100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LWEO Economische Crisis H1-6 $4.27
Add to cart

Summary

Samenvatting LWEO Economische Crisis H1-6

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting economie LWEO Vwo 6 Economische Crisis h1 t/m 6. Exclusief H7 (Philipscurve) Ondersteund door plaatjes, schema's en verbanden tussen begrippen (dikgedrukt/onderstreept) staan aangegeven. Mocht je nog vragen hebben kan je me natuurlijk altijd een berichtje sturen.

Preview 2 out of 12  pages

  • March 7, 2022
  • 12
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
ECONOMISCHE CRISIS
H1 – DE GROTE RECESSIE


1.1 VAN KREDIETRECESSIE NAAR RECESSIE
 Als een krimpende economie (minder goederen/diensten) langer duurt dan 2 kwartalen = recessie
 Productiewaardes in een land = bruto binnenlands product (bbp) = inkomens (loon/huur/winst/pacht)


1.2 FINANCIËLE MARKTEN

1.2.1 VERMOGENSMARKT
 Vermogensmarkt – vraag/aanbod naar vermogen > evenwichtsprijs: rente
 Spaarquote – het deel van het inkomen dat wordt gespaard (neemt toe door bijv. vergrijzing)
 Groei investeringen < groei besparingen omdat IT-bedrijven > industrie (minder kapitaalgoederen nodig)

DEELMARKTEN
Geldmarkt (kortlopend krediet) Kapitaalmarkt (langlopend krediet)
Kortlopend krediet (vrager) Obligaties (grote lening verdeeld over mensen) (aanbieder)
Spaarrekening (aanbieder) Aandelen (aanbieder)
Deposito’s (geld vastzetten tegen hogere rente) (aanbieder) Deposito’s (maar langer dan 2 jaar) (aanbieder)
Hypothecaire lening (vrager) (weinig risico door onderpand)
Ontroerend goed (vrager)
 Vragers: Particulieren/bedrijven/overheid/banken
 Aanbieders: Particulieren/institutionele beleggers/banken

RISICIO VAN BELEGGEN
 Rente afhankelijk van de mate waarin iemand een positieve tijdsvoorkeur heeft en het risico dat hij loopt:
 Positieve tijdsvoorkeur: Je wil geld nu hebben/uitgeven (cultureel/persoonlijk)
 Debiteurenrisico: Krijg je je geld terug? Afhankelijk van kredietwaardigheid/reputatie lener en looptijd
 Inflatierisico: teruggekregen geld heeft lagere koopkracht. Afhankelijk van looptijd/economische stabiliteit
 Voor schuldenaars is inflatie gunstig: loon stijgt maar reële schuld neemt af > makkelijker af te lossen
 Geldillusie – geld niet op juiste waarde schatten (nominaal i.p.v. reëel) (veroorzaakt door inflatie)

1.2.2 HUIZEN EN HYPOTHEKEN
 Hypotheek kan verschillen in hoeveelheid aflossingen en of rente variabel of vastgelegd is
 Aanbod huizenmarkt kan traag reageren op vraag (bouw duurt lang) > prijs afhankelijk van vraag
 Verwachte prijsstijging > meer vraag (want later kost het je meer) > prijs stijgt daadwerkelijk
 Investeerders kopen huizen om ze later met meer winst te verkopen > meer vraag > prijs stijgt nog meer
 Selffulfilling prophecy – voorspelling die uitkomt doordat je er naar gaat handelen
 Ontstaan zeepbel – prijzen drukken niet meer echte waarde uit maar zijn onrealistisch > knapt uiteindelijk




VAN OVERWAARDE NAAR ONDERWATERHYPOTHEEK

,  100%-hypotheek – hypotheekwaarde gelijk aan waarde huis
 Als waarde huis stijgt > overwaarde > hypotheek kan verhoogd worden
 Rente stijgt > woonlasten te hoog > huisuitzettingen > meer aanbod/minder vraag > prijs daalt
 Onderwaterhypotheek – waarde hypotheek hoger dan waarde huis (restschuld bij verkoop)

1.2.3 AANDELEN EN OBLIGATIES (EFFECTEN)
Aandelen Obligaties
Van bedrijven Van bedrijven en overheid
Eigendomsbewijs > medezeggenschap Schuldbewijs
Dividenduitkering (deel van winst) Aflossing + vast rentepercentage
Permanent beschikbaar (Eigen vermogen) Tijdelijk beschikbaar (vreemd vermogen)
 Bedrijf mag jouw geld houden  Bedrijf moet aflossen
Meer risico > mogelijke winst/verlies groot Minder risico > mogelijke winst/verlies beperkt



 Geld verdienen door te laten renderen
(dividend/rente) of te verhandelen (koerswinst/-
verlies)

RENDEMENT
 Als verkoopprijs meer is dan inkoopprijs > koerswinst
Opbrengsten
 Rendement = x 100 %
Ingelegde bedrag
 Onderscheid tussen nominaal en reëel
 In het algemeen: een hoger risico > hoger rendement
 Als koers/winstverhouding te hoog is > zeepbel

HEFBOOM
 Als rente lening minder is dan rendement aandelen > beleggen met geleend geld
 Hefboom (extra opbrengsten geleend geld) = opbrengsten aandeel (rendement) – kosten lening (rente)
 Groot risico want als rente stijgt of rendement daalt kan hefboom afnemen of negatief worden

SOLVABILITEIT (NIET OP CE)
 Bedrijven kunnen uitgaven financieren door eigen vermogen (risicodragend) of vreemd vermogen (lenen)
 Vreemd vermogen door obligaties/ Eigen vermogen door aandelen
 Lage rente > investeringen door te lenen (positieve hefboom)
 Solvabiliteit – kan een bedrijf haar schulden afbetalen (ratio EV:TV)


1.3 BANKEN
 Banken verdienen geld door rente op leningen hoger te maken dan op besparingen
 Bonuscultuur – hoe meer krediet er wordt verleend, hoe hoger de bonus (medeweker) > risico > kritiek

GELDSCHEPPING, HEFBOOM EN SOLVABILITEIT
 Banken doen aan geldschepping – krediet verlenen zonder eigen vermogen te vergroten > solvabiliteit ↓
 Als bank zo veel verlies maakt dat eigen vermogen negatief wordt > failliet

LIQUIDITEIT

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottevanderlee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27
  • (0)
Add to cart
Added