze zijn nooit vastgelegd in het
Nederlandse rechtssysteem, ze behoren dan ook niet tot het positieve recht.
niet verbindend
Objectief recht = het geheel van geldende rechtsregels
Rechtsregels van het objectief recht ordenen de verhoudingen tussen personen door aan hen
bevoegdheden en verplichtingen toe te kennen.
Subjectief recht = een aan het objectieve recht ontleende, individuele bevoegdheid.
(toepassing op 1 persoon)
Rechtsbronnen = bronnen waaruit het geldend recht als het ware voortvloeit
1. Wet
2. Jurisprudentie rechtspraak
3. Gewoonte
4. Verdragen
1.3 NATIONAAL EN INTERNATIONAAL RECHT
Soevereiniteit = ieder land/staat is bevoegd om zijn eigen (rechtsorde=) wetgeving, bestuur
en rechtspraak te bepalen (trias politica)
1.4 MATERIEEL EN FORMEEL RECHT
Materieel recht = regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen
onderling
Formeel recht = procesregels. Hoe word het geschonden recht alsnog nagekomen.
,1.5 DE RECHTSGEBIEDEN
Staatsrecht = regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn
organen en op de bevoegdheden van die organen
- Grondrechten = rechten die berusten op de gedachte dat de mens meer is dan alleen
onderdaan van een staat en dat de overheid dat meerdere heeft te eerbiedigen
- Organieke wet = in de Grondwet moeten over een bepaald onderwerp nadere regels
gemaakt worden in een wet, dit zijn organieke wetten.
Bestuursrecht = juridische bestuursactiviteit van de overheid
- Rechtsbescherming = bescherming die een burger krijgt als hij in hoger beroep gaat
tegen een beschikking
- Belangrijkste wettelijke regeling van het bestuursrecht is de Algemene wet
bestuursrecht (Awb)
- Houdt zich vooral bezig met het maken van beschikkingen en de vereisten voor een
rechtsgeldige beschikking.
Strafrecht = bedreigt bepaalde gedragingen met straf
- Materieel: geeft aan welke feiten strafbaar zijn, wie dader is en met welke sancties
het plegen van feiten wordt bestraft
- Formeel: bevat voorschriften omtrent de gang van zaken bij de opsporing van
strafbare feiten, het onderzoek ter terechtzitting en de tenuitvoerlegging van de straf
Strafbaar feit = een in de wet met straf bedreigde gedraging.
Burgerlijk recht/privaatrecht = juridische betrekkingen tussen burgers onderling.
Hoofdgroepen binnen het privaatrecht:
1.Regels betreffende de persoon
o Personen- en familierecht: regelt alle persoonlijke betrekkingen binnen en buiten het
gezin.
o Rechtspersonenrecht: rechtspersoon is een juridische samenwerkingsvorm die
zelfstandig aan het rechtsverkeer kan deelnemen.
2.Regels betreffende het vermogen van een persoon
o Vermogensrecht: geheel van regels over het vermogen van een persoon
o Handelsrecht: er is tegenwoordig geen verschil meer tussen het handelsrecht en het
burgerlijk recht
, Rechtsgebieden:
o Strafrecht
– materieel strafrecht: Wetboek van Strafrecht (Sr)
– formeel strafrecht: Wetboek van Strafvordering (Sv)
o Staatsrecht
– materieel staatsrecht: Grondwet (GW)
– formeel staatsrecht: bestaat niet
o Burgerlijk recht/privaat recht/civiel recht
– materieel burgerlijk recht: Burgerlijk Wetboek (BW)
– formeel burgerlijk recht: Wetboek van Rechtsvordering (Rv)
Soorten personen: rechtspersonen (BV, NV) en natuurlijke personen (vlees en bloed)
1.6 PUBLIEKRECHT EN PRIVAATRECHT
Publiekrecht = Staatsrecht, Bestuursrecht en Strafrecht (tussen overheid en burger)
Privaat recht = burgerlijk recht/civiel recht (tussen burgers)
Privatisering: het domein van het publiekrecht is verkleind en het domein van het
privaatrecht is vergroot door toegenomen privatisering. -> overheidstaken zijn overgedragen
naar privaatrechtelijke organisaties.
1.7 ANDERE INDELINGEN VAN HET RECHT
Geschreven recht = het recht dat in wetten en verdragen is vastgelegd
Ongeschreven recht = recht/uitspraken dat niet op schrift staat
Precedentwerking = rechters richten zich bij hun afspraak naar eerdere rechterlijke
uitspraken in soortgelijke gevallen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anned3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.