Dakloosheid: verwijst naar de fysieke woon- of verblijfssituatie van de betrokkenen.
Feitelijk daklozen: mannen of vrouwen zonder reguliere huisvesting die een zwervend bestaan leiden
en de dagen en nachten op straat of in dag- en nachtopvang doorbrengen.
Residentieel daklozen: mensen zonder reguliere huisvesting, die tijdelijk of (semi-)permanent
onderdak hebben gevonden in woonvoorzieningen zoals internaten.
Thuisloosheid: verwijst naar de psychologische kant van de verblijfssituatie. ‘Zich nergens thuis
voelen’.
Potentiële daklozen: Mensen die dakloos dreigen te worden
Recent daklozen: mensen die net op straat staan
Langdurig daklozen: mensen die al vele jaren dakloos zijn
Ex-daklozen: voormalig daklozen die zich hebben gevestigd.
Dakloosheid bestaat al lang, het kwam in de middeleeuwen al voor (armen, wezen, gehandicapten
die van stad naar stad zwierven). Vaak waren het landlopers die aan de kost kwamen door te
bedelen en te stelen.
Door de eeuwen heen zijn de kenmerken van daklozen veranderd. In de loop van de 18de en 19de
eeuw nam het aantal dakloze wezen, armen en gehandicapten af, omdat er voor hen voorzieningen
kwamen.
In de jaren ’60 en ’70 waren er vooral dakloze mannen tussen de 25 en 45 jaar met een
alcoholverslaving, maar omstreeks 1980 kwamen er nieuwe groepen daklozen bij: zwerfjongeren,
harddrugsverslaafden en uitgeprocedeerde asielzoekers (allochtonen). Er is veel verschil tussen de
daklozen qua leeftijd, opleidingsniveau en sociaaleconomische achtergrond.
Daklozen onderscheiden zich van de doorsnee Nederlander op de volgende punten:
• Het gemiddelde opleidingsniveau van daklozen ligt onder het landelijk gemiddelde.
• Daklozen zijn vaker alleenstaand
• Mannen zijn veruit in de meerderheid, ca 15% is vrouw, maar dit neemt wel toe
• Meerderheid tussen de 25 en 45 jaar
• Daklozen kampen vaak met een verslaving
• Psychiatrische ziektebeelden komen veel vaker voor
• Inkomen ligt ver onder sociaal minimum schulden
• Komen vaker met politie en justitie in aanraking
• Gezondheidssituatie is veel slechter dan bij een gemiddelde Nederlander
Daklozen hebben vaak meervoudige problematiek. Deze problemen stapelen zich op en versterken
elkaar, hierdoor worden ze voor de hulpverlening onbereikbaar. In Nederland zijn veel voorzieningen
en uikeringen, waardoor je meestal geen hele gezinnen of doorsnee burgers op straat ziet.
Naar schatting zijn er ongeveer 30.000 daklozen in Nederland. Of het aantal daklozen nog steeds
toeneemt is niet duidelijk. Dakloosheid is niet meer alleen een stedelijk probleem, het kan overal
, ontstaan. Voorheen trokken ze meestal naar de steden voor voorzieningen, maar die heb jej
tegenwoordig ook in dorpen.
2.3 Het voorzieningenaanbod
In de loop der tijd zijn er steeds meer pogingen om daklozen in de maatschappij te betrekken. Er
kwamen verschillende instellingen (liefdadigheidsinstituten). Later werden deze door de overheid
overgenomen, er kwamen professionele hulpverleners met nieuwe inzichten.
1887: Leger des Heils zet zich in. Instellingen door heel Nederland.
1900: Eerste opvangvoorziening voor landlopers en onbehuisden (daklozen).
1904: Vereniging Hulp voor Onbehuisden. Beperkt tot Amsterdam.
Maatschappelijke opvang is een verzamelnaam voor daklozeninstellingen, algemene crisisopvang,
vrouwenopvang en de evangelische opvang. Deze instellingen bieden tijdelijke of langdurige opvang
en begeleiding aan kwetsbare personen die meestal nergens anders terecht kunnen.
Daklozenvoorzieningen zijn laagdrempelig, het aanmelden is makkelijk.
De daklozenopvang bestond voorheen uit 3 soorten voorzieningen: de dag- of nachtopvang en de
internaten. De 3 B’s zijn van belang: bed, bad, brood (en later de 4de: begeleiding). Vanaf 1980
breiden de organisaties hun aanbod uit door de steeds diverser wordende doelgroepen.
Ook kwam er een andere ontwikkeling op gang. Er kwam toenemende aandacht voor
maatschappelijke (re-)integratie van daklozen. Er vond een verschuiving plaats: de nadruk van sociaal
kwetsbare burgers werd activering. De nadruk wordt op eigen ontwikkeling en initiatief gelegd, zodat
de daklozen zo min mogelijk afhankelijk worden van de hulpinstellingen. Veel instellingen die
volledige zorg aanboden gingen ten onder.
Tegenwoordig ligt de nadruk vooral op de tijdelijke opvang van daklozen en de maatschappelijke
integratie. Daklozen worden langzaam zelfstandig gemaakt door de hulp af te bouwen. Alleen voor
de mensen die het zelf echt niet redden blijft het omvattende verzorgingspakket bestaan.
Daklozenorganisaties maken een professionaliseringsslag. Ze ruilen het liefdadigheidsimago in voor
het ontwikkelen van een kwaliteitssysteem met professionele hulp door training en scholing voor
personeel. Er is hierbij wel vrees voor hoogdrempeligheid.
De financiering van de daklozenvoorzieningen bestaat voornamelijk uit tijdelijke subsidies. Vroeger
hadden de instellingen minder geld, maar de laatste tijd groeit de daklozenzorg (in tegenstelling tot
andere welzijnssectoren).
Ondanks de meerdere opvanginstellingen is er geen duidelijke afname van het aantal daklozen.
Instellingen raken vol, er is geen doorstroom. Structurele maatschappelijke omstandigheden leiden
steeds weer tot dakloosheid.
De overheid steekt geld in daklozeninstellingen, maar ook in politie die de overlast tegen gaat.
Repressieve (onderdrukkings) maatregelen hebben weinig zin op de lange termijn. Daklozen
verdwijnen uit het gebied maar duiken ergens anders weer op.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenschaap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.32. You're not tied to anything after your purchase.