Rorschachtest:
Het omvat symmetrische vlekken en is ambigu uitnodigende stimulus. Het meet het onbewuste persoonlijkheidsfunctioneren.
VOORDELEN ROR:
Het kan veel responsen uitlokken door vrije ambigue stimuli. (ambigu = dubbelzinnig)
Er is geen bewuste zelfrapportage dus manipulatie van de antwoorden is moeilijk. (kan eventuele van de inhoud)
Het is multi-method diagnostiek (men doet deze test + zelfrapportage testen)
Het is geschikt voor indicatiestelling bij complexe problematiek (het is tijdrovend dus gebruik de test als nodig).
VALIDITEIT:
Kent een grote verdeeldheid. Sommigen zijn voorstander, anderen niet.
PSYCHODYNAMISCHE INTERPRETATIETECHNIEKEN:
DÉ rorschachtest bestaat niet, er is niet een vaste procedure om de test af te nemen of aan scoring te doen. In de jaren 50 was
er een interpretatiesysteem beschikbaar in de USA. Maar dit gaf moeilijke communicatie tussen clinici en verhinderde
validiteitsonderzoek. Er is dus veel kritiek op de interpretatie:
Geen eenduidige theorie over interpretatieproces
Wat is de validiteit van de dubbelzinnige stimuli?
Subjectiviteit van diagnosticus beïnvloedt de procedure, wat is interbeoordelaarsbetrouwbaarheid?
Bepekrte psychometrische kenmerken (indirecte meting doen om zo psychologische eigenschappen te achterhalen)
Comprehensive system (CS) :
Het is een standaardisatie van de ROR door Exner. Het was de bedoeling om bepaalde systemen te verenigen tot 1 groot system
met al hun meeste valide scoring, interpretatie… het werd internationaal het meeste gebruikt want het is empirisch
onderbouwd en ontwikkelde normen. Het is wel een theorievrij instrument want theoretische redeneringen voor interpretatie
werden vermeden(het maakte ROR theorievrij) . CS verbeterede de psychometrische status van ROR maar er is nog steeds veel
kritiek namelijk:
CS minimaliseert de nadruk op het projectieve aspect van de antwoorden (het zei dat de antwoorden van de ROR
bepaald is door stimulus eigenschappen van de vlek zelf)
Het is een atheoretisch neutraal systeem. Het zegt dat de ROR gestandaardiseerd is. Scoringssysteem??
Het is geen verbeeldingsstest maar perceptietaak. Ze hebben 2 componenten van persoonlijkheidsmeten, de meetpretentie:
Persoonlijkheidsstructuur, gekenmerkt door:
o het toestandsbeeld dat gevormd is door je gedachten en gevoelens (states)
o disposities die persoonlijkheidstrekken vormen (traits)
persoonlijkheidsdynamiek, gekenmerkt door:
o onderliggende behoeften en conflicten die gedrag onbewust beïnvloeden
AFNAME ROR VOLGENS CS:
Het is een redelijk lange test, tot wel 1 uur. Wordt in een vaste volgorde afgenomen en bestaat uit 2 fasen: de eerste fasen is de
‘responsfase’. “wat zou dit kunnen zijn”. gevolgd door de ‘navraagfase’. “waar in de plaats zie je die interceptie?”.
Om een geldig protocol te krijgen moet je minstens 14 antwoorden op de 10 vlekken geven. Ondertussen ga je ook non verbaal
gedrag registreren en je zit niet tegenover elkaar maar naast de deelnemer om zijn antwoorden niet te beïnvloeden. Let wel op
voor contextfactoren zoals vermoeidheid en slechte motivatie.
Pagina 1 van 13
, PERSOONLIJKHEIDSMETING IN CS:
In de CS zijn er 3 taken te onderscheiden. Op basis van deze taken kan je de persoonlijkheid beschrijven:
A. perceptuele taak( STRUCTUREEL. De manier waarom mensen hun gestructureerd antwoord geven zou verklappen hoe
zijn hun leven structureren)
B. associatietaak (INHOUDELIJK. Het gaat over hoe personen zich gedragen in relatie met anderen. Als ze iemand
beschrijven met wapens dan denken ze aangevallen te worden door iemand)
C. gedragsmatige component (GEDRAG. Het geeft info over het functioneren in relaties. Als je defensief bent tov de
clinicus dan heb je probleem met autoriteit. Ook twijfelen hoort hierbij)
STIMULUS PULL OF APPEL VAN DE PLATEN:
Een specifieke structuur die thematische en structurele antwoorden oproepen. Veel proefpersonen zien dezelfde objecten in de
vlekken. De platen zijn niet zo dubbelzinnig dus veel antwoorden zijn normatief en worden vaak gegeven. Normonderzoek heeft
gebruikelijke antwoorden uitgewezen. Bv plaat 2 wordt een agressieplaat genoemd. Plaat 3 wordt een seksuele plaat genoemd…
dus er is wel een doorsnee norm voor bepaalde platen.
Het is nomothetisch vs ideografisch. Nomothetisch gaat uit van antwoorden die voor iedereen opgaan, genormeerd dus.
Ideografisch is dat iedere mens een unieke kijk heeft dus ook een uniek antwoord. Hoe minder gestandaardiseerd een antwoord
is (dus ideografischer), hoe meer projectie er is dus hoe meer ‘appel’ er is.
Dit is plaat 2: 2 beren die vechten roept agressie op
Dit is plaat 3: twee mannen of
vrouwen gebukt rond een schaal.
CODERING VAN CS:
De basisprectie van CS is dat men gaat coderen op 8 scoringscategorieën: locatie, determinanten, inhouden… hieronder een
aantal voorbeelden van scoringscategorieën:
locatie
o waar zag je die interpretatie? Het deel van de vlek die men gebruikt voor interpretatie
determinanten
o kenmerken van de vlek die leidden tot het antwoord. ‘waaraan zag je dit?’
inhouden
o 75% van de percepties gaat over mensen of dieren
INTERPRETATIE VAN CS:
Je gaat dus alle antwoorden/codes registreren in een scoringspprogramma dat dus al die scores en percentages van de codes
genereert. Dit is de structurele samenvatting. De variabelen worden georganiseerd in clusters van persoonlijkheidsfunctioneren
zoals ‘openstaan voor omgeving ,omgaan met stress, zelfbeeld…’. Ook thematische variabelen zoals prsoonlijkheidsdynamiek.
VALIDITEIT VAN CS:
Normen: het heeft nood aan internationale normen en niet die oude Amerikaanse normen. Er is blijkbaar ook een
afwijking van de handleiding waardoor psychisch gezonden mensen als pathologisch bestempeld kunnen worden.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: wat is het nut van het leren van een scoringssysteem? Maar meerderheid van CS-
variabelen heeft een goede betrouwbaarheid.
Validiteit: AFWEZIG. Sommige CS-variabelen zijn wel valide, anderen schieten tekort. Er is dus toenemende aandacht
voor validiteit. ROR heeft geen algemene validiteit.
Rorschach-performance based assessment (R-PAS) :
De R-PAS is een nieuwe benadering van de ROR in de USA. Het werd geïntroduceerd om enkele psychometrische beperkingen
van CS te overbruggen. In de CS werd de projectieve hypothese achtruit geschoven en werden de antwoorden meer bepaald
door de vlekken zelf dus de stimuluseigenschappen. De R-PAS daarentegen interpreteert de ROR als een gestandaardiseerd
experiment dat even objectief is als andere testen. De probleemoplossende capaciteiten van de deelnemer worden op de proef
gesteld. De ROR wordt dus niet gezien als een projectieve test, maar een objectieve (net zoals alle anderen meetinstrumenten
met een gestandaardiseerde afnamen). Dus zoals CS ziet de R-PAS de ROR niet meer als projectieve test. Het wordt een
Pagina 2 van 13
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LAVADESTE. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.