Samenvatting Geschiedenis VWO6 Historische Context Verlichting en Democratische Revoluties
29 views 3 purchases
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Dit document omvat een samenvatting van het vak geschiedenis voor vwo-6 leerlingen over de historische context 'verlichting en democratische revoluties'. Hier wordt de begin- en eindtijd van deze periode verklaard, bijbehorende kenmerkende aspecten genoemd, verplichte voorbeelden uitgelicht, belang...
Samenvatting Geschiedenis Verlichting en Democratische Revoluties (1650-1848)
Verklaring begin- en eindtijd:
1650 In delen van (West-)Europa ontstaat het verlichte denken. Traditie en (bij)geloof
maken plaats voor verstand en rede. Ook wordt er getwijfeld over de rol van God in
het leven.
1848 Thorbecke maakt de grondwet waarin de parlementaire monarchie wordt vastgelegd.
Dit gebeurt in een tijd waar het erg onrustig was in Europa. Er waren door het
liberalisme beïnvloedde revoluties met als doel: meer inspraak voor de burgers op het
bestuur van het land en een beter bestaan.
Bijbehorende kenmerkende aspecten:
23 Het streven van vorsten naar absolute macht.
26 De wetenschappelijke revolutie.
27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat wordt toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over
grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.
Welke ideeën ontstaan tijdens de Verlichting over de ideale samenleving, 1650-1789?
Verplichte voorbeelden:
K.A. 26/27 Immanuel Kant (1724-1804)
→ Duitse filosoof die waarschuwt voor het gevaar van radicalisme als gevolg van
het consequent doorvoeren van rationalisme.
K.A. 26/27 John Locke (1632-1704) & Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
→ Beiden zijn voorstander van het sociaal contract. Volgens Locke is er een
natuurwet, door God ingesteld, die voor iedereen bepaalde grondrechten heeft
vastgelegd. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van deze
grondrechten, ook als ze de verantwoordelijkheid overdragen aan een
centraal gezag. Als deze het vertrouwen van het volk beschaamt, kan het volk
de uitvoering van de grondrechten weer in eigen hand nemen.
Rousseau gaat nog verder, want hij is een voorstander van de directe
democratie waarin een volksvergadering beslist over wetgeving. Wetten
worden dus niet door een afvaardiging gemaakt, er is sprake van een
volkssoevereiniteit. Wel ziet ook Rousseau de noodzaak van een scheiding
van machten.
K.A. 26/27 Baruch Spinoza (1632-1677)
→ Hij bracht zijn leven door in de Republiek tijdens de Gouden Eeuw en hechtte
veel waarde aan onafhankelijkheid. Volgens Spinoza is alles wat bestaat, dus
ook de mens zelf, een verschijning van God. Dit was revolutionair, omdat
daarmee het beeld van de almachtige God die kan ingrijpen in het dagelijks
bestaan aan de kant wordt geschoven. Spinoza is een voorvechter van
vrijheid van meningsuiting, maar zijn werken mogen slechts in het geheim
gepubliceerd en gelezen worden.
, K.A. 26/27/28 Voltaire (1694-1778)
→ Dankzij zijn politieke uitspraken regelmatig in conflict kwam met gezag en
daardoor een zwervend bestaan leidde. Hij is een voorvechter van vrijheid van
meningsuiting en godsdienst. Wel is hij tegen inspraak van het volk, omdat hij
gewone mensen niet geschikt vindt. Zijn uitgangspunt: ‘Alles voor het volk,
niets door het volk’. Dit geldt ook voor veel verlichte absolute vorsten.
Verlichte ideeën in vogelvlucht
1. Verlichte denkers publiceren ideeën over soevereiniteit, de relatie tussen vorst en
onderdanen, staat en burgers, vrijheid en gelijkheid. De inrichting van de
samenleving moet op de rede gebaseerd zijn. Voorbeelden: Locke en Rousseau.
2. De ontdekking en publicatie van natuurwetten stimuleren de discussie over de
invloed van God op het dagelijks leven. Hierbij worden ideeën geformuleerd over
religieuze tolerantie en scheiding van kerk en staat. Voorbeelden: Spinoza en Voltaire
Verlichte stromingen (twee verschillende denkvormen)
1. Empirisme → de mens bouwt kennis op d.m.v. waarneming en ervaring.
→ Zij bouwen voort op de ideeën in de wetenschappelijke revolutie
2. Rationalisme → de rede is de enige/voornaamste bron van kennis.
→ Descartes (1596-1650) was een rationalist. Hij vindt dat je via je eigen
waarnemingen tot absolute kennis moet komen. Hij twijfelt veel, maar dat
geeft hem wel de zekerheid dat hij bestaat; “Ik denk, dus ik ben”.
Door de verlichting groeit het vertrouwen in het menselijke verstand en de rede, want de
regels die door kerk en machthebbers zijn voorgeschreven worden nog eens kritisch
bekeken. Mensen zien meer ontwikkelingsmogelijkheden voor zichzelf en de wereld om hen
heen. Dit leidt tot optimisme en een ongekend vooruitgangsgevoel.
Verschillende soorten verlichte denkers:
1. Gematigde denkers → zij zoeken een evenwicht tussen rede en traditie (religie)
2. Radicale denkers → zij gaan uit van universele waarden (rationalisme) als
democratie, gelijkheid en vrijheid van meningsuiting.
→ Verlichte denkers als Immanuel Kant waarschuwen voor het gevaar van radicalisme.
Absolutisme
Tegelijkertijd wordt er bij Europese vorstenhuizen gebied uitgebreid en meer gecentraliseerd.
De Franse koning Lodewijk XIV is een voorbeeld van een absoluut vorst die zijn allerlei
maatregelen neemt om zijn macht verder uit te breiden. Hij beroept zich hiervoor op het
‘droit devin’: het goddelijk recht om namens God te regeren. Maar de centralisatiepolitiek
zorgt ook voor een probleem: de koning geeft veel te veel geld uit en de staatskas raakt op.
Publieke opinie
Doordat de ideeën van de Verlichting snel verspreiden via o.a. boeken en pamfletten
verandert de politieke cultuur: steeds meer mensen gaan zelf nadenken over macht en
religie. Vorsten moeten dus meer rekening gaan houden met de publieke opinie in alle
lagen van de bevolking. De publicatie van (radicale) verlichtingsideeën wordt door overheden
sterk in de gaten gehouden en soms zelfs verboden.
Verlicht absolutisme
Er zijn wel vorsten die verlichte ideeën overnemen zonder het absolutisme los te laten. Voor
hen wordt het algemeen belang van onderdanen steeds belangrijker (zoals onderwijs,
rechtsgeleerdheid en eenheid). “Alles voor het volk, niets door het volk”. Voorbeelden:
Jozef II (Oostenrijk), Frederik de Grote (Pruisen), Catharina de Grote (Rusland).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraschreuder02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.