Hoorcollegedictaat Methoden en Statistiek 1 (TW2V19002) voor Tentamen 1 () van de Universiteit Utrecht.
1 purchase
Course
Methoden en Statistiek 1 (TW2V19002)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit hoorcollegedictaat betreft de Hoorcolleges van Methoden en Statistiek 1 (TW2V19002) voor Tentamen 1 () van de Universiteit Utrecht, gegeven door Huub van den Berg.
Hoorcollegedictaat Methoden en Statistiek 1 (TW2V19002) voor
Tentamen 1 (2021-2022) van de Universiteit Utrecht.
Dit hoorcollegedictaat betreft de Hoorcolleges van Methoden en Statistiek 1 (TW2V19002)
(2021-2022) van de Universiteit Utrecht voor Tentamen 1, gegeven door Huub van den Berg.
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 Methodes en statistiek...................................................................................................................... 2
Hoorcollege 2 Betrouwbaarheid en Validiteit .......................................................................................................... 6
Cursus
• Deel 1 Methodologie
o Wijze van redeneren
o Validiteit & betrouwbaarheid
o Onderzoekontwerpen
o Tentamen week 5
• Deel 2 Statistiek
o Beschrijvende grootheden
o Toetsing van hypotheses
o Tentamen week 9
Wat kenmerkt wetenschappelijk onderzoek?
• Generalisatie. Nooit mogelijk om een hele samenleving te onderzoeken, maar de
uitspraak van het onderzoek generaliseren.
• Replicatie. Onderzoek doen bij een steekproef, wanneer iemand hetzelfde
onderzoek nadoet, moeten dezelfde resultaten eruit komen.
• Theorie. Gebaseerd worden op theorie.
Soorten onderzoek onderscheiden
• Onderwerp
• Paradigma
o Type onderzoek
o Empirisch-analytische paradigma
Typen onderzoek:
Instrumentatie onderzoek: over de vraag hoe maak ik een goed instrument, hoe maak ik iets
meetbaar, hoe maak ik een goede lees/schrijftoets.
Validiteit operationalisaties
• Meet ik het construct-zoals-bedoeld? Bijvoorbeeld met een
dictee/correcties/eigen tekst, meet je daar wel spelvaardigheid mee?
• Heb ik het construct-zoals-bedoeld gemanipuleerd (experimenteel onderzoek)?
Beschrijvend onderzoek: stand-van-zaken onderzoeken. Hoe is het gesteld met…?
Correlationeel onderzoek: gaat over verbanden, is er een samenhang tussen/relatie tussen
variabelen. Bijvoorbeeld Relatie roken en longkanker, relatie ingeleverde opdrachten en
tentamencijfer bij M&S.
• Vaak gericht op correlaties
Correlaties: index voor samenhang
• +1 perfect positieve relatie
• -1 perfect negatieve relatie
• 0 geen relatie
Er is een correlatie tussen opleidingsniveau ouders en schoolprestaties kind
In het onderwijs wordt vaak vastgesteld dat er een positieve correlatie is tussen
motivatie en prestaties leerlingen.
2
, Het probleem: causaliteit. Correlaties kunnen niet oorzakelijk geïnterpreteerd
worden. R (verkoop ijsjes # verdrinkingsgevallen) =0,4. Veroorzaakt verkoop van ijsjes
verdrinking? Nee, factor mooi weer speelt mee.
Experimenteel onderzoek: Gericht op het aantonen van causale effecten. Aantonen dat
eventueel effect komt door de manipulatie! En ALLEEN door manipulatie.
o Standaard experiment naar effect griepprik is een voorbeeld. Hierbij is de
griepprik (onafhankelijke variabele) gemanipuleerd. De afhankelijke variabele
zijn de mensen die ziek worden.
o Er is een effect door de manipulatie
o Manipulatie van de onafhankelijke variabele
o Causaliteit! Na een griepprik krijgen minder mensen griep
Wat maakt een tekst eenvoudig
• Twee tegenstrijdige theorieën
1. Korte zinnen! Elke zin op een nieuwe regel
2. Relaties tussen zinnen expliciteren (connectieven; lange zinnen)
Experimenteel onderzoek:
Twee condities
Een groep de ene tekst
Andere groep de andere tekst
Door manipulatie van de tekst (onafhankelijke variabele) is er een effect op tekstbegrip
(afhankelijke variabele; toets)
Verschillende typen variabelen (meetniveau)
• Nominaal: categorieën: jongens vs. meisjes, automerken etc.
• Ordinaal: Ook categorieën, maar er is een ordening van de categorieën. Jan is langer
dan klaas, maar korter dan piet
• Interval: afstand tussen meetpunten is gedefinieerd (en hetzelfde). Bijvoorbeeld
woordenschattoets (piet 30 goed, klaas 28 goed, Elke 0 goed) Kent zij werkelijk geen
enkel? De score 0 betekent hier niets buiten de toets. Score 0 is arbitrair
• Ratio: idem als interval maar 0 punt is gedefinieerd:
o Jan is 1m80 cm etc.
Tentamen 30 meerkeuzevragen. Wat is het meetniveau? Interval, de 0 score zegt hier niets.
Klaske heeft 21. Heeft zij het tentamen goed gemaakt? Wat is het meetniveau? Het
probleem is dat je niet weet hoe de anderen het hebben gemaakt. De interpretatie is
volledig afhankelijk van de resultaten van anderen. Interval
A.D. de Groot is de grondlegger van methodologie ‘Het denken van de schaker’
Elk experimenteel onderzoek doorloopt idealiter dezelfde stappen
Fase 1: Observatiefase
Fase 2: Inductiefase
Fase 3: Deductiefase
Fase 4: Toetsingsfase
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ADorrestein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.