Hierbij een complete samenvatting voor je aankomende toets. In deze samenvatting is de complete literatuur van Evers en Douma samengevat. Ook vertel ik stapsgewijs de stappen die je nodig hebt om je optimaal voor te bereiden voor de excel vragen. Succes met leren!
Strategisch HRM
Strategie
= Een lange termijnplan dat betrekking heeft op de functie van de organisatie in
de samenleving en waarin de organisatie aangeeft welke doelstellingen ze wil
bereiken en hoe ze deze kan bereiken.
In deze definitie staan vijf punten centraal:
1. Een strategie is niets anders dan een plan
De strategie moet van tevoren bewust geformuleerd worden
Een geplande strategie is bewust van tevoren geformuleerd en
wordt ook zo uitgevoerd
Een spontane strategie wordt echter niet van tevoren bewust
geformuleerd
2. Dat plan heeft betrekking op de lange termijn
Ipv kijken naar het aantal jaar is het beter om te kijken naar het
karakter van de beslissingen die genomen moeten worden.
Strategische beslissingen kunnen worden gedefinieerd als
onherroepelijke beslissingen die het wezen of karakter van de
organisatie betreffen
Operationele beslissingen hebben een routinematig karakter, die
regelmatig genomen moeten worden
3. De strategie van een organisatie heeft betrekking op de functie
van de organisatie in de samenleving
Dmv de strategie stemt de organisatie haar activiteiten af op haar
omgeving = externe coördinatie
Met interne coördinatie wordt de onderlinge afstemming van
verschillende activiteiten binnen de onderneming bedoelt
De functie die de organisatie in de samenleving vervult, komt ook
tot uiting in de missie van de organisatie = mission statement
4. De strategie geeft aan welke doelstellingen de organisatie wil
bereiken
Organisaties kunnen worden gezien als coalities van groepen
participanten die ieder hun eigen doelstellingen hebben (managers,
werknemers, aandeelhouders, afnemers, leveranciers)
Continuïteit van de onderneming is een gezamenlijk doel van de
verschillende participanten
5. De strategie geeft aan hoe men die doelstelling kan bereiken
De strategie moet aangeven op welke wijze de onderneming
succesvol denkt te zijn in de concurrentieomgeving waarin ze
opereert
Financiële middelen, technologische knowhow, reputatie en
menselijk talent
Bij een strategisch plan moet je de activiteiten en doelstellingen afstemmen op
de omgeving. Je begint dan met het maken van een voorspelling van de
veranderingen die zich in de omgeving zullen voordoen. Hierbij wordt er
uitgegaan van het feit dat de omgeving niet beïnvloed kan worden. (= statische
opvatting strategie). In sommige gevallen kan je het toekomstig gedrag van je
concurrenten beïnvloeden. Dit kan door bijv enkele stappen vooruit te denken of
radicaal een andere strategie kiezen (= dynamische opvatting strategie)
Niveaus van strategieformulering
,Een businessunit wordt geleid door een general manager, die een eigen
winstverantwoordelijkheid heeft en ten minste verantwoordelijk is voor productie,
marketing en de ontwikkeling van nieuwe producten. Iedere organisatorische
eenheid binnen een grote onderneming die deze kenmerken bezit wordt een
businessunit genoemd.
Wanneer een onderneming uit meerdere businessunits bestaat wordt dit een
concern genoemd.
Binnen een concern zijn er twee niveaus van strategie:
1. Businessunitstrategie
2. Concernstrategie Hierbij wordt nagedacht wat de functie van het
hoofdkantoor is
3. Divisie Dit is alleen een niveau bij een zeer grote organisatie. Hierbij
gaat het over een groep businessunits
Functionele strategieën zijn strategieën voor een bepaald functioneel gebied.
Deze functionele strategieën vormen een afgeleide van de strategie van een
businessunit.
Het proces van strategisch management
Het proces van strategisch management is onder te verdelen in stappen:
1. Formuleren van de
doelstellingen van de
onderneming
2. Analyse van de omgeving
3. Analyse van de sterke en
zwakke punten van de
onderneming
4. Formuleren van de strategie
5. Implementatie van de strategie
Doelstellingen
Een onderneming c.q. is een organisatie die voor haar voortbestaan afhankelijk is
van de vraag of de inkomsten die worden gegenereerd door de outputs te
verkopen, voldoende zijn om de leveranciers van de imputs te betalen
In een missieverklaring geeft de onderneming aan welke producten ze wil
aanbieden aan welke afnemers en welke technologie men daarbij wil gebruiken.
In een missieverklaring geeft de onderneming aan wat ze wil doen.
Hoe belangrijk het streven naar winst is wordt voor een groot deel bepaald door
de eigendomsstructuur. Daarom is dat de invalshoek voor het karakteriseren van
verschillende typen ondernemingen:
Persoonlijke onderneming: directeur is eigenaar. Vaak meerdere
werknemers. Streven naar zo hoog mogelijke winst.
Besloten onderneming zonder scheiding van leiding en eigendom: als alle
eigenaren direct betrokken zijn bij de leiding van de onderneming.
Besloten onderneming met scheiding van leiding en eigendom: als niet alle
eigenaren direct betrokken zijn bij de leiding en eigendom.
Beursondernemingen: is een onderneming waarvan de aandelen op een o
meer effectenbeurzen worden verhandeld.
, Coöperaties en verenigingen: hebben als ze een onderneming drijven
meestal ten doel het behartigen van de belangen van de leden (bv Univé).
Not-for-profit bedrijven: een organisatie die niet uitdrukkelijk winst wil
maken. Veel zorg en maatschappelijke organisaties hebben een juridische
vorm van een stichting.
Overheidsbedrijven: organisaties met de vorm van een NV of BV, waarvan
de aandelen geheel of voor het grootste deel in handen zijn van de
overheid. (OV, luchtvaart, kringloop)
Ondernemingen zijn coalities waarin verschillende stakeholders samenwerken
(afnemers, werknemers, aandeelhouders, banken en leveranciers). Die hebben
belang bij groei, rentabiliteit en solvabiliteit van de onderneming. Ook zijn er
minder betrokken stakeholders (omwonenden, overheden en de maatschappij).
People – Werknemers, toeleveranciers en andere mensen die door het welzijn
van de onderneming worden beïnvloed
Planet – Duurzaamheid
Profit – Economie, winst en geld
De algemene omgeving en de taakomgeving
De taakomgeving van een onderneming omvat alle organisaties/ personen met
wie die onderneming min of meer geregeld direct contact heeft.
Tot de algemene omgeving reken je die elementen die voor het functioneren van
de onderneming van belang zijn en die niet behoren tot de taakomgeving,
oftewel de DESTEP-analyse:
Demografisch
Economisch
Sociaal-cultureel
Technologisch
Ecologisch
Politiek
Analyse van de bedrijfstak
Met een bedrijfstak wordt bedoelt een verzameling ondernemingen die
gelijksoortige producten/ diensten aanbieden op basis van een gelijksoortige
technologie. De rentabiliteit van de onderneming is gelijk aan de rentabiliteit van
de bedrijfstak waartoe die onderneming behoort + het verschil in rentabiliteit
tussen de onderneming en de bedrijfstak. Als je een prognose wil maken van de
rentabiliteit moet je twee vragen beantwoorden:
1. Hoe zal de rentabiliteit van de bedrijfstak zich ontwikkelen?
2. Als wij nu een concurrentievoordeel bezitten (dat tot uitdrukking komt in
een rentabiliteit die hoger is dan een bedrijfstakgemiddelde), zullen wij
dan in staat zijn dat concurrentievoordeel vast te houden? (Is het
verdedigbaar?)
Felheid van concurrentie in een bepaalde bedrijfstak (Michael Porter)
We spreken ook wel van drie soorten concurrentie
1. Interne concurrentie – De concurrentie tussen de bepaalde
ondernemingen in de bedrijfstak
2. Potentiele concurrentie – De dreiging die uitgaat van de mogelijke
toetreders en van substituut producten
3. Externe concurrentie – De felheid hiervan wordt bepaald door de
onderhandelingskracht van afnemers en van leveranciers
, De interne concurrentie
De belangrijkste structurele kenmerken van de bedrijfstak zijn:
Concentratiegraad – Een maatstaaf voor de mate van concurrentie in
een sector. Word bepaald door twee factoren: het aantal ondernemingen
in de bedrijfstak en de grootteverdeling van de ondernemingen in de
bedrijfstak. Hoe kleiner het aantal ondernemingen, des te hoger de
concentratiegraad. Hoe ongelijker de grootteverdeling van de
onderneming, des te hoger is de concentratiegraad.
Mate van productdifferentiatie – De mate waarin er in de ogen van de
afnemers verschillen bestaan tussen de producten van de verschillende
leveranciers. Als die verschillen gering zijn is er meer kans op
prijsconcurrentie
Groei van de vraag – Groei is een soort smeermiddel van het
concurrentieproces. Ondernemingen hebben in groeiende bedrijfstakken
vaan het voordeel van de schaarste aan hun kant. Als er sprake is van een
negatieve groet (afname van de vraag), ontstaat er vaak een
overcapaciteit in de bedrijfstak.
Conjunctuurgevoeligheid en kostenstructuur – Bedrijfstakken die
conjunctuurgevoelig zijn krijgen te maken met onderbezetting van de
productiecapaciteit. Dit is een probleem als de kosten voor een groot deel
bestaan uit vaste kosten. Het is dus vooral een probleem in samenhang
met een kostenstructuur.
Omvang van investeringen in capaciteitsaanpassingen –
Uitbreidingen van de productiecapaciteit moeten vaak een minimale
omvang hebben. Vooral als het productieproces wordt gekenmerkt door
procesfabricage of massafabricage. Als de minimale omvang van een
capaciteitsuitbreiding relatief groot is dan kunnen er bij een langzaam
groeiende vraag steeds perioden van overcapaciteit ontstaan.
Mate van overcapaciteit – Als de conjunctuurgevoeligheid van een
bedrijfstak groot is of als de minimale omvang van uitbreidingen van de
productiecapaciteit groot is, kent de bedrijfstak perioden van tijdelijke
overcapaciteit. Structurele overcapaciteit ontstaat als de vraag naar
producten van de bedrijfstak zich op een lager niveau stabiliseert.
Uittredingsdrempels – Als de vraag naar producten van de bedrijfstak
afneemt, kan het evenwicht tussen vraag en aanbod alleen worden
hersteld als één of meer ondernemingen besluiten hun productiecapaciteit
te verminderen. Als dit niet lukt, is het enige alternatief om de productie
geheel te beëindigen.
De belangrijkste gedragskenmerken van de ondernemingen in de bedrijfstak zijn:
Samenwerkingsbereidheid – De felheid van de interne concurrentie
wordt bepaald door het gedrag van de ondernemingen in de bedrijfstak,
persoonlijke opvattingen en motivatie. Formele samenwerking is een
samenwerking waarbij de ondernemingen uit een bedrijfstak expliciet
afspraken met elkaar maken. Stilzwijgende samenwerking komt vaak tot
stand doordat ondernemingen hebben ervaren dat bepaalde
concurrentiele acties niet lonend zijn, omdat die acties onmiddellijk
tegenacties van concurrenten oproepen.
Mate van onzekerheid – Onzekerheid heeft te maken met een gebrek
aan informatie. Daarbij is het vooral informatie over doelstellingen en
strategieën van andere ondernemingen uit de bedrijfstak van belang.
Potentiele concurrentie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikefokker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.