Uitgebreid uitgewerkte aantekeningen van alle hoorcolleges en werkcolleges van Contractenrecht, inclusief een overzicht met rechtsregels van alle jurisprudentie. Met deze samenvatting heb ik een 7,5 behaald.
BURGERLIJK PROCESRECHT EN GESCHILOPLOSSING
HC 1 – Geschil en Burgerlijk Proces
A. Geschil en oplossing
Het geweld is het monopolie van de overheid. Als je recht op iets hebt, kun je de overheid
inschakelen – wat we hier doen met de deurwaarder. Die gaat naar de schuldenaar en kan het geld
afpakken, dwangmiddelen inzetten. Het is een ambtenaar, dus een vertegenwoordiger van de staat.
De staat helpt je om het voor elkaar te krijgen. Je moet wel eerst zeker zijn dat je er recht op hebt, en
daarvoor heb je de rechter.
Buitengerechtelijke geschiloplossing
- Mediation
o Mediationrichtlijn 2008/52/EG
o Implementatiewet 15 november 2012, Stb. 2012, 570
- Bindend advies:
o Art. 7:904 BW
- Arbitrage
o Art. 1020 e.v. Rv
Heel veel geschillen worden goed opgelost. Je kunt het ook allebei goed bedoelen maar je meent
allebei dat je gelijk hebt, en je wil niet naar de rechter want die kost geld. Dan heb je mediation –
werkt bijv. veel beter bij echtscheidingen. Mediation valt buiten de rechtspraak, wordt ondersteund
door de EU en het ministerie.
Iets sterker is een bindend advies. Iemand die ergens verstand van heeft kan dan een advies geven als
partijen dat bijv. niet echt verstand erover hebben. Hoeft niet heel formeel te zijn.
Als je een meer echte procedure wil buiten de rechtspraak om, heb je arbitrage. Kunnen juristen zijn,
maar kan ook een vaksdeskundige zijn. Lijkt op een rechterlijke procedure, maar ze kunnen
afwijkende regels afspreken. Is niet per se goedkoper dan naar de rechter gaan, omdat je de arbiter
zelf moet betalen, en zeker bij commerciële zaken kan dat duur zijn. Voordeel is, een arbitrale
uitspraak hoeft niet openbaar te worden. Partijen vinden dat vaak fijner, bij de overheid heb je
minder controle over de zaak.
Bij alle drie de vormen heb je wel een uitkomst gekregen. Je moet in alle drie de gevallen nog steeds
naar de rechter voordat je de deurwaarder kan inschakelen. Je hebt een executoriale titel nodig, een
titel die recht geeft op executie waarbij de deurwaarder dwangmiddelen kan inzetten.
Bij arbitrale uitspraken kan de rechter gewoon kijken of de uitspraak in orde is.
Bij het advies is het lastiger want dan ga je naar de rechter om nakoming van een overeenkomst te
eisen. Dan zit je toch weer bij een normale procedure, maar de rechter hoeft niet de inhoud te
bekijken maar kijkt alleen of de overeenkomst deugdelijk is.
B. Basisprocesmodel en procesrecht
Het procesrecht is bedoeld om een eiser die een claim heeft op een ander te helpen aan een uitspraak
op een behoorlijke manier. Hij kan gelijk of ongelijk krijgen. Het zijn de spelregels waarmee de
rechter moet beoordelen wat er aan de hand is.
Je moet de termen, het jargon, goed kunnen gebruiken op het tentamen.
Kennis van het procesrecht
- ‘Harde regels’
o Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) – het allerbelangrijkst!
o Rechtspraak – bevat wel ook nog belangrijke dingen die je niet in de wet vindt
1
, o Procesreglementen – behandelen we niet zoveel, maar is wel ook belangrijk in de
praktijk
- Beginselen
o Art. 6 EVRM, Grondwet
o Algemene bepalingen Rv
- Institutionele regels
o Wet Rechterlijke Organisatie (RO),
o Advocatenwet
o Gerechtsdeurwaarderswet
o Grondwet, ook EVRM
o Gedragsregels advocatuur e.d.
Heel belangrijk voor het tentamen is dat je weet hoe het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in
elkaar zit.
Dagvaardingsprocedure/Verzoekschriftprocedure
In de dagvaardingsprocedure begint de eiser de procedure. De wederpartij is de gedaagde want die
wordt gedagvaard.
In een verzoekschriftprocedure vraag je de rechter, dus dan heet je de verzoeker, en de andere
persoon is de belanghebbende. Het is een procedure waarbij je niet per se tegenover elkaar staat. Bij
een echtscheiding bijv. kun je allebei willen scheiden. Kinderen kunnen dan ook belanghebbende
zijn, dus mogen dan ook iets zeggen.
(eerste schema, zie notities)
2
,Minimale eisen van het proces (zie dit als een taartdiagram van drie delen):
- Tijd – redelijke termijn
- Inhoud – goede uitspraak
- Procedurele rechtvaardigheid – fair trial
C. Aanvang van de procedure
(zie tweede schema notities)
De rechter moet een uitspraak geven. Daarvoor moet hij weten wat de eiser wil; wat wordt er
gevraagd? Is vaak nog best onduidelijk.
De eiser geeft dan daarvoor argumenten, en de gedaagde geeft tegenargumenten. De rechter
beoordeelt deze argumenten.
(Schema 3) De eiser stelt een eis in, die bestaat uit een aantal vorderingen. Op je argumenten te
onderbouwen gebruik je gronden; die bestaan uit de feiten en rechtsregels. Samen moet het een
logisch kloppend juridisch argument op grond waarvan jouw vordering kan worden toegewezen. De
gedaagde probeert het allemaal onderuit te halen.
Bij een verzoekschriftprocedure dien je in plaats van een eis een verzoek in, maar voor de rest lijkt
het er veel op.
Bij een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank heet de uitkomst een vonnis, bij een hof een arrest.
In de verzoekschriftprocedure heet de uitspraak een beschikking.
Hoe begin je een procedure? Schema 4.
Bij een dagvaardingsprocedure; de eiser wil iets van de rechter, dus hij benadert de rechter. Maar hij
wil iets van de gedaagde, dus die moet ook op de hoogte zijn. Wie benader je eerst?
Bij de dagvaardingsprocedure begin je de gedaagde te dagvaarden.
Dagvaarding:
- Art. 111 Rv: ‘Dagvaarding geschiedt bij exploot’
- Art. 45 lid 1 Rv: ‘Exploten worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (…)’
- Art. 45 lid 3 sub a Rv: ‘de datum van de betekening’
Dagvaarding – zelfstandig naamwoord en werkwoord. Het stuk waarin een partij aangeeft wat het
nou wil en waarom etc. De advocaat maakt dat meestal. Dat wordt dan naar de deurwaarder
gestuurd. De deurwaarder brengt de dagvaarding naar degene die gedagvaard wordt (de woning, of
de plek van het kantoor als het een bedrijf is).
Die legt ook uit wat het nou betekent (maar leest het niet helemaal voor ofzo). Hij zegt dat ze
misschien naar een advocaat moeten, dat ze naar de rechter moeten, dat iemand iets van hun wil en
zo. Hij laat een stuk achter (exploot), zet een stempel dat hij dat heeft gedaan. Het exploot is een
officieel stuk waarin staat wat hij allemaal heeft uitgevoerd. Hij maakt daarna als hij terug is bij de
eiser nog een stuk op over of hij bijv. de gedaagde zelf heeft gesproken ofzo, zodat na kan worden
gegaan of alles goed is gegaan. In de praktijk gaat het vrijwel altijd goed, deurwaarders zijn goed in
hun werk.
Daarmee is dus in behoorlijke mate verzekerd geworden dat de wederpartij op de hoogte is geraakt
of had kunnen raken (met z’n eigen schuld). De eiser krijgt dus een exploot, dat dat is achtergelaten,
wat naar de rechter moet worden gestuurd.
3
, Bij de verzoekschriftprocedure begin je bij de rechter; er kan namelijk daarbij ook geen
belanghebbende zijn. De rechter (of eigenlijk de griffie) stuurt brieven naar de belanghebbenden om
ze uit te nodigen voor een eventuele zitting.
Dagvaarding Verzoekschrift
Eis Verzoek
Dagvaarding aan gedaagde Verzoekschrift aan griffie (die roept
belanghebbenden op)
Inschrijven dagvaarding (HC2) Brieven, stukken, producties
Rol en conclusies/akten Zitting
Comparitie na antwoord, pleidooi
De rol is eigenlijk de agenda, op welke dag wat gebeurt. We gaan meerdere stappen later nog
bespreken.
Inhoud dagvaarding (art. 45 (exploten algemeen) en 111) - veranderd van de slide, want volgens mij
klopte de lidnummers op een aantal plekken niet!
Partijen Art. 45 lid 3 sub b en d
Omschrijving geschil (eis, ‘gronden’) Art. 111 lid 2 sub g
Welke rechter? Art. 111 lid 2 sub e (bevoegdheid)
Wanneer dient de zaak? Art. 111 lid 2 sub f (roldatum)
Overige informatie en gegevens
Een dagvaarding is een type exploot, namelijk iets dat de deurwaarder aan iemand betekent, dat geeft
een stuk aan iemand anders, dat heet een betekening, die officiële ambtshandeling. Dat doet hij bij
exploot (als in art. 45 (?)). Dat is dat stuk waarbij er moet in wie het is, wie de partijen zijn, en nog
meer info (zie art. 45). De dagvaarding is een bijzonder type exploot, en heeft extra regels – art. 111.
D. Omvang van het geschil
De rechter moet je eis en de grond van je eis. Maar ook van belang is waar je het nou wel en niet
over wil hebben. De omvang van het geschil geeft aan wat je nou werkelijk wil. Er zijn een aantal
procesrechtelijke instrumenten waarmee je het geschil aangeeft. Aan de ene kant dingen waar je het
over eens bent, waar er geen geschil over is maar die de rechter wel moet weten (en ook dingen die
de rechter niet hoeft te weten); en aan de andere kant dingen waar je het niet over eens bent en waar
de rechter de knoop over moet doorhakken.
Omschrijving van het geschil
- Art. 23 Rv: “De rechter beslist over al hetgeen partijen hebben gevorderd of verzocht.” –
impliciet: over niets anders.
- Art. 111, aanhef en lid 2 sub d Rv: “Naast de gegevens bedoeld in art. 45, derde lid, vermeldt
het exploot van dagvaarding (…) de eis en de gronden daarvan;”
- Voorbeeld: Francine heeft een tweedehands iPhone gekocht van Jip, deze werkt niet, en nu
wil Francine 300 euro van Jip.
Voorbeeld:
Je moet bijv. aangeven of je wil ontbinden of dat je een schadevergoeding wil, want ook al is er in
beide gevallen wanprestatie, de eisen voor beide zijn anders.
- Vordering: F wil ontbinding en koopprijs terugontvangen?
- Blote feiten: F en J hebben elkaar op 21 maart 2017 gesproken, F heeft J geld gegeven en een
iPhone ontvangen. De iPhone werkt niet.
- Feitelijke grondslag/rechtsfeiten – die moet jij ook aangeven. Jij moet zeggen dat je het
tekort vond schieten, dat bepaalt de rechtbank niet voor jou.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sslangen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.
