Aandelenoptierechten
Werkgevers kunnen aan hun werknemers het recht verlenen om onvoorwaardelijk
of onder bepaalde voorwaarden gedurende of na verloop van een bepaalde
periode aandelen in de vennootschap van de werkgever of in een met deze
vennootschap verbonden lichaam te kopen tegen een bepaalde prijs. Dit vloeit
voort uit artikel 10a lid 6.
Het voordeel dat bij de uitoefening of vervreemding van de optierechten wordt
behaald, wordt belast op het moment waarop de aandelenoptierechten worden
uitgeoefend of overgedragen aan een ander. Er wordt dus geen loonbelasting
ingehouden over de waarde van de optierechten ten tijde van toekenning.
Een aandelenoptierecht wordt vaak aan werknemers verstrekt om hen te binden
aan de onderneming. Door hen optierechten te geven, krijgen deze mensen een
direct belang in de onderneming. Vaak worden aandelenoptierechten toegekend
onder voorwaarde dat er een bepaalde periode moet zijn verstreken, voordat de
werknemer kan kiezen om de aandelenoptie uit te oefenen.
Aandelenopties kun je in verschillende vormen uitgeven, zo kan er een
onderscheid worden gemaakt tussen voorwaardelijke en onvoorwaardelijke
optierechten.
- Bij voorwaardelijke opties heeft de werknemer een toekomstig recht op die
opties, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze opties zien op
toekomstige werkzaamheden. Om van voorwaardelijke opties te kunnen spreken
zal er sprake moeten zijn van opschortende of ontbindende voorwaarde.
- Bij onvoorwaardelijke opties geldt dat de werknemer deze direct kan
uitoefenen vanaf het moment dat de optieovereenkomst tot stand is gekomen.
In casu mag de Hendriks deze aandelenoptierechten meteen uitoefenen. Er
is sprake van een onvoorwaardelijke optie. Dat betekent dus dat het
aandelenoptierecht wordt belast als Hendriks deze optierechten uitoefent. Maar
Philips is een niet-gelieerde vennootschap van Lichtmast BV. Er is dus niet
voldaan aan artikel 10a lid 7 en artikel 10a lid 6. Hendriks heeft immers
optierechten gekregen in een beursgenoteerd bedrijf dat geen verbonden
vennootschap is van de Lichtmast BV. Doordat er niet aan artikel 10a lid 6 wordt
voldaan, wordt de hoofdregel toegepast van loon in natura. Dat betekent dus dat
er wordt teruggevallen op artikel 10 en 13 LB. In deze gevallen moet de
belastingheffing dus plaatsvinden op het moment van onvoorwaardelijke
toekenning van dat optierecht.
Bijtelling auto
De regeling
De wetgever gaat er van uit dat als de werkgever een auto ter beschikking stelt
aan een werknemer deze auto altijd voor privédoeleinden wordt gebruikt. Alleen
als aantoonbaar blijkt dat de auto op kalenderjaar (jaarbasis) voor niet meer dan
500 km voor privé wordt gebruikt kan een bijtelling achterwege blijven.
Fiscale bijtelling
Het privégebruik van de auto wordt aangemerkt als loon in natura. Dit betekent
dat de werkgever verantwoordelijk is voor de fiscale bijtelling bij de werknemer.
Het percentage bijtelling waarover de belasting moet worden berekend is
afhankelijk van hoe milieu (on)vriendelijk de auto is. De uitstoot van CO₂ van de
auto is bepalend, hoe minder CO₂ uitstoot hoe lager het percentage van bijtelling.
De percentages die gelden voor fiscale bijtelling van de cataloguswaarde van de
auto zijn 25%, 20%, 14%, 7% en 4%. Als een auto ouder is dan 15 jaar is de
, bijtelling 35% van de waarde in het economisch verkeer. De werkgever moet de
loonheffing berekenen, inhouden en afdragen aan de Belastingdienst.
Als u in een auto van de zaak rijdt, moet uw werkgever een bedrag bij uw loon
optellen. Dit geldt omdat u voordeel heeft van het privégebruik. Het bedrag is de
zogenaamde bijtelling.
Geen bijtelling bij weinig privégebruik
Rijdt u niet meer dan 500 kilometer per kalenderjaar privé? En kunt u dit
bewijzen? Dan hoeft uw werkgever niets bij uw loon op te tellen. U kunt hiervoor
de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ gebruiken die u bij de Belastingdienst
aanvraagt.
Heeft u een bestelauto van uw werkgever? En gebruikt u die alleen voor werk
en niet privé? Dan kunt u een 'Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto'
indienen. Uw werkgever hoeft dan geen bijtelling bij uw loon te doen.
Een naheffingsaanslag LB is een aanslag in de vorm van een eindheffing. De
werkgever moet dit dus gaan betalen voor de werknemers en neemt het voor zijn
eigen rekening. In zo n geval genieten de werknemers een voordeel en moet er
over dit bedrag loonbelasting worden ingehouden. Dit heet ook wel brutering.
(Dat is dus het geval wanneer de werkgever loonbelasting moet inhouden over
de niet-verhaalbare loonbelasting). De werkgever kan ook verzoeken om een
normale naheffingsaanslag, die wel te verhalen is de werknemers. Maar als de
werkgever dit niet doet, dan is de naheffingsaanslag gewoon een eindheffing en
kan hij die niet verhalen op de werknemers, en is het gewoon een belasting voor
de werkgever en niet de werknemer.
De Belastingdienst heeft deze vrije keuze niet. De Belastingdienst zal een
naheffingsaanslag naar de werkgever sturen in de vorm van een eindheffing.
Deze eindheffing kan de werkgever niet verhalen op de werknemers en moet
deze dus zelf betalen. Hierdoor ontstaat een voordeel voor de werknemers. Er
moet dan weer Loonbelasting worden betaald, en dan over de niet-verhaalbare
loonbelasting.
Als de inhoudingsplichtige niet wenst om deze eindheffing zelf te betalen, dan
kan hij een normale naheffingsaanslag aanvragen, die hij wel op zijn werknemers
kan verhalen. Het is dus de inhoudingsplichtige die de loonbelasting op de
werknemers verhaalt en niet de Belastingdienst. De Belastingdienst zal nooit
direct de werknemers aanspreken, omdat de Belastingdienst de
naheffingsaanslag naar de inhoudingsplichtige stuurt.
Wat zijn aanspraken
In de fiscale literatuur echter, wordt het wel eens gedefinieerd als loon in de vorm
van een recht zijnde tegenhanger van een recht op loon, zoals tantiemes,
vakantietoeslagen etc.
Een aanspraak laat zich omschrijven als:
- Gevallen waarin voor de werknemer naast de contante beloning een
voorziening wordt getroffen, krachtens welke die werknemer of zijn
nabestaanden aanspraken verwerven om op een toekomstig tijdstip – in
het algemeen bepaald door de beëindiging van de dienstbetrekking – al
dan niet onder bepaalde voorwaarden in het genot te worden gesteld door
één of meer uitkeringen.
Aanspraken worden in principe belast
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller johanloo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.