Inleiding: waarom biologische
psychologie II?
1. Waarom biologische psychologie II?
• Biologische psychologie I: structuur en basismechanismes van het zenuwstelsel
• Biologische psychologie II: nadruk op de functies
o Brein:
▪ +/- 2% van het lichaamsgewicht
▪ +/- 20% van het zuurstof- (en calorie-) gebruik
o Belangrijke voordelen (adaptiviteit) van dit “dure” orgaan (= functies)
• Uitermate breed en gespecialiseerd vakgebied (gedragsneurowetenschappen) → work in
progress
o Helikopterzicht van belangrijkste functies worden gedoceerd.
• Intieme samenhang “psyche” en lichaam
2. Lichaam & psyche
• Lichaam = zenuwstelsel
• Psyche = gedachten, gevoelens, emoties en gedragingen
• Het onderscheid tussen lichaam en psyche komt in heel veel denksystemen terug.
o Een belangrijke reden hiervoor is dat als het lichaam stopt met bestaan impliceert
dit dat de psyche ook stopt met bestaan.
o Maar toch hebben beide een invloed op elkaar.
• Hubel & Wiesel (1959):
o Brachten een heel klein elektrode in de visuele cortex van een aap in. Het elektrode
meet wanneer de neuronen vuren. De streepjes geven de vuurfrequentie aan.
o Het individueel neuron in de visuele cortex is selectief sensitief voor een bepaalde
oriëntatie van een lijnstuk.
o Enkel bij een (min of meer) verticaal lijnstuk gaat dit neuron vuren.
▪ Wanneer er een horizontaal lijnstuk wordt getoond aan de aap gaat het
neuron niets doen.
▪ Bij een verticaal lijnstuk gaat het neuron vuren aan een heel hoog tempo.
▪ Indien we het lijnstuk kantelen tussen deze twee posities, dan zal het
lijnstuk geleidelijk aan meer/minder vuren.
1
, Biologische Psychologie II
o ! Dit neuron:
▪ “ziet” geen oriëntatie (het neuron kan niets zien want heeft geen ogen)
▪ Kan dit patroon enkel vertonen als onderdeel van een netwerk.
• Voorbeeld: filmpje (zie powerpoint)
o We zien gezichten, een soort landschap, bewegende objecten maar niet scherp. Wat
we eigenlijk zien is een filmpje dat geproduceerd werd louter op basis van
hersenactiviteit.
o Aan de linkerkant zien we het beeldmateriaal die de persoon werkelijk zag
o Aan de rechterkant zien we hetgeen wat we louter
op basis van de hersenactiviteit van de persoon
kunnen construeren. Dit beeld wordt dus
geconstrueerd door een computer, die niet weet
wat er op dat moment wordt getoond.
o De overeenkomsten tussen aspecten uit de
omgeving en activiteiten uit ons zenuwstelsel zijn
sterk. We zitten hier dicht bij ‘gedachtenlezen’.
• Dit soort technologie kan ondertussen gebruikt worden om:
o Uit te maken of u naar een schilderij van Dalí of Picasso aan het kijken bent
(Yamamura et al., 2009)
o Uw visuele verbeelding zichtbaar te maken (Shen et al., 2017) → er werd gevraagd
aan mensen om zich een groen kruis voor te stellen (in werkelijkheid zagen ze dit
dus niet), aan de hand van de hersenactiviteit kunnen we zien dat het om een kruis
gaat.
o Te voorspellen of u net voor gewekt te worden over bijvoorbeeld een auto of een
stoel aan het dromen was (slaapstadia 1-2; Horikawa et al., 2013)
• De impact van ons lichaam/materie op de geest:
o Eén tiende van de massa van een zandkorrel ‘lysergeenzuurdi-ethylamide’ (LSD)
brengt visuele hallucinaties teweeg bij de meeste mensen, andere substanties
kunnen slaap teweeg brengen, honger veroorzaken, of zorgen dat we geen pijn
voelen.
2
, Biologische Psychologie II
▪ De substantie die we toedienen is puur materieel maar heeft een psyche
impact.
o Schade aan welbepaalde delen van de hersenen, kan je persoonlijkheid ingrijpend
veranderen, zoals leiden tot ontremd gedrag (hypersexualiteit), of je apathisch doen
reageren (Vb. op pijn).
o De psychische effecten van hersenschade hangen op systematische wijze samen met
onder meer de locus: indien je een beroerte krijgt in je linker hemisfeer, is de kans
op het ontwikkelen van een depressieve stoornis vele malen groter dan bij schade
aan de rechter hemisfeer.
o TMS van de rDLPFC (dorsolaterale prefrontale cortex) verhoogt de kans op utilitaire
responsen in morele dilemma’s.
▪ Trollyprobleem: je staat aan een spoorweg en er komt een karretje
aangereden. Als we niet ingrijpen zal dat karretje 5 personen verpletteren.
Indien we aan een schakel trekken, zal het karretje van spoor veranderen en
slechts 1 persoon omver rijden. Wat is het meest moreel verantwoorde
gedrag? Niet ingrijpen of wel ingrijpen? Mensen zijn geneigd een utilitaire
respons te kiezen, namelijk aan de hendel trekken want 1 persoon is minder
erg dan 5 personen. Maar we kunnen ook het dilemma veranderen: er is
geen hendel, we kunnen wel de trein laten ontsporen door een dikke
persoon onder de trein te duwen, zodat de andere 5 gered worden. Mensen
zullen in dit dilemma minder voor de utilitaire respons kiezen.
o …
• Er is veel evidentie voor de nauwe samenhang tussen lichamelijke en psychische processen.
Wetenschappers die deze visie hebben zijn vaak aanhangers van het monisme (= het lijken
twee verschillende dingen te zijn, maar eigenlijk zijn het twee verschillende manieren om
naar hetzelfde te kijken).
3. Uitgangspunten
• Verbondenheid:
o Lichaam & psyche
o Zenuwstelsel, rest van het lichaam en de omgeving
o Verschillende onderdelen van het zenuwstelsel
• Materieel monisme = er is geen onderscheid tussen de waarneming, geest, gedachten,
gevoelens en het lichaam
• Organisme = open systeem: er is voortdurend verbondenheid en uitwisseling met de wereld
o Het uitwisselen van materie en energie
o De omgeving is veranderlijk
3
, Biologische Psychologie II
• Een organisme is opgebouwd uit cellen, gebouwd volgens een genetisch plan. Deze genen
worden overgeërfd. Bouwplannen die leiden tot betere overlevingskansen in een bepaalde
omgeving, komen vaker voor (natuurlijke selectie). Proces loopt achter op de actualiteit
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lauravdd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.