Zelfbeeld - zelfbesef
Zelfbesef: Rond twee jaar krijgt een kind het idee van een ‘ik’. Hij/zij is niet meer een met de wereld.
Zelfbeeld: Tussen twee en zeven jaar ontwikkelt een kind een zelfbeeld. Hoe omschrijft het kind
zichzelf? Eerst uiterlijke kenmerken, later vaardigheden, weer later karakter. Zelfbeeld = complex
concept!
Zelfbesef
- Zowel besef van bestaan als beleving van identiteit (‘ik besta’ en ‘wie ben ik?’)
- Het is het naar jezelf kijken als het ware van buitenaf
- Nodig voor zelfkennis
- De vraag ‘wie ben ik eigenlijk?’ zorgt voor een verhoogd zelfbewustzijn
- Ook jezelf horen/zien op tape/video zorgt daarvoor
- Verhoogd zelfbewustzijn zorgt ervoor dat mensen zich aan normen en waarden conformeren
(bijv. studenten spieken minder, stereotyperen minder)
Voorbeeld: Zelfbewustzijn bij sommige dieren/kinderen: experiment met vlek op gezicht. Kinderen
vegen de vlek weg vanaf een maand of 9. Zij zijn zich bewust van de vlek op hun hoofd en dus
zelfbewust.
- Verhoogd zelfbewustzijn kan ook negatieve gevolgen hebben:
• Minder goed presteren bij taken die op automatische piloot doet (denk aan
gesprekstechnieken, of aan penalty’s nemen).
• Kan leiden tot angstige of depressieve gevoelens (omdat je gaat nadenken over in
hoeverre je voldoet aan eisen en idealen van jezelf of anderen).
- Pubers hebben een verhoogd zelfbewustzijn. Zij tobben met hun gedrag en hoe ze
overkomen (publiek zelfbewustzijn) en mijmeren over wie ze zijn, wat ze voelen en wat het
allemaal betekent (privé zelfbewustzijn)
- Hoog (publiek) zelfbewustzijn is te verlagen door bijv. alcohol. Ook bijv. binge eating is in
verband gebracht met het willen ontsnappen uit een verhoogd zelfbewustzijn.
Van zelfbesef naar zelfkennis
, Morele ontwikkeling
‘ besef van goed en kwaad’ (besef van de normen en waarden van de wereld om je heen).
- Tweede levensjaar ontstaat gevoel van trots en schaamte
- 3e/4e levensjaar gevoel van schuld: besef van goed en slecht en het vermogen zichzelf
hierop te beoordelen
- 7e levensjaar: algemene leefregels over wat hoort en niet hoort. Deze regels worden bepaald
door anderen (ouders).
Kohlberg’s Stadiatheorie. Drie niveau’s van morele ontwikkeling
1. Preconventioneel niveau: vermijden van straf, goedkeuring van anderen, eigen belang.
2. Conventioneel niveau: Besef van regels, rekening houden met anderen (=moreel besef)
3. Postconventioneel niveau: inzicht waartoe regels dienen. Eigen standpunten tov regels.
Geloof in universele morele principes.
Zelfbeeld: wie ben ik?
- Vind je je studie leuk of niet leuk?
- Ben je goede of een minder goede student?
- Ken je je meningen en overtuigingen?
- Ben je verlegen of juist extravert?
- Wat zijn je slechte eigenschappen?
- Wat wil je verbeteren aan jezelf?
- Wat zijn je idealen?
Wie ben ik? Een vraag die alleen mensen kunnen beantwoorden. Dieren hebben dit vermogen tot
zelfreflectie niet.
• Introspectie. Kan je alleen zelf. Maar: werkelijke zelfkennis door introspectie is haast niet
mogelijk door vertekeningen en zelf construeerde bedenksels…
- We kennen onze drijfveren niet goed (het waarom). Zijn meestal onbewust. Je weet
vaak wel wat je voorkeuren zijn, maar niet waarom dat je voorkeuren zijn.
- We bedenken vaak een aannemelijke verklaring voor ons gedrag.
• Zelfwaarneming. Als een buitenstaander naar je gedrag kijken en dit interpreteren. Kijkend
naar je gedrag leer je jezelf kennen en kun je persoonlijkheidseigenschappen afleiden.
Bijvoorbeeld: ben jij onafhankelijk?
In gedachten: ik ben graag alleen, neem meestal zelf beslissingen, overleg daar niet vaak over, ik
draag kleding die uit de mode is…. Dus: ja, ik ben onafhankelijk.
Dit doe je vooral als je niet helemaal zeker weet of je onafhankelijk bent of niet.
Organisatie van zelfkennis
- Jij hebt alleen jouzelf onder permanente observatie, dus je hebt inmiddels een gigantische
hoeveelheid informatie over jezelf verzameld. Zoveel dat je dit hebt moeten organiseren.
- Zelfschema’s = abstract stukje informatie over jezelf. Bijvoorbeeld: ‘intelligent’, ‘eerlijk’,
‘student’, ‘vriendin’
- Gekoppeld aan concretere informatie: bijvoorbeeld herinneringen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanderblom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.