Les 1: Basisbegrippen & cellen
Basisbegrippen
- Kennis hiervan is nodig voor goede communicatie in de kliniek en het voorkomen van
misverstanden
- Patiëntenkaart begrijpen
Functies van cellen
Algemeen
- Opname voeding en zuurstof
- Vorming van energie
- Afgifte afvalstoffen
Specifiek
- Darm: absorptie
- Lever: zuivering
- Zenuw: signalen
- Spier: contractie
- Bloed > rode bloedcellen: transport O2, witte bloedcellen: afweer
Communicatie tussen cellen
- D.m.v. signaalstoffen (neurotransmitters, hormonen)
- Celreceptoren (1 receptor voor elke signaalstof en deze zorgt voor kettingreactie in de cel)
- Remming signaal (losgelaten/afbraak signaal/molecuul)
Les 2: Celdeling en weefsels
Celdeling
➢ Uit 1 cel ontstaan 2 dochtercellen
- Celdeling voor groei & herstel
- Rode bloedcellen en zenuwcellen kunnen NIET delen
- Veel celdeling op plekken waar vaak/veel cellen vervangen moeten worden
Mitose
➢ Celdeling van gewone cellen > 2 kopieën van oorspronkelijke cel
- Voordat mitose plaatsvindt, worden chromosomen verdubbeld; 1 chromosoom bestaat nu
uit 2 chromatiden = ‘pootje’ van de X
1. DNA-moleculen rollen strak op
2. Chromosomen gaan naar midden van de cel
3. Centrosomen gaan ieder naar een kant
4. Centrosomen vormen trekdraden
5. Trekdraden binden aan chromatiden
6. … en rekken chromatiden uit elkaar
Meiose
➢ Celdeling van geslachtscellen = reductiedeling
- Voordat meiose plaatsvindt worden chromosomen verdubbeld
, 1. Chromosoomparen zoeken elkaar en gaan naar midden van de cel
2. Chromosoomparen worden uit elkaar getrokken en celmembraan snoert in > 2 cellen
3. Chromosoomparen verplaatsen zich in de nieuwe cellen weer naar het midden en
worden weer uit elkaar getrokken
Verschil mitose en meiose
- Mitose in gewone cellen & in 2n cel > 2x 2n cellen
- Meiose in geslachtscellen & in 2n cel > 4x 1n cellen = extra reductiedeling
Mutatie
➢ Een verandering in het DNA
- Spontaan, röntgen & UV-straling, medicatie, chemische stoffen
➢ Snel delende weefsels zijn gevoeliger voor chemische stoffen (huid, slijmvlies, beenmerg)
- Gevolgen: eigenschap komt niet tot uiting/nieuwe nuttige eigenschap/nieuwe nadelige
eigenschap/tumoren
Weefsels
Cel De kleinst levende eenheid van het lichaam
Weefsel Een groep samenwerkende cellen met ongeveer dezelfde bouw en functie, die goed met elkaar
communiceren en samenwerken om een gemeenschappelijke taak uit te voeren
Tussencelstof Materiaal tussen cellen, wat zorgt voor samenhang (cement & aan- en afvoer van stoffen)
Orgaan Groep samenwerkende weefsels (meestal verschillende soorten weefsels)
Orgaanstelsel Groep samenwerkende organen
Organisme Groep samenwerkende orgaanstelsels
1. Epitheel
Zuiver epitheelweefsel > bedekt lichaamsoppervlak en binnenkant van organen die in
contact staan met de buitenwereld (cellen zitten dicht bij elkaar) & bestaat uit één of
meerdere cellagen
Klierepitheel > epitheelweefsel gespecialiseerd in productie en uitscheiden van stoffen
Endocrien = uitscheiding via bloed, exocrien = uitscheiding via buisje
2. Bindweefsel
- Verstevigen van andere weefsels > ovale cellen met veel tussencelstof + vezels;
- Collageen = onelastisch, trekvast en buigzaam
- Elastine = erg elastisch
- Reticuline = netwerk in/rond (bloedvormende) organen
Vetweefsel > speciale cellen die grote hoeveelheden vet opslaan (onderhuid, buikholte)
3. Kraakbeen
- Zorgt voor stevigheid > ronde cellen met stevige tussencelstof (vezels collageen), slechte
doorbloeding en zeer weinig celdeling en daardoor moeilijk herstel
- Perichondrium = vlies om het kraakbeen > vorming kraakbeencellen
4. Botweefsel
- Botcellen met harde tussencelstof (+ collageenvezels tegen brosse botten & kalkafzettingen
voor harde botten)
- Periost = botvlies > goed doorbloed en bevat veel zenuwen
5. Bloed & bloedvormend weefsel
Bloed > transport van het lichaam en deel van afweersysteem
- Rode bloedcellen = erythrocyten, witte bloedcellen = leukocyten, bloedplaatjes =
thrombocyten, tussencelstof = bloedplasma
, Bloedvormend weefsel > beenmerg productieplaats van bloedlichaampjes. Productie van
witte bloedcellen in schildklier en lymfeknopen
6. Spierweefsel
Glad spierweefsel Dwarsgestreept spierweefsel Hartweefsel
(dwarsgestreept)
Autonoom bestuurd Willekeurig bestuurd Autonoom bestuurd
Trekt relatief traag samen Kan snel samentrekken
Niet snel vermoeid Sneller vermoeid Vrijwel onvermoeibaar
In de wand van organen Skelet- en huidspieren In het hart
Langgerekte cellen met 1 Lange vezels met meer Kortere weefsels, vormt
kern kernen netwerk
7. Zenuwweefsel
- Brengen prikkels over van de ene plek naar de andere
- Cellen met lange vertakking
- Zenuwcel = neuron, prikkel náár het lichaam = dendriet, prikkel van het cellichaam af =
axon
Les 3: Algemene ziekteverschijnselen
Kenmerken gezond dier
- Heldere, glanzende ogen
- Attent en nieuwsgierig
- Gladde, glanzende en gesloten vacht
- Turgor
- Goede eetlust
- Geen problemen met ontlasting/plassen
- Schone lichaamsopeningen
- Goede body-condition score
- Normale houding en gang
Kenmerken ziek dier
- Afwijkend gedrag
- Afwijkende houding en gang
- Afwijkende voedings- en verzorgingstoestand
- In het oog springende afwijkingen
Oorzaken van ziekten
Idiopatisch (= onbekende oorzaak)
Aangeboren
- Congenitaal = bij geboorte aanwezig
- Erfelijke afwijking > afwijking op DNA, wordt overgedragen
- Toevallig ontstaan tijdens dracht, wordt niet overgedragen
Verkregen
- Trauma > beschadiging door mechanisch, fysisch of chemisch geweld
- Vreemd voorwerp > corpus alienum (c.a.)
, - Tumor > nieuwgroei van cellen;
ongecontroleerd woekeren, afwijken van Naamgeving tumoren
gezonde cellen, niet gerangschikt liggen, - Goedaardig: + oom
geen functie hebben - Kwaadaardige bindweefseltumor: + sarcoom
➢ Maligne tumor = kwaadaardig - Kwaadaardige andere tumor: + cardinoom
➢ Benigne tumor = goedaardig
- Infecties > veroorzaakt door micro-organismen
- Afweerstoornissen
➢ Allergieën > te heftige reactie van afweersysteem
➢ Auto-immuunziekten > afweersysteem maakt antistoffen tegen eigen weefsels
- Vergiftiging > wanneer een teveel aan bepaalde stof binnenkomt
- Deficiënties > tekort aan bepaalde voedingsstoffen
- Stofwisselingsziekten > stofwisseling verloopt niet correct
- Doorbloedingsstoornissen > onvoldoende bloedvoorziening / afsterving
- Iatrocheen / verkeerd medicijngebruik
- Pychogeen
Symptomen
- Malaise (algemeen onwel bevinden)
- Verminderd alert/actief
- Staart tussen poten
- Verminderd uithoudingsvermogen
- Vermagering
- Doffe vacht
- Afwijkende pols/ademhaling/temperatuur
- Slechte eetlust en niet willen drinken
- 3e ooglid zichtbaar
Koorts - Peracuut: binnen enkele uren
- Signaalstoffen beschadigde cellen via warmtecentrum in hersenen - Acuut: binnen enkele dagen
> hyperthermie - Chronisch: langer dan 6 weken
Oedeem - Atrofie: afname in omvang
- Opstapeling van weefselvloeistof tussen cellen (door ontregelde - Hypertrofie: groter worden van
aan/afvoer) weefsel
- Warm/koud oedeem > ontsteking: warm, te hoge bloeddruk: koud
Syndroom Groep van symptomen die je vaak samen ziet
Subklinische ziekte Dier maakt ziekte zonder symptomen te laten zien
Pathognomonisch Symptoom dat zeer specifiek is voor bepaalde ziekte
symptoom
Degeneratie Het verlies van goede eigenschappen
Cel zal óf groter óf kleiner zijn dan normaal
Celkern is verschrompeld
Cel kan zijn normale functie niet meer uitoefenen
Ontstekingen
+ itis Rubor = roodheid
- Reactie van weefsel op prikkel Dolor = pijn
- Ontsteking <> infectie Calor = warmte
- Exsudaat = uitvloeiing Tumor = zwelling
➢ Sereus = waterig Functio laesa = functie verliezen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller racheldijkhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.