StuDocu is not sponsored or endorsed by any college or university
Downloaded by Answerdone
, lOMoARcPSD|11700591
Samenvatting Handboek Jeudhulpverlening deel 1
Inleiding
Problematische verlopende opvoeding:
- Opvoeding verloopt niet vlot
- Doof/blind kind
- Ouders hebben weinig pedagogische besef
Problematische opvoedingssituatie = een opvoedingssituatie waarbij opvoeders
en/of buitenstaanders menen dat de ontwikkeling van een kind of jongere als
gevolg van de opvoeding wordt geschaad en/of dat de opvoeding niet resulteert in het
bereiken van de gewenste opvoedingsdoelen en dat wordt door de opvoeder en/of
buitenstaander als een probleem ervaren.
Intern gedefinieerde problematische opvoedingssituatie:
- Er is een opvoeder X die het wenselijk acht dat de ontwikkeling van opvoeding Y in
een bepaalde richting verloopt.
- Indien X het gevoel heeft dat de ontwikkeling van Y niet gunstig verloopt of zal
verlopen.
- Hierbij ziet X geen bevredigende middelen meer om de ontwikkeling van Y
gunstig te beïnvloeden.
- Ten slotte meent X dat hij niet binnen een acceptabele termijn bevredigende middelen
zal vinden om de ontwikkeling van Y in de gunstige richting te bevorderen.
Extern gedefinieerde problematische opvoedingssituatie:
- Er is een buitenstaander Z die het belangrijk vindt dat de ontwikkeling van Y gunstig
verloopt.
- Het is typerend voor dat Z constateert of verwacht dat de ontwikkeling van Y niet
gunstig verloopt of zal verlopen.
- Bovendien is buitenstaander Z van mening dat de ongewenste ontwikkeling van Y
verband houdt met het opvoeden door X.
- Ten slotte verwacht Z niet dat het gedrag van X, binnen een voor Z acceptabele
termijn, in positieve zin zal veranderen.
Een problematische opvoedingssituatie kan het gevolg zijn van:
- Hoe opvoeders opvoeden primaire opvoedingsproblemen
o Opvoerder ervaart onzekerheid, kan pedagogische vraag van kind niet inschatten.
- Kenmerken van het kind, de ouders of de bredere maatschappelijke context
secundaire opvoedingsproblemen: handelingsverlegenheid als gevolg van:
o Kenmerken van het kind: een opvoeder kan als gevolg van de individuele
beperkingen van het kind op vlak van ontwikkeling, functioneren, leren of
gedrag opvoedingsverlegenheid ervaren.
o Kenmerken van de ouder: het is mogelijk dat ouders door een individuele
psychische problematiek hun eigen wensen en verlangens boven de noden
van hun kind plaatsen en daardoor de ontwikkeling van het kind
belemmeren.
o Kenmerken van de bredere maatschappelijke context: een buitenstaander kan
een opvoedingssituatie als problematisch beschouwen, omwille van de
onbekendheid van de opvoeder met de cultuur waarin wordt opgevoed.
- De interactie tussen beide.
Een breuk in de afstemming tussen de pedagogische vraag van het kind en het
pedagogische aanbod van de opvoeder. De interactie tussen kind en opvoeder resulteert
in handelingsverlegenheid bij de opvoeder.
Orthopedagogiek = de wetenschappelijke studie van het handelen in als problematisch
omschreven opvoedingssituaties. Kenmerkend voor deze discipline is vooreerst dat problemen
bij kinderen en jongeren niet als individuele problematiek benaderd worden, maar vanuit
een pedagogisch
Downloaded by Answerdone
, lOMoARcPSD|11700591
perspectief dat interactioneel en ecologisch van aard is. Opvoeding en ontwikkeling zijn
dynamische en transactionele processen die onlosmakelijk verbonden zijn met de sociale
context waarin ze zich afspelen. Multifactoriële bio-psycho-sociale verklaringsmodellen:
biologische en psychologische kwetsbaarheden van een individu interageren met risico- en
protectieve factoren in de dagelijkse omgeving, ingebed binnen een bredere sociaal-culturele
en maatschappelijke context.
Orthopedagogiek is een handelingswetenschap.
Hoofdstuk 1 Kinderen en jongeren met gedrags- en
emotionele problemen
Wat zijn gedrags- en emotionele problemen?
Dit is de overkoepelende beschrijvende term voor alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon
of abnormaal gedragen of die zichtbaar ongewone of abnormale emoties vertonen, en dat afgezien
van de ernst, de oorzaak of de context van het gedrag of de emotie. Alvorens gedrag of
emoties als problematisch te benoemen, dient men rekening te houden met:
- Het ontwikkelingsperspectief: gedrag of emoties die op de ene leeftijd nog adequaat
en aangepast worden genoemd, kunnen dat op een andere leeftijd niet meer
zijn.
- De continuümgedachte: gedragingen en emoties kunnen op een continuüm worden
geplaatst naargelang onder meer hun ernst, intensiteit en chroniciteit.
- De context: gedrag en emoties van kinderen mogen niet los worden gezien van de
situatie waarin ze zich voordoen.
- De informant: gedrag en emoties van kinderen mogen evenmin los worden gezien
van de beoordelaar.
Classificatie van gedrags- en emotionele problemen
Twee soorten van classificatiesystemen kunnen worden onderscheiden:
- Klinisch-psychiatrische: psychiatrische stoornissen worden als onafhankelijke en duidelijk
afgelijnde ziekte0entiteiten beschouwd. Het DSM-systeem is een systeem om de
problematieken van individuen te beschrijven en te classificeren in
stoorniscategorieën. Verondersteld wordt dat iedere stoornis een aparte oorzaak
heeft.
- Empirisch-statistische: uitgangspunt is de psychometrische invalshoek. Deze systemen
steunen op de uitkomsten van multivariate analyses op gegevens die werden verzameld
in grote steekproeven van kinderen. Achenbach System of Empirically Based Assessment
is berust op oudersvragenlijsten. Syndromen werd ingedeeld in internaliserend
probleemgedrag (teruggetrokken/depressief, lichamelijke klachten, angstig/depressief) en
externaliserend probleemgedrag (normafwijkend gedrag, agressief gedrag). Verder zijn er
nog de schalen: sociale problemen, denkproblemen en aandachtsproblemen.
Epidemiologisch onderzoek naar gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en
jongeren Epidemiologie is de systematische studie naar de prevalentie en de verspreiding
van een ziekte of toestand in een bepaalde bevolkingsgroep, alsook naar de factoren die
het voorkomen en de verspreiding beïnvloeden.
- Wereldwijd wordt aangenomen dat de prevalentie van gedrags- en emotionele
problemen in de populatie van 0- tot 18-jarigen hoog ligt. Gemiddeld ongeveer 10%.
- De prevalentie van specifieke stoornissen in de bevolking ligt uiteraard lager
dan de gemiddelde algemene prevalentie, maar ook hier schommelen de cijfers
naargelang de kenmerken van de studie.
- Gedrags- en emotionele problemen van kinderen hangen nauw samen met
bepaalde demografische variabelen, te weten geslacht (vaker voorkomend bij
jongens), leeftijd (betrekking op de aard van de problemen) en socio-
economische status van het gezin (prevalentie is hoger bij kinderen uit
zwakkere sociale milieus).
Downloaded by Answerdone
, lOMoARcPSD|11700591
- Gedragsproblemen van kinderen zijn vrij stabiel. Zij blijven aanwezig en nemen vaak
zelfs in frequentie en intensiteit toe wanneer niet tijdig wordt ingegrepen.
- Vaak horen we zeggen dat het aantal kinderen met ernstige gedrags- en
emotionele problemen toegenomen zou zijn, dat kinderen nu lastiger, agressiever en
moeilijker op te voeden zouden zijn dan de kinderen van vorige generaties.
Etiologie van gedrags- en emotionele problemen
Ontwikkelingspsychopathologie: de wetenschap die ervan uit gaat dat de problemen waarvoor men
hulp komt zoeken het product zijn van een lange voorgeschiedenis, waar verschillende
factoren elkaar continu hebben beïnvloed. In de literatuur worden deze factoren gesitueerd binnen
modellen met verschillende benamingen, onder andere ecologische, multifactoriële of
cumulatieve risicomodellen. De uitgangspunten van deze modellen zijn:
- De multicausaliteit van gedragsproblemen.
- De operationalisering in termen van risicofactoren en protectieve factoren.
- De cumulatiehypothese, dat wil zeggen dat de kans op ontwikkeling of bestendiging
van gedragsproblemen groter wordt geacht naarmate er meer risico- en minder
protectieve factoren aanwezig zijn.
Deze factoren kunnen ruwweg onderverdeeld worden in twee basale groepen:
- Biologische factoren in het kind: het gedrag wordt intern gestuurd door
biologische processen. Wanneer zich in deze processen fouten voordoen,
ontstaan problemen. Verschillende invalshoeken:
o Gedragsgenetica: in hoeverre zijn gedragsproblemen erfelijk. Twee
methoden: risicogen associatiestudies en genoomwijde
associatiestudies.
o Neuroanatomische invalshoek: men probeert gedragsproblemen te verklaren
vanuit disfuncties op het niveau van de structuur van de hersenen. Ontdekt is
dat limbisch systeem een grote rol speelt.
o Neurofunctionele invalshoek: men wil gedragsproblemen verklaren in termen
van niet-optimale activatie van bepaalde hersenregio’s.
o Neurochemische invalshoek: men richt zich op de relaties tussen
chemische processen in de hersenen en gedrag.
De vooruitgang van het biologisch paradigma wordt enerzijds bepaald door de
technologische ontwikkeling van ingenieuze beeldvormingstechnieken (fMRI, DTI, ERP), die
een steeds beter spatieel en temporeel beeld van de hersenwerking opleveren.
Anderzijds ligt de uitdaging van deze biologische modellen ook in het uitwerken van
allesomvattende theorieën die ook de rol van omgevingsinvloeden verrekenen,
zodat de validiteit van de bevindingen wordt vergroot.
- De leerervaringen: gedragswetenschappers hebben aangetoond dat alle gedrag betekenisvol
is en het resultaat is van een leerproces. Binnen dit proces zijn er twee centrale
leermechanismen:
o Klassieke conditionering (Pavlov): beschrijft hoe twee gebeurtenissen die vaak samen
voorkomen aan elkaar gekoppeld worden, waardoor één gebeurtenis de
verwachting zal oproepen dat de tweede gebeurtenis ook zal plaatsvinden.
o Operante conditionering (Skinner): beschrijft hoe mensen leren reageren
(meestal aangeduid als de Reactie, R) op (de betekenis van) stimuli (S). als
mensen leren dat een bepaald gedrag winst oplevert of bekrachtigd wordt, dan
zullen ze dit gedrag meer stellen. Als mensen leren dat een bepaald gedrag
nadelige gevolgen heeft of gestraft wordt, dan zullen ze dit gedrag minder
stellen.
Het leren van kinderen kan echter niet los gezien worden van de (relationele) context
waarin kinderen betekenissen en gedrag leren. Een belangrijke factor in het leren van
kinderen is het opvoedingsgedrag van ouders en naarmate kinderen ouder worden ook
van leerkrachten, en
Downloaded by Answerdone
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KimLinda. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.