vragen KBO
1.(H4) Waarom worden er bij teambuilding vertrouwensoefeningen gedaan?
a. Deze verhogen de kwaliteit van de groepsontwikkeling doordat een gevoel van
gezamenlijkheid en onderlinge steun ontstaat.
b. Deze verhogen de kwaliteit van de groepsontwikkeling doordat een gevoel van
individueel vertrouwen en zelfstandigheid ontstaat.
c. Deze verhogen de kwaliteit van de groepsontwikkeling doordat een gevoel van eigen
waarde en individuele steun ontstaat.
d. De verhogen de kwaliteit van de groepsontwikkeling doordat er een gevoel van
gezamenlijkheid en zelfstandigheid ontstaat.
2.(H1) Welke van de onderstaande begrippen zijn belangrijk in het beleidsplan?
a. Missie, visie en respect.
b. Kernwaarden, missie en acceptatie.
c. Visie, missie en kernwaarden.
d. Missie, kernwaarden en respect.
3.(H1) Waar hebben beroepsgebonden kerntaken betrekking tot?
a. De taken van een organisatie
b. De agogische taken
c. De taken met betrekking tot ontwikkeling van het beroep
d. De ontwikkeling van het beroep en van jezelf.
4.(H1) Er kunnen twee soorten kwaliteit worden beschreven. Statistische kwaliteit (kwaliteit
die is vast gelegd in standaarden) en ……… kwaliteit (kwaliteit die voortduurt in de
ontwikkeling). Wat moet er op de puntjes komen te staan?
a. Dynamische
b. Asymmetrische
c. Subjectieve
d. Evaluatie
5. (H1) Welke van de onderstaande factoren hoort niet tot de DESTEP?
a. Politiek
b. Economisch
c. Sociaalvaardig
d. Demografisch
6.(H2) Bij vraagsturing is het aanbod volledig afgestemd op de vraag van de klant. Is dat in
deze sector altijd mogelijk?
a. Ja
b. Nee
c. Ja, maar alleen bij mensen die geen stoornissen hebben.
d. Ja, maar alleen bij mensen zonder psyche.
7.(H2) Veel mensen kunnen van alles opzoeken op het internet tegenwoordig. Het gevolg is
dat veel mensen zelf al een diagnose stellen voor zichzelf. Hierdoor komen ze niet zo zeer
meer met vragen, maar met eisen. Waar doet deze ‘trend’ een beroep op bij jou als
beroepskracht?
a. Fysieke vaardigheden
b. Concentratie vaardigheden
c. Communicatieve vaardigheden
d. Interpersoonlijke vaardigheden
8.(H2) Wat wordt er bedoeld met scared care?
a. De cliënt meer inbreng laten nemen in het secundaire proces.
, b. De cliënt meer inbreng en initiatief laten nemen in het transactie proces.
c. De cliënt meer inbreng en initiatief laten namen in het diagnose proces.
d. De cliënt meer sturing laten geven aan de normen en waarden in het gesprek.
9.(H2) Ieder kwaliteitssysteem kent een aantal basisprincipes. Een daarvan is het continue
leren en verbeteren. Wat speelt hierbij een belangrijke rol?
a. De organisatiestructuur
b. De organisatiecultuur
c. De bedrijfscirkel
d. De aanwezigheid van de directeur
10.(H2) Het werken met regels, protocollen en richtlijnen kent een aantal dilemma’s. Welk
van de onderstaande dilemma’s is juist volgens het boek?
a. Face-to-face vs helemaal geen begeleiding
b. Te aansluitende ideeën van opdrachtgever en klant.
c. Maatwerk leveren vs standaardiseren
d. Maatwerk leveren vs online begeleiding.
11.(H2) Hoe heten de processen en wat doen de processen die niet zichtbaar zijn voor de
klant?
a. Dit zijn primaire processen die zich richten op voorwaardenscheppende activiteiten
voor het goed laten verlopen van secundaire processen.
b. Dit zijn primaire processen die zich richten op klanten.
c. Dit zijn secundaire processen die zich richten op voorwaardenscheppende
activiteiten voor het goed laten verlopen van primaire processen.
d. Dit zijn secundaire processen die zich richten op klanten.
12.(H3) Welk rijtje is niet juist als je kijkt naar de competenties waar je aan zou moeten
voldoen volgens de Sectorraad Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs?
a. Representativiteit, hantering van professionele macht en verantwoordelijkheid,
empathie en betrokkenheid.
b. Integriteit, assertiviteit, betrokkenheid en handelingsvrijheid.
c. Hantering van de professionele macht en verantwoordelijkheid, integriteit,
betrokkenheid.
d. Assertiviteit, integriteit, representativiteit en betrokkenheid.
13.(H3). Welke uitdaging hoort er bij de kernkwaliteit ‘betrokken’?
a. Afstoten
b. Betrekken
c. Claimen
d. Loslaten
14.(H3) Waarom zijn creativiteit, toewijding en passie essentieel voor het werken in deze
sector volgens het boek?
a. Omdat het werken in deze sector niet te standaardiseren is.
b. Omdat er al genoeg regels en wetten zijn binnen deze sector.
c. Omdat het een zwaar vak is dat niet iedereen zomaar kan beoefenen.
d. Omdat het werken in deze sector niet optimaal betaalt, maar wel veel energie vraagt.
15.(H3) Zelfreflectie is goed voor de eigen ontwikkeling, omdat je hier zelf bewust mee bezig
bent. Het kent echter ook een valkuil. Welke past het beste volgens het boek?
a. Je wordt er egoïstisch van.
b. Je weet niet goed hoe je moet reflecteren.
c. Je schat jezelf te goed in.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RoosvanOijen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.