Hoofdstuk 1: Historische inleiding en
situering
1. Situering neuropsychologie
• Er wordt pas sinds 1936 van neuropsychologie gesproken. Het is dus een heel ‘jonge’,
recente wetenschap!
• Neuropsychologie = discipline die de relatie tussen hersenen en gedrag bestudeert; zowel
diagnostiek als therapie
o Bijv. mensen die veel drinken: we zien neurodegeneratie aan de frontale lob met
gevolg dat remmingen weggaan en ze (nog) meer beginnen te drinken of zichzelf
hier niet meer uit kunnen trekken
o Wikipedia: “Neuropsychologie is de psychologie die zich bezighoudt met de functies
van het brein en de relatie daarvan met gedrag”.
o Neuropsychologie bestaat uit twee delen: neuro = zenuwen (of de hersenen) en
psychologie = gedrag bestuderen
o Een neuropsycholoog is een psycholoog die in de gezondheidszorg werkzaam is en
die zich bezighoudt met zowel diagnostiek als therapie van problemen die te
maken hebben met cognitieve problemen
▪ Problemen die ontstaan door hersenaandoeningen
▪ Er zijn diverse oorzaken: het kan zowel aangeboren als aangeworven zijn
o Voorbeeld: Phineus Gage, het is iemand met een focaal hersenletsel aangezien hij
een speer frontaalkwab
▪ Het is door de bestuderen welke impact dit letsel heeft frontaal op zijn
gedrag
▪ Men gaat kijken welke gedragingen dat die patiënt stelt bijv. problemen met
impulsiviteit en wanneer de patiënt dood is gaat men gaan kijken waar
precies in de hersenen het letsel zich voordoet
▪ Dit is een enkelvoudige associatie maar de bewijskracht hiervan is niet zo
groot
• Tweezijdige relatie:
o Bepaalde gedragingen wel of niet stellen kan een invloed hebben op ons gedrag (ons
brein heeft impact op onze gedragingen). Maar ook: relatie van gedrag en de impact
daarvan op ons brein. (bidirectioneel!)
▪ Een bepaald letsel in het brein zorgt dat er bepaald gedrag te veel of te
weinig gesteld wordt (er is sprake van gedragsproblemen)
▪ Het is een correlatie (wederzijdse beïnvloeding)
o Zeker bij jonge kinderen zijn hersenen zeer plastisch (we kunnen onze hersenen
gaan beïnvloeden) → cognitieve training invloed
o Gezonde hersendelen kunnen functie van beschadigde hersendelen overnemen
• Voorbeeld: bij oudere mensen (rust roest), het gaat over mensen die stationair in de zetel
blijven zitten in de woonzorgcentra, dat heeft een impact op het cognitief functioneren (als
men niet meer fysiek bezig is dan gaat dit proces alleen nog maar versnellen
o Fysieke activiteit heeft een positieve invloed op het cognitief functioneren
▪ Fysieke activiteit kan een impact hebben op de werking van het brein en
daardoor ook op het cognitief functioneren)
1
, Klinische neuropsychologie
• De witte stofbanen die leiden naar de frontaalkwab
o Bij eenzame ouderen, als zij actief terug opzoek gaan naar sociale contacten en
terug in het sociaal netwerk gaan functioneren, dit gaat niet alleen de eenzaamheid
oplossen maar het heeft ook een positieve invloed op de associatiebanen naar de
frontale kwab
o Gedragingen die gesteld worden kunnen ook een impact hebben op het brein
• Twee toepassingen neuropsychologie:
o 1. Wetenschapsgebied dat oplossing probeert te vinden voor theoretische
vraagstukken → onderdeel van cognitieve neurowetenschappen
▪ Mensen die onderzoek doen binnen de neuropsychologie
▪ Bijv. het lokalisatievraagstuk: welk hersendeel is belangrijk voor taal?
o 2. Klinische toepassing die tracht om het cognitief functioneren op een
systematische manier te onderzoeken en te beschrijven (vragenlijsten,
observaties,…) → zelfstandige discipline
▪ Vaak komen mensen met klachten, het is belangrijk om je niet enkel te
focussen op de klachten. Je moet alles in kaart brengen om juiste uitspraken
te kunnen doen (ook kijken naar de dingen die nog wel goed lopen)
▪ Er moet kennis zijn van ziektebeelden, cognitieve domein enz
• Goede neuropsycholoog moet goede theoretische kennis hebben, maar ook goed zijn op
praktisch vlak (eigenlijke testjes afnemen)
• Kennis en inzicht in cognitieve functies en ziektebeelden is noodzakelijk.
o Wat je niet kent ga je niet diagnosticeren, de theoretische kennis van een aantal
ziektebeelden zijn soms niet goed gekend waardoor hier niet wordt aan gedacht
o Bijv. een vrouw van 40 jaar die al in veel centra van geestelijke gezondheid
▪ Emotionele ups-and-downs, emotionele instabiliteit, labiliteit
▪ Diagnoses die ze allemaal heeft gehad: borderline, bipolair, manisch
depressief → de diagnose die je stelt heeft een invloed op de behandeling
die ze kreeg
▪ De effectieve diagnose: frontotemporale dementie
• Als neuropsycholoog blijf je nog steeds ook een psycholoog!
o Het is tot op vandaag de dag nog steeds geen volledig erkend beroep
• Stereotiep (incorrect) beeld: neuropsycholoog is een diagnosticus die enkel ‘testjes’ afneemt
1.1 Cognitieve functies en stoornissen die we zullen bespreken doorheen de loop van
de colleges
• Visuele waarneming (bijv. prosopagnosie)
• Ruimtelijke cognitie (bijv. neglect)
• Geheugen (bijv. amnestische stoornis)
• Taal (bijv. afasie)
• Aandacht en executieve functies (bijv. dysexecutief syndroom)
• Emotie en sociale cognitie (bijv. problemen met theory of mind)
• Actie en motoriek (bijv. apraxie)
2. Historische inleiding
• Vroeger waren het eerder de filosofen die nadachten over ons brein, de lokalisatie van onze
geest…
• Er zijn twee belangrijke vragen die doorheen de geschiedenis veel pogingen hebben gehad
om beantwoord te worden:
o 1. “where’s the seat of the soul”?
o 2. Lokalisatie of holisme?
2.1 Oudheid
• Vroeger had men een heel magische kijk
op vreemd gedrag. Men dacht dat er
geesten in de hersenen zaten die ervoor
zorgden dat mensen zich raar gingen
gedragen. Daarom voerde men
schedelboringen uit om deze ‘geesten’ te
verwijderen. = craniotomie (openen van
schedel).
• Bovendien zien we in gevonden schedels uit die tijd dat er meerdere gaten waren, die van
verschillende tijdstippen dateerden. Hieruit kunnen we afleiden dat deze ingrepen wel
degelijk werkten, althans voor beperkte tijd vooraleer de volgende boring uitgevoerd werd.
• Er zijn geen teksten over deze ingrepen.
2.2 Egypte
• Hier werden de eerste echte studies van de hersenen uitgevoerd, men verliet dan ook de
magische kijk die men in de Oudheid hierover had:
o 3000 à 2500 v.C.: Ebers papyrus (een van de belangrijkste rollen met medische
informatie)
o Priester Imhotep: pionier in het begrijpen van hoe de hersenen werken
▪ Hij heeft al zijn ideeën op papyrusrollen geschreven
o Edwin Smith Surgical Papyrus (vertaald in 1930)
▪ Hier staan de beschrijvingen op van medische casussen, de eerste 8
casussen gaan over hoofd en hersenletsels
▪ Het papyrus bevat de prognose en de behandeling van talloze wonden. Er
worden hechtingen, de buitenkant van
de hersenen, het hersenvocht en
andere delen van de hersenen
beschreven
o Geen magische kijk meer op hersenen, maar
wetenschappelijke kijk
o Casussen die besproken werden beschreven
hersenletsels + eerste keer dat woord ‘brain’
gebruikt werd!
3
, Klinische neuropsychologie
• Voorbeelden uit tekst:
o Hersenletsels kunnen effect hebben op meerdere delen van het lichaam
o Bij palpatie van de hersenen kan de patiënt schudden → vermoedelijk had hij het
over patiënten met een vorm van epilepsie
o Effecten van letsels aan het ruggenmerg → dit heeft mogelijk tot gevolg dat er
incontinentie kan zijn
• DUS: vrij correcte beschrijving van hoe het nu ook gepercipieerd wordt
• ! Maar: Egyptenaren zagen het hart als ‘the seat of the soul’, de hersenen/het hoofd is niet
het belangrijkste.
o Het is een vraagstuk dat al lang aan de gang is
2.3 Arabische wereld
• Tussen Tigris en Eufraat: geneeskunde = wettelijk beschermd beroep (grote beschavingen in
Assyrie en Babylon)
o Men vermoed dat er veel medische dingen is opgeschreven
• ! Geen beschikbare info, omdat alle info werd beschreven op kleiplaten die allemaal
verdwenen zijn.
2.4 Grieken en Romeinen
• Onderscheidden 3 zielen (waar zetelt de ziel zich?):
o 1. Om te overleven via voedselopname (planten)
o 2. Om te kunnen interageren met de omgeving (dieren)
o 3. Om een onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad = hogere ordeziel
(mensen) → spiritus animalis
• ! Volgens Plato en Aristoteles zit deze derde ziel in de hersenen
2.4.1 Debat: where is the seat of the soul?
• Ondanks het feit dat men hier al sprak over de derde ziel die in de hersenen zat, vond niet
iedereen dit ook het belangrijkste! Het hart was nog steeds hot-topic wat dit onderwerp
betrof
1. Aristoteles
• Cardiocentric view: hart is het belangrijkste
o Hersenen: koelsysteem waardoor ons hart optimaal kan functioneren
• Persoonlijkheid en karakter is belangrijk (individuele verschillen)
• Sterke voorstander van fysiognomie: vorm van iemands gelaat is reflectie van ons karakter
o De constellatie van iemand zijn lichaam → je kan iemand zijn eigenschappen
toekennen
o Mensen die we als subjectief mooi gaan beschouwen, daar gaan we ook meer
positieve eigenschappen aan toekennen
o Bijv. een gezellige dikkerd
• ! Later gebruikt door dominees, o.a. Lavatar vooral gelezen door dominees voor wie
mensenkennis belangrijk is (later Gall geïnspireerd)
o Hij hefet veel belang gehecht aan de fysionomie
o Het is de grondslag geweest voor de latere fenologie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lauravdd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.