Kennismaking Onderzoeksmethoden En Statistiek (201800171)
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
lauraschreuder02
Reviews received
Content preview
Begrippenlijst Hoorcollege KOM Correlationeel 1
Correlationeel onderzoek Onderzoek waarbij wordt gekeken naar de relaties
tussen eigenschappen.
PAC Acroniem waarmee de onderdelen van een goede
correlationele onderzoeksvraag worden benoemd.
Populatie De groep mensen (of dieren/objecten) die de
onderzoeker wilt onderzoeken.
Association De onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er
verwacht wordt.
Causaliteit Onderzoeksvragen die een oorzaak/gevolg verband
beschrijven.
Constructs De kenmerken die de onderzoeker van de mensen wil
weten en meten en waartussen er een verband
verwacht wordt.
Inferentiële statistiek Op basis van de gegevens die we hebben, willen we
uitspraken doen over de gehele populatie
(generaliseren).
Likert schaal Veel voorkomende meetschaal bij surveys. Bepaalde
type vraag waar mensen aangeven in hoeverre ze het
eens/oneens zijn met een bepaalde stelling (vaak
vijfpunts-schaal).
Schaalscore Wanneer verschillende antwoorden in kwantitatief
onderzoek worden samengevoegd.
Externe validiteit Dat je conclusies kunt trekken die verder gaan dan de
onderzochte groep (generaliseren). Externe validiteit is
vaak hoog bij een aselecte steekproef en laag bij een
selecte steekproef.
Aselecte steekproef Wanneer respondenten op basis van toeval in een
steekproef worden opgenomen.
Doelpopulatie Deel van de populatie dat gedekt is tijdens het proces
van steekproef trekking (staat wel op de lijst).
Dekkingsfouten Mensen die wel tot de populatie behoren maar niet op
de lijst staan. Deze fouten kunnen een vertekening van
de werkelijkheid veroorzaken (als de dekkingsfouten
wezenlijk anders zijn dan de doelpopulatie).
Non-response fouten Niet iedereen die uitgenodigd is voor het onderzoek
heeft ook daadwerkelijk meegedaan. Deze fouten
kunnen een vertekening van de werkelijkheid
veroorzaken (als de non-response personen wezenlijk
anders zijn dan de doelpopulatie).
Operationalisatie Van de conceptuele definitie naar de operationele
definitie.
Categorische variabelen Verschillende variabelen die zijn onderverdeeld in
verschillende categorieën. Elke categorie is gelijk
(evenveel waard). Komt overeen met en nominaal
meetniveau.
Kwantitatieve variabelen Variabelen waar een getal aan gegeven kan worden
(niet evenveel waard).
Voorwaarden causaliteit:
Covariance (covariantie)
Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg.
Temporal precedence (volgorde in tijd)
De oorzaak moet in tijd voorafgaan aan het gevolg.
Internal validity (interne validiteit)
Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten.
Dataverzamelingsmethoden
Observatiestudies
→ Gegevens verzamelen door feitelijk gedrag te observeren: kijken, luisteren,
beoordelen.
Bestaande gegevens / big data
Vragenlijsten (surveys)
→ Gebruikt om gedrag of opinies te meten.
→ Voordeel: Er worden verschillende aspecten over hetzelfde theoretische
begrip gemeten, dus je krijgt een representatiever antwoord (breed scala).
Aselecte steekproef
Steekproef representatief voor de hele populatie
Generaliseren van steekproef naar populatie mogelijk
Hoge externe validiteit
Soorten aselecte steekproeven:
Enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sample)
→ Lijst nodig van iedereen in de populatie.
→ Gebruik computer om willekeurig participanten te selecteren.
→ Nadeel: lijst is niet altijd mogelijk (niet beschikbaar/compleet).
Gestratificeerde steekproef
→ Steekproef op basis van verschillende categorieën van bepaalde subgroepen.
→ Willekeurige respondenten worden gekozen uit een lijst per categorie
(enkelvoudige aselecte steekproef) om de verdeling van de populatie ook
terug te laten komen in de steekproef.
Cluster steekproef
→ Steekproef waarbij mensen gegroepeerd zijn in bepaalde clusters.
→ Wanneer er niet één lijst van de gehele populatie beschikbaar is, maar wel
lijsten per cluster beschikbaar zijn.
→ Iedereen binnen een cluster wordt ondervraagd.
Getrapte steekproef
→ Clustersteekproef + ander soort steekproef
→ Hierbij wordt dus niet iedereen binnen een cluster ondervraagd.
Systematische steekproef
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraschreuder02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.