- 39 uren hoorcollege (maandag 17-20u aula QA)
- 26 uren werkcollege (taak: temperament vragenlijst over jong kind)
- (Handboek: Child Development, Laura Berk (9de editie))
- Hoorcolleges = leerstof → niet enkel de PowerPoint
Examen
- Meerkeuze examen (zonder giscorrectie + standaardsetting)
- 75% examen over de theorie (kennisvragen & inzichtvragen (+- 30))
- 25% taak
- Slagen voor het examen en totaal van de punten
- Punten zijn overdraagbaar tussen verschillende zittijden
Inhoud cursus
- Hoofdstuk 1 (groot)
• Inleiding
• History of childhood
• Grote stromingen
- Hoofdstuk 2: Pre- en postnatale ontwikkeling en gedragsgenetica
- Hoofdstuk 3: Gedragstoestanden en leerprocessen
- Hoofdstuk 4: Cognitieve ontwikkeling (groot)
- Hoofdstuk 5: Morele ontwikkeling
- Hoofdstuk 6: Hechting
➔ Ontwikkelingspsychologie = De wetenschappelijke studie van de
veranderingsprocessen en stabiliteit bij een individu vanaf de conceptie tot aan de
dood op verschillende domeinen in wisselwerking met de omgeving.
Child development = ontwikkelingspsychologie specifiek over de kindertijd.
Lifespan development = levenslooppsychologie
Human development = Om het interdisciplinaire karakter van studies en ontwikkeling te
benadrukken. Dat kunnen vele wetenschappen zijn bv. geneeskunde,
neurowetenschappen, sociologie…
Het is een vakgebied dat in grote mate ontstaan is door allerlei praktische vragen en
bekommernissen die mensen hebben. Die bekommernissen hebben te maken met het
opvoeden van kinderen, waar iedereen iets mee te maken heeft. Iedereen is ooit opgevoed
en velen zullen later zelf kinderen opvoeden. Er is een soort van natuurlijk verband tussen
de ontwikkelingspsychologie en pedagogiek (opvoedkunde).
Wat is wetenschap? Welk soort vragen kan wetenschap beantwoorden? Wat zijn de
grenzen en wat ligt daarbuiten? Wat zijn niet wetenschappelijke vragen? Als het gaat over
opvoeding van kinderen zijn alle bekommernissen niet wetenschappelijk. Het zijn
praktische vragen. De wetenschap kan hierover van alles zeggen (bv. cognitieve
ontwikkeling), maar dat is niet hetzelfde. Dat is het grote verschil tussen (empirische)
wetenschap, dat objectief, neutraal een waardenvrij is. Daarentegen zit pedagogiek vol
met waarden.
➔ Spanningsveld: kennis & wetenschap vs. vertaling naar beleid.
Wetenschap wil zich vooral bezig houden met feiten en relaties tussen feiten.
,H1: GESCHIEDENIS, BEGRIPPEN EN
STROMINGEN
1. INLEIDING
1.1. DOMEINEN VAN ONTWIKKELING
a) Fysiek = lichamelijke veranderingen & functies, perceptie en motoriek
b) Cognitief = veranderingen in intellectuele vaardigheden: denken, aandacht,
geheugen, creativiteit & taal
c) Socio-emotioneel = veranderingen in emoties, zelfconcept, identiteit en sociale
relaties
Wisselwerking tussen de 3 domeinen.
• Cognitieve ontwikkeling beïnvloedt de socio-emotionele ontwikkeling:
- Als u denkt aan empathie (inleven in de anderen) situeert men zich klassiek
in dat socio-emotionele domein. Om dat te kunnen doen, is er een essentiële
voorwaarde die van cognitieve aard is. Men moet zich dit kunnen voorstellen
en zich in de positie van de andere plaatsen via perceptie. M.a.w. impliceert
het in staat zijn om het perspectief van de andere in te nemen, dat je je ook
kan inleven in de gevoelens van anderen.
- Heel vroeg in de ontwikkeling is het wellicht zo dat diepe gehechtheid ten
aanzien van de primaire opvoeder (moeder) veel te maken heeft met het
cognitief in staat zijn een object te beschouwen los van zichzelf. Dat noemt
men objectpermanentie. In de ontwikkeling doen beide fenomenen zich op
hetzelfde moment voor (zie hoorcollege hechting).
• Socio-emotionele ontwikkeling beïnvloed ook de cognitieve ontwikkeling:
- Temperament beïnvloedt hoe gedreven mensen zijn:
• De fysieke ontwikkeling heeft een impact op de socio-emotionele ontwikkeling.
- De puberteit gaat gepaard met allerlei lichamelijke veranderingen, die
veranderingen brengen een impact mee op het zelfbeeld.
- Een kind leert fietsen waardoor de kinderen en ouders trots worden.
- Impact van zwaarlijvigheid op het zelfbeeld.
• De socio-emotionele ontwikkeling beïnvloedt de fysieke ontwikkeling.
- Eetstoornis wordt veroorzaakt door sterke vormen van stress.
- Haaruitval door stress.
, 1.2. LEVENSFASEN
Nieuwe periode die sinds kort pas onderscheiden wordt, namelijk “emerging adulthood”.
Dit is een relatief recent fenomeen. De volwassenheid wordt nu wat langer uitgesteld in
vergelijking met eerdere perioden. Dat evolueert en heeft met culturele ontwikkeling te
maken.
In de Engelstalige literatuur komt dit niet altijd overeen:
➔ Engelstalige termen worden niet gevraagd op het examen.
Infancy: 0-1 jaar
Todlerhood: 1-2 jaar
Early childhood: 2-6 jaar
Middle childhood: 6 – 12 jaar
1.3. ONTWIKKELINGSTHEORIEËN
Een theorie probeert een aantal fenomenen enerzijds te beschrijven, maar anderzijds ook
te verklaren. Er zijn altijd twee elementen, namelijk het beschrijvende en verklarende
aspect. Dit verklarende aspect dient om meer inzichten te verkrijgen.
Zo een theorieën kunnen specifiek gericht zijn op een domein of algemeen geformuleerd
worden.
= beschrijven & verklaren van gedrag op een specifiek gebied (bijvoorbeeld cognitieve
ontwikkeling, gewetensfunctie) of in het algemeen (bijvoorbeeld Freud,
informatieverwerking, systeem-dynamische theorie).
Spanningsveld inductie vs. deductie:
- Inductie = op grond van empirische data samenvattend een theorie of
theoretische stelling proberen te formuleren.
- Deductie = de theorie gebruiken om zaken af te leiden en hieruit een voorspelling
te maken naar een concrete werkelijkheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentsammie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.