Democratieën, autocratieën en transities – deeltentamen 1
Hoorcollege 1 – introductie
Er zijn veel verschillende theorieën over waarom sommige landen autocratieën en sommige
democratieën zijn, zoals sociale, internationale of institutionele theorieën.
Van staatsgreep naar de stembus
Er is iets opvallends aan de hand omtrent het verval van democratie wanneer je de Koude
oorlog tijd vergelijkt met de huidige tijd. In de Koude Oorlog periode viel democratie vooral
weg door middel van staatsgrepen met geweld. De staatsgrepen destijds waren grotendeels te
verklaren door de proxy wars, welke werden uitgevochten in de Koude Oorlog. In de huidige
tijd zijn staatsgrepen zeldzaam. Een staatsgreep is dus geen reden meer voor het verval van
democratie, maar wat dan wel?
Volgens het boek ‘hoe democratieën sterven’ zou de democratische vermindering beginnen
bij de stembus.
Longitudinale variantie
Longitudinale variantie betekent dat het gemiddelde democratieniveau van een land in een
bepaald jaar hoger was dan het gemiddelde of lager. In sommige landen zie je een groei of
juist een daling. We zien bij veel landen een incrementele daling in het democratieniveau de
laatste jaren. Interessant is dat deze dalingen gebeuren door gekozen leiders, door legale
middelen.
De daling van de democratie lijkt vooral terug te zien in grote landen, grote democratieën,
zoals India en de VS.
Van stembus tot protest
Bij een protest binnen een democratie gaat het niet om een poging om het gehele regime te
veranderen, maar om een ontevredenheid om het beleid. De overheid kan hier vervolgens op
reageren, of juist niet. Een recent voorbeeld hiervan is het Boerenprotest.
Maar bij een protest in een land die in het midden zitten van de democratiemeting, zoals Chili,
zit het anders. Deze protesten hebben de potentie om het regime te beïnvloedden op een
andere manier als bijvoorbeeld het Boerenprotest in Nederland.
In Chili gaat het protest niet om een specifiek beleid, maar over een groot aantal dingen. Het
feit dat Chili zoveel jaren onder een dictatuur werd bestuurd, is relevant voor datgene waar
mensen vandaag voor protesteren. In Chili was er in 1973 een militaire omverwerping van de
regering door Pinochet. Hij regeerde het land tot 1990, en op dat moment werd een grondwet
onderhandeld met andere elites om op een niet-gewelddadige manier over te schakelen naar
democratie. Maar die grondwet bleek voor veel mensen erg uitsluitend en legde veel macht in
handen van elites in het land. Blijkt dat de miljardairs in Chili evenveel rijkdom hebben als
25% van het bbp van het hele land. Dat is een waanzinnige hoeveelheid rijkdom ongelijkheid.
,Literatuur – Introductie ‘Determinants of Democratization’ van Jan Teorell
In zijn boek probeert Jan de vragen over democratieën en autocratieën te beantwoorden,
waaronder waarom sommige landen democratisch zijn en andere niet, vormen die zij
aannemen, de invloed erop enzovoort. Hij probeert deze vragen te beantwoorden door te
kijken naar de verbetering omtrent democratie in de afgelopen 35 jaar.
- Het Middellands zeegebied in 1974: in Griekenland, Portugal en Spanje kwam het
dictatorschap ten val en werden er gekozen overheden neergezet
- Zuid-Amerika in de jaren ’80: democratie werd gevestigd in verschillende landen
- Azië: de Filipijnse dictatuur werd omgeworpen, gevolgd door
meerpartijenverkiezingen in Zuid-Korea, Nepal en Bangladesh.
- Oost-Europa eind jaren ’80: desintegratie van het een partij heerschappij van het
voormalig Sovjetblok. Al snel loste de Sovjet-Unie op in onafhankelijke staten met
meerpartijenverkiezingen.
- Afrika in de jaren ’90: transitie van dictatuur naar democratie.
- Begin van het millennium: wereldwijd kwam democratie verder opgang.
Deze verandering in de totstandkoming van democratische praktijken wordt ook wel
de derde golf van democratisering genoemd.
Maar ondanks de trend van democratisering, wordt de derde golf ook ontsierd dor
onderstromen in de tegenovergestelde richting. In de loop van de tijd hebben in bepaalde
landen veranderingen voorgedaan in de richting van democratie en er weg van, zoals in
Turkije, Thailand, Pakistan en Haïti. Maar er zijn ook autoritaire regimes die nooit echt zijn
‘geraakt’ door de golf van democratie.
Welke krachten hebben regimeverandering en stabiliteit in landen over de hele wereld
aangestuurd? Er zouden 4 theorieën zijn die hier antwoord op geven
1. Moderniseringstheorie (Lipset): de democratisering zou het resultaat zijn van een
algemene trend in de richting van verdere economische ontwikkeling, industrialisatie
en onderwijsuitbreiding.
2. Transitieparadigma (Carothers): democratie wordt van bovenaf tot stand gebracht door
strategische vaardigheden en soms geluk van elite-actoren.
3. Sociale krachten (Bellin): de derde golf van democratisering is teweeggebracht door
massale mobilisatie van onderaf, namelijk de arbeidersklasse.
4. Boix, Acemoglu, Robinson: democratische instellingen zijn door rijken verleend als
een concessie aan de armen.
Teorell beargumenteerd in zijn boek daarentegen dat hoewel elk van een benadering een kern
van waarheid bevat, zij onvolledig zijn. Hij gebruikt voor zijn argumentatie een grotere n-
studie en een meer systematische inzet van diepgaande case-studies.
,Dus welke factoren speelden dan wel en niet mee in de derde golf (volgens Teorell)?
- Lispet stelt in zijn moderniseringstheorie dat sociaaleconomische modernisering dat
democratisering teweeg had gebracht. Teorell is het hier mee eens maar voegt eraan
toe dat modernisering een invloed heeft op de uitkomst van het regime, door de
autoritaire omkeringen te belemmeren, in plaats van overgangen naar democratie te
bevorderen. Modernisering helpt landen te voorkomen naar ‘beneden te vallen’ in hun
proces naar democratie, maar niet verder ‘op te klimmen.
o Bovendien stelt Teorell dat het meest effectieve component van modernisering
media-toename/verspreiding is, en niet onderwijs of industrialisatie.
o Maar de democratie bevorderende effecten van media kunnen zich niet
voordoen onder autoritaire omstandigheden. Wil de media werken als een
waarborg voor de democratie, dan moet er enige persvrijheid worden
gecreëerd.
- Maatschappelijke modernisering, gepaard met economische ontwikkeling, draagt dus
op lange termijn bij aan de instandhouding van democratie.
- Maar op groei op korte termijn heeft een tegenovergesteld effect: economische
opleving helpt een autocratie te ondersteunen, terwijl economische crisissen een
overgang naar democratie veroorzaken.
- Alleen vreedzame demonstraties zijn effectief in het bevorderen van democratisering,
terwijl het gebruik van gewelddadige middelen zoals rellen of zelfs gewapende
opstand grotendeels ondoeltreffend is.
o Gewelddadige oppositie helpt het gebruik van repressie te legitimeren,
waardoor het succesvoller is in het onderdrukken van verzet.
o Vreedzaam protest kan daarentegen grotere delen van de bevolking opwekken.
Wanneer het regime ervoor kiest om protest door de loop van een geweer te
confronteren, stimuleert morele verontwaardiging bovendien de mobilisatie
van het tegenregime, zowel in eigen land als internationaal. Een succesvolle
volksuitdaging verstoort uiteindelijk het materiële en andere draagvlak van het
regime. De divisies binnen de elite worden daardoor verergerd en bereiden het
toneel voor op een democratische overname.
, Hoe een meer-partijen autocratie kan leiden tot democratisering (Teorell)
In een autocratie met meerdere partijen is een dubbele strijd, waarbij de gevestigde elites en
de oppositie tegelijkertijd strijden om stemmen in de kiesarena en worstelen over de regels die
deze arena vormen. Ofwel door inspanningen om het kiesstelsel te hervormen, dat vaak in het
voordeel van de zittende partij wordt opgetuigd, of door te worstelen met het opzetten van
onafhankelijke instellingen voor onpartijdig bestuur en oplossing van geschillen na de
verkiezingen, probeert de oppositie de verkiezingsstrijd naar grotere onzekerheid te trekken.
De gevestigde partij, die een hekel heeft aan onzekerheid, worstelt om dergelijke
hervormingen te weerstaan. Het eindresultaat zou verandering kunnen zijn in de richting van
de oppositie of van het regime, waardoor automatische meer-partijenconcurrentie een inherent
onstabiel evenwicht is.
De logica van deze onstabiele dynamiek heeft echter de neiging om autocratie met meerdere
partijen in de richting van democratisering te duwen. Om te beginnen creëert het aantal
verkiezingen waaraan niet alleen de regerende partij deelneemt, een arena die niet beschikbaar
is onder andere institutionele omstandigheden waarin rivaliserende partijfracties klachten
kunnen uiten. Meerpartijenverkiezingen, hoe beheerst, opgetuigd en oneerlijk ze ook mogen
zijn, vormen dus een factor die gunstig is voor democratisering. Bovendien kunnen deze
divisies de prikkels voor wat mogelijk verdeelde oppositiepartijen zijn om hun krachten te
bundelen en de regerende partij uitdagen onder een uniforme vlag - een extra voorwaarde die
gunstig is voor democratisering. Deze twee processen - verdeeldheid binnen het gevestigde
regime en eenwording van de oppositiekrachten - versterken elkaar.
Teorell beweert concluderend dat een succesvolle toekomstige theorie van
democratisering elementen uit drie benaderingen moet bevatten: structurele
omstandigheden, strategische interactie tussen elite-actoren en populaire mobilisatie van
onderaf.
- Structurele omstandigheden beïnvloeden de regime-voorkeuren van het grote publiek,
wiens actie (of dreiging van actie) wordt beantwoord aan (of verwacht door) elites in
functie die beslissingen nemen over regime-verandering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunaserra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.