Het genoom
DNA = desoxyribonucleïnezuur > bijna elke cel > bevat informatie voor je erfelijke
eigenschappen > bepaalt functie cel + geeft instructies voor ribosomen voor verschillende
eiwitten.
Genoom = geheel aan erfelijke informatie in een cel van een organisme -> alle cellen van een
organisme hebben hetzelfde genoom.
Bij eukaryoten -> omvat het genoom het DNA in alle chromosomen in de celkern (kernDNA)
en het DNA in mitochondriën (mtDNA) en chloroplasten.
Bij prokaryoten -> vormt al het DNA dat los in cytoplasma ligt het genoom > circulair DNA-
molecuul. Soms plasmiden = korte stukjes circulair DNA.
De bouw van DNA
DNA-molecuul = nucleïnezuur, bestaat uit twee ketens van elkaar gekoppelde nucleotiden ->
nucleotide = opgebouwd uit monosacharide desoxyribose, een fosfaatgroep en stikstofbase
> adenine, thymine, cytosine, guanine.
Desoxyribose > 5 C-atomen, aan 5e C zit fosfaat, aan 1e C zit stikstofbase ontstaat een
lange ketens door het aan elkaar koppelen aan 3e > beide uiteinden van enkelstrengs DNA-
molecuul zijn verschillend. Fosfaatgroep = 5’-uiteinde, OH-groep = 3’-uiteinde DNA
kopieert altijd en leest af van 3 naar 5.
Basenparing = stikstofbasen steken aan de zijkant uit de keten en vormen bindingspartner
de twee nucleotideketens van een DNA-molecuul zijn complementair > door
waterstofbruggen.
In dubbelstrengs DNA-molecuul > helixstructuur > ene keten van 3’ naar 5’ andere van 5’
naar 3’.
DNA-molecuul past in cel door compacte vorm > of strakker of losser opgerold -> eerst rond
eiwitten gewikkeld: de histonen, aantal histonen samen met omgewikkelde DNA
nucleosoom DNA hiertussen = koppelings-DNA > kralenketting wordt voor celdeling
opgerold tot spiraal tot dikker draad > chromosoom vlak voor mitose.
DNA-sequentie
Volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt = sequentie. Gen = deel
DNA-molecuul dat de code bevat waarmee ribosomen en eiwitten kunnen synthetiseren.
Niet-coderend DNA
Overig DNA codeert niet voor eiwitten > niet-coderend DNA > 98,5 % bij de mens > coderen
vaak voor andere moleculen -> hebben regulerende functie bij de synthese van
eiwitten/eiwitsynthese. Deel van niet-coderend DNA bestaat uit repetitief DNA = herhaling
van korte nucleotidesequenties. Ander deel van niet-coderend DNA > genen functie
verloren.
, Basisstof 2: DNA-replicatie
Replicatiestartpunt en replicatietabel
Kopiëren van DNA (DNA-replicatie) tijdens S-fase van celcyclus in kernplasma
bevinden zich de vrije nucleotiden dATP, dTTP, dGTP en dCTP > bestaan uit desoxyribose,
een base en drie fosfaatgroepen > bindingen tussen fosfaatgroepen bevatten veel chemische
energie.
DNA-replicatie begint bij replicatiestartpunt > in twee richtingen worden de
waterstofbruggen tussen de basenparen verbroken door helicase -> helixstructuur verdwijnt
en twee strengen gaan uit elkaar > replicatiebel -> eukaryoten bevat meerdere
replicatiestartpunten (sneller kopiëren) en prokaryoten heeft maar 1 replicatiestartpunt
(geen replicatiebel).
Constante en onderbroken replicatie
Plaats waar basenparing is verbroken -> speciale eiwitten die ervoor zorgen dat de basen in
replicatiebel niet weer opnieuw waterstofbruggen gaan vormen.
Replicatie begint met primer > kort stukje nucleïnezuur RNA dat wordt gemaakt door enzym
primase complementair aan deel DNA-sequentie > DNA-polymerase kan alleen
nucleotiden vastplakken aan 3’uiteinde van al bestaande streng vanaf primer DNA-
polymerase langs enkelstrengs schuiven en dATP (etc) aan vrijgekomen stikstofbasen binden
twee dubbelstrengs DNA-moleculen met oude en nieuwe keten.
Afleesrichting = aflezen 3 -> 5 en nieuwe streng gemaakt van 5 -> 3.
Leidende streng -> bouwt ononderbroken door vanaf het replicatiebel.
Volgende streng -> probleem, helicase gaat naar links, DNA-polymerase gaat naar rechts >
stukjes DNA los > door ligase worden Okazaki-fragmenten aan elkaar geplakt.
Telomeren en veroudering
Uiteinde volgende streng kan DNA-polymerase niet meer repliceren doordat de RNA-primer
wordt verwijderd > geen 3’-uiteinde beschikbaar waar enzym nucleotiden zich aan kan
binden > niet gekopieerde enkelstrengs DNA van oude streng wordt door enzym verwijderd
> DNA-molecuul bij elke celdeling korter.
Om te voorkomen dat de genen in DNA worden beschadigd, bezitten uiteinde chromosomen
bij eukaryoten telomeren > bestaat uit een niet-coderend DNA dat is ingekapseld in
beschermende eiwitten bij mensen repetitief: TTAGGG > bij elke celdeling wordt deze
korter, op een gegeven moment zo kort dat de cel zich niet meer kan delen > apoptose.
Levensduur cellen hangt af van lengte telomeren en snelheid waarmee ze korter worden >
bepalend voor snelheid van de veroudering van een organisme.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottetimpers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.