Een volledige samenvatting van het vak Inleiding strafrecht, gebaseerd op de hoorcolleges, verplichte literatuur en behandelde jurisprudentie aan de Universiteit Utrecht (collegejaar 2021/22).
Strafrecht is publiekrecht: Relatie tussen burger en overheid (verticaal), ten behoeve van
samenleving.
Strafrecht kan worden opgedeeld in materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht:
Het materiële strafrecht bepaalt welke gedragingen niet toegestaan zijn en welke personen
daarvoor gestraft kunnen worden:
o Strafbepalingen (bijv. diefstal en moord).
o Algemene leerstukken die betrekking hebben op de uitsluiting van strafbaarheid
(bijv. noodweer).
o Uitbreiding van strafbaarheid (bijv. poging en medeplichtigheid).
Het formele strafrecht / strafprocesrecht bepaalt welke regels moeten worden gevolgd
wanneer een regel uit het materiële strafrecht (vermoedelijk) is overtreden.
Strafrecht is sanctierecht: Primair gericht op het opleggen van straffen, maar ook van
maatregelen, en de voorwaarden die hieraan gesteld worden.
o Straffen: opzettelijk toevoegen van leed aan een ander.
o Maatregelen: bijvoorbeeld beveiligen van de samenleving.
o In zowel Sr als Sv.
Het strafrecht dat is opgenomen in wetboeken, wordt het commune strafrecht genoemd.
Strafbepalingen in andere wetten vormen het bijzondere strafrecht.
Doelen en effecten van het strafrecht
Vergelding: zorgt voor morele genoegdoening.
Preventie:
o Generale preventie: een ander gestraft zien worden, en daarom niet hetzelfde
strafbare feit plegen.
o Speciale preventie: ten aanzien van de persoon die een strafbaar feit gepleegd heeft,
het niet nogmaals te plegen.
Reparatie.
Aard en functie strafprocesrecht
Het hoofddoel van het strafprocesrecht is de juiste toepassing van het materiële strafrecht op daders
mogelijk te maken. Nevendoelen zijn:
Speciale preventie: het enkel terechtstaan of toepassing van dwangmiddelen kan al een
nuttig preventief effect hebben (waardoor soms rechterlijk pardon kan volstaan ex. art. 9a
Sr);
1
, Generale preventie: derden kunnen ervaren dat verdachten in een strafproces worden
betrokken, dwangmiddelen op hen worden toegepast, zij moeten terechtstaan (denk aan
schandpaalschandaal).
Voorkomen eigenrichting;
Orde scheppen; en
Genoegdoening slachtoffer: door participatie in het strafproces.
Het strafprocesrecht stelt (behoorlijkheids-)eisen aan de wijze van opsporing, vervolging en
berechting en schept juridische waarborgen voor justitiabelen. Daarmee garandeert het een zekere
rechtsbescherming tegenover de overheid.
Bronnen van strafprocesrecht
Het Wetboek van Strafvordering (Sv).
o Bestaande uit 6 boeken.
o Plannen voor nieuw Wetboek van Strafvordering, gezien de onoverzichtelijkheid die
is ontstaan na vele wijzigingen en aanvullingen.
Bijzondere wetten.
Internationale rechtsinstrumenten.
o Mensenrechtenverdragen: EVRM.
o Recht van de Europese Unie: richtlijnen, grondrechtenhandvest.
Lagere wetgeving en beleidsregels.
Jurisprudentie.
Ongeschreven recht Beginselen van een goede procesorde.
Wetboek van strafrecht (Sr)
Het Sr bestaat uit drie boeken:
1. Algemene leerstukken: o.a. strafuitsluitingsgronden en poging.
2. Uitsluitend strafbepalingen en maximale straffen van misdrijven.
3. Uitsluitend strafbepalingen en maximale straffen van overtredingen.
Boeken zijn opgedeeld in titels, welke weer opgedeeld kunnen zijn in afdelingen.
Wetboek van strafvordering (Sv)
Het Sv bestaat uit 6 boeken, welke de chronologische volgorde van het strafproces volgen:
1. Algemene bepalingen: de belangrijkste bevoegdheden tijdens het opsporingsonderzoek.
2. Strafvordering in eersten aanleg: regelt de vervolgingsbeslissing van de OvJ en de hele
procedure voor de berechting van een verdachte door de rechtbank.
3. Gewijd aan rechtsmiddelen.
4. Niet van belang voor dit vak.
5. Niet van belang voor dit vak.
6. Tenuitvoerlegging.
Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
2
,Art. 1 Sv
‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.’
Art. 1 Sv bindt strafvorderlijk optreden overheidsfunctionarissen aan de wet. Wanneer die
handelingen personen beperken in de uitoefening van hun mensenrechten, zal er steeds een
wettelijke bepaling moeten zijn die bevoegd maakt tot dat specifieke optreden: een
bevoegdheidsverlenende norm.
Expliciete bevoegdheid (zie HR Bloedproef II).
Niet pre se altijd in Sv.
Delegatie toegestaan (bijv. 61a lid 3 Sv; 163 lid 10 WVW 1994).
Betekenis van algemene taakstelling politie (zie HR Stille sms).
o Wijzen van opsporing vereisen niet altijd een specifiek wettelijke grondslag zie
arrest.
Betekenis van beleidsregels.
Soms ‘inlezen’ in wettelijke bevoegdheid.
Het strafrecht heeft zowel functie als rechtsbescherming als instrumentaliteit (schild- en
zwaardfunctie). Het biedt fundamentele bescherming aan zowel verdachte als (potentiële)
slachtoffers.
Beginselen van een behoorlijke procesorde
Alle handelingen die in het strafproces worden verricht, moeten niet alleen voldoen aan de eisen die
de wet eraan stel, maar ook aan de beginselen van een behoorlijke procesorde. Deze zijn in de
jurisprudentie ontwikkeld.
a. Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging: voldaan moet zijn aan de eisen van
proportionaliteit en subsidiariteit.
b. Beginsel van zuiverheid van oogmerk: wanneer met een ander doel een bevoegdheid wordt
toegepast, dan het doel waarvoor de bevoegdheden zijn bedoeld, is er sprake van
détournement de pouvoir: misbruik van bevoegdheden.
c. Vertrouwensbeginsel: doet een vertegenwoordiger van de overheid een toezegging aan een
burger, dan moet het daardoor opgewekte vertrouwen doorgaans worden gehonoreerd,
tenzij zwaarwichtige belangen zich hiertegen verzetten.
d. Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen dienen op dezelfde manier behandeld te worden.
Klassieke uitgangspunten
Rechterlijke onafhankelijkheid;
Rechterlijke onpartijdigheid;
o Nederland werkt uitsluitend met beroepsrechters en niet met een burgerjury zoals in
andere landen soms het geval;
Vervolgingsmonopolie OM;
Opportuniteitsbeginsel;
Strafvorderlijke legaliteit;
Onschuldspresumptie (praesumptio innocentiae);
3
, Hoor en wederhoor;
Recht op rechtsbijstand;
Recht op vertaling en vertolking;
Zwijgrecht;
Interne openbaarheid;
Externe openbaarheid;
Motivering;
Onmiddellijkheidsbeginsel (zittingsrechter doet uitspraak o.b.v. materiaal dat tijdens de
zitten door hemzelf of ten overstaan van hem naar voren is gebracht).
Structuur van strafproces
Het strafproces bestaat uit twee fasen: het vooronderzoek en het eindonderzoek. Het vooronderzoek
kan via een vervolgbeslissing leiden tot een eindonderzoek.
Vooronderzoek/opsporingsonderzoek (132 Sv): ‘getemperd inquisitoir’ – eiser en verdachte
niet gelijkwaardig, omdat laatste slechts onderwerp van onderzoek is. Maar wel getemperd
omdat de overheid is gebonden aan allerlei wettelijke regels.
o Verzamelen bewijsmateriaal, voorbereiden vervolgingsbeslissing, verschillende
vormen.
o Meestal op basis van verdenking (art. 27 Sv).
o Vervolgbeslissing: dagvaarding, sepot (niet voor de rechter brengen) of
buitenrechtelijke afdoening.
Opportuniteitsbeginsel: OM is de ‘poortwachter’ tot rechter.
Eindonderzoek: ‘gematigd accusatoir’ – hoewel het OM een erg belangrijke rol heeft, heeft
de verdediging een aantal middelen.
o Bestaat uit onderzoek ter terechtzitting en mogelijk uit rechtsmiddelen (hoger
beroep en cassatie).
Tenuitvoerlegging.
Deelnemers van het strafproces
Opsporingsambtenaren
Verdachte
Raadsman
Hulpofficier van Justitie
Officier van Justitie
Rechter-Commissaris
Raadkamer rechtbank
Rechtbank
Slachtoffer (bijv. spreekrecht, maar kan ook (tevens) getuige zijn)
Getuige(n)
Deskundige(n)
De verdachte (art. 27 Sv)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pactasuntservanda. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.