100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Immunologie $7.29   Add to cart

Summary

Samenvatting Immunologie

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de slides

Preview 4 out of 80  pages

  • March 6, 2022
  • 80
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Immunologie

Het niet-specifieke verweer

3 niveau’s van verdediging
1e lijn : mechanische, chemische en biologische barrières (NS)
2e lijn : niet-specifiek verweer  aangeboren
3e lijn : specifiek verweer  verworven

Niet-specifiek verweer
= aangeboren

- Ongeacht het karakter van de indringer. Werkt altijd hetzelfde.
- Barrières:
o Fysisch
o Chemisch/biochemisch
o Biologisch
- Humoraal (via eiwitten aanwezig in een vloeistof (bloed) = gesecreteerde factoren) en
cellulair

Het specifiek verweer

1. Antigeen specifiek: reactie tegen een bepaald motief (antigene determinant)
2. Systemisch: reactie blijft niet beperkt tot de plaats van infectie
3. Geheugen: na eerste contact (sensibilisatie) wordt de reactie versterkt bij een volgende
herkenning (secundaire respons)
4. Discriminatie tussen eigen en niet-eigen : tolerant tegen lichaamseigen motieven en reactie
tegen lichaamsvreemde structuren
5. Cellulair en humoraal luik: staan in verbinding met elkaar d.m.v. cytokines (signaalstoffen)
humoraal = antilichaam gestuurde immuniteit

cellulair = cel-gemedieerd (lymfocyten), cellen als doelwit (virus in cel, transplantatie of
transfusiecellen)
o reactie is direct: lysis
o reactie is indirect: vrijzetten van mediatoren die het ontstekingsproces starten,
lymfocyten of macrofagen activeren

6. Selectieve herkenning, deze wordt gebruikt bij:
• Vaccinatie: opstarten van antilichaamproductie als sensibilisatie, bij een volgend
contact is er een snelle en grote productie van de passende antilichamen
• Productie antisera: door inspuiting van antigenen bij dieren, voor gebruik bij passieve
immunisatie waarbij het organisme zelf de tijd niet heeft om antilichamen aan te
maken
• Immuundiagnostiek: met een specifiek antilichaam zoeken naar een antigeen (of
omgekeerd), de herkenning wordt geregistreerd via een detectiesysteem (zie
verder)




1

,Niet-specifiek:
 Bestaande, aangeboren componenten
 Snelle respons: min
 Niet-specifiek: zelfde moleculen voor hele reeks pathogenen
 Algemene receptoren: ‘pattern-recognition’ moleculen
o PRR = patroon herkennende receptoren
 Werken tegen PAMPS: pathogeen geassocieerde moleculaire patronen
(lipopolysachariden, peptidenglycanen, mannose,…)
 Geen geheugen
 Weinig afwijkingen

Specifiek:
 Verworven
 Respons: dagen
 Zeer specifiek: cellen zijn genetisch geprogrammeerd om te reageren op één antigeen
 AG herkennende moleculen
o BCR: B-cel-receptoren
o TCR: R-cel-receptoren
 Geheugen
 Frequent afwijkingen: auto-immuniteit, immuundeficiëntie

Cellen van het immuunsysteem




Hemotopoïetische stamcel: lymfoïde en myeloïde lijn + RBC en BP

Leukocyten : witte of kleurloze cellen
Cyten : cellen
Macrofagen : grote cellen met fagocyterende activiteit

Fagocytose = extracellulaire pathogenen (a/d buitenkant van de cellen)

 Macrofagen: grote etende cellen
 Dendritische cellen
 Neutrofielen: worden opgeroepen als macrofagen het niet aankunnen. Eten alles op wat ze
tegenkomen.
 B-lymfocyten

2

,Macropinocytose: opdrinken van EC-vloeistof, met daarin opgeloste stoffen. Dendritische cellen.

Cytotoxische effecten: intracellulaire pathogenen, gaan eigen lichaamscellen doden
 Induceren apoptose in geïnfecteerde cel
o Apoptose: geprogrammeerde celdood, de cel valt uiteen in fragmenten die omgeven
zijn door plasmamembraan (vesikels)
 Cel lyse: door secreteren van perforines. Cel barst open en de inhoud van de cel wordt
vrijgesteld in de omgeving.
o Perforines: in granulen van NK en cytotoxische T-cellen

De eiwitten van het niet-specifiek verweer

• Acute-fase eiwitten
• Complementfactoren
• Interferonen
• Transferrine en lactoferrine
• Defensines
• Bacteriocines
• Lysozyme en andere lytische enzymen

Ontstekingseiwitten of acute fase eiwitten

CRP = C-reactief proteïne
- Bacteriële infectie
- C-polysacharide uit slijmkapsel Pneumococcen
- Meting in bloed: onderscheid virale/bacteriële infectie

De acute fase respons ontstaat in het vroege stadium van een
ontsteking wanneer neutrofielen, macrofagen en/of dendritische
cellen micro-organismen opnemen en verteren. Zij zetten dan een
aantal cytokinen vrij (IL-1, IL-6 en TNF). Deze cytokinen komen vrij in
de bloedbaan en gaan naar de lever, waar de acute fase eiwitten
worden aangemaakt.

Tot deze groep hoort het C-RP of het C-reactief proteïne. Dit eiwit
dankt zijn naam aan de reactie tegen het C-polysacharide uit het
slijmkapsel van Pneumococcen. Dit eiwit wordt vaak gemeten in het bloed: zie aanvraagformulier van
een bloedanalyse. Verhoogde CRP waarde in het serum van een patiënt wijst op een bacteriële
infectie, het komt niet op bij virale infecties. Het laat toe een onderscheid te maken tussen beide
mogelijke oorzaken van een ziekte.

Andere APP’s:
• Complement componenten: binden op bacteriën en deze lyseren, immuuncellen rekruteren
naar de plaats van ontsteking
• Fibrinogeen: coagulatie (‘vangen’ van de bacteriën in een bloedklonter)
• Mannose bindend eiwit: activering complement
• Serum amyloïd A: rekruteren immuuncellen naar plaats ontsteking en inductie van enzymen
voor degradatie van de extracellulaire matrix
• 1-antitrypsin: onderdrukken van de ontstekingsreactie
• Ferritine: Fe-binding en opslag
• Haptoglobine: recuperatie van Fe uit hemoglobine voor opslag in de lever

3

, Werking van het aangeboren immuunsysteem

Fagocytose

Macrofaag
 Macrofagen voelen de aanwezigheid van bacteriën door de receptoren die ze op hun
oppervlak dragen.
 Deze receptoren herkennen moleculen die karakteristiek zijn voor veel voorkomende
microbiële aanvallers. Bijvoorbeeld de vetten en suikermoleculen die deel uitmaken van de
celwand van bacteriën komen normaal niet voor in het menselijk lichaam en zullen daarom
herkend worden door de macrofagen.
 Wanneer de macrofaag een bacterie tegenkomt, zal ze een ‘voet’ uitsteken en hiermee de
bacterie omgeven met de vorming van een vesikel (fagosoom).
 Het vesikel wordt opgenomen in de macrofaag en fuseert daar met een ander vesikel, een
lysosoom.
 Een lysosoom bevat chemische stoffen en enzymen die de bacterie kunnen vernietigen. Deze
stoffen werken zo sterk dat ze de macrofaag zelf zouden vernietigen moesten ze vrijgesteld
worden in de macrofaag zelf, dit is de reden waarom ze in vesikels worden gehouden.
 Heel dit proces noemt men fagocytose.

Fagocytose:
1. Aanhechting van de microbe aan de fagocyt
2. Opname in de cel
3. Vorming van een fagosoom = fagocytisch vesikel
4. Fusie met lysosoom  fagolysosoom
5. Digestie van de opgenomen microben door enzymen
6. Vorming van restpartikels met onverteerbaar materiaal
7. Vrijstelling van deze afval

Ontstekingsreactie

• De ontstekingsreactie versterkt fagocytose mbv acute fase eiwitten
– Mannose-bindend lectine (MBL)
• Bindt bacteriën met welbepaalde schikking van mannose of fucose op hun
oppervlak
– C-reactief proteïne (CRP)
• Bindt fosforylcholine op bacterie oppervlak
– Complement
• Set eiwitten die op het oppervlak van bacteriën binden
• Ontstekingsreactie
– Opstapeling van vloeistoffen en cellen op de plaats van infectie (zwelling, roodheid,
warmte en pijn)

De acute fase eiwitten, met voornamelijk de complement eiwitten, werken samen met de cellen van
het niet-specifiek verweer om een ontstekingsreactie tot stand te brengen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller km99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.29
  • (0)
  Add to cart