100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verplichte Literatuur Forensische Victimologie $8.05
Add to cart

Summary

Samenvatting Verplichte Literatuur Forensische Victimologie

1 review
 260 views  35 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van de literatuur voor Forensische Victimologie collegejaar . Belangrijkste artikelen zijn aangemerkt met een * . Alle artikelen zijn in het Nederlands samengevat. Succes met leren!

Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 51  pages

  • March 10, 2022
  • March 11, 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: cbijwaard • 1 year ago

avatar-seller
Forensische victimologie
Inhoudsopgave
Week 1 Emancipatie en juridische kaders
Een mentaliteitsgeschiedenis van slachtofferemancipatie ................................................................................................................................ 2
Slachtoffers van misdrijven in het recht en in de victimologie. Verslag van een intellectuele zoektocht .......................................................... 3
The development of international policy in relation to victims of crime ........................................................................................................... 5
Compensatie van misdrijfschade ....................................................................................................................................................................... 6
Slachtoffers in het strafproces ........................................................................................................................................................................... 8
Week 2 (Deel 1) Het Schadefonds Geweldsmisdrijven
Feitenvaststelling en belangenbehartiging bij de compensatie van slachtoffers van geweld ............................................................................ 9
Een tegemoetkoming voor slachtoffers: het Schadefonds Geweldsmisdrijven ............................................................................................... 10
Week 2 (Deel II) Getraumatiseerde slachtoffers
Bewijs geleverd ................................................................................................................................................................................................ 12
De therapeutische werking van slachtofferdeelname aan het strafproces ...................................................................................................... 14
De reeks waarschijnlijkheidstermen van het NFI en het Bayesiaanse model voor interpretatie van bewijs .................................................... 16
Evaluating the reliability of expert evidence in compensation procedures ..................................................................................................... 18
The impact of victim impact statements on legal decisions in criminal proceedings ....................................................................................... 18
Criminalistiek is terugredeneren ...................................................................................................................................................................... 19
Week 3 Nepslachtoffers
Malingering of PTSD: forensic and diagnostic considerations, characteristics of malingeres and clinical presentations ................................. 20
Posttraumatische stresstoornis ....................................................................................................................................................................... 23
Verbal lie detection tools: statement validity analysis, reality monitoring and scientific content analysis ...................................................... 25
Pitfalls and opportunities in nonverbal and verbal lie detection ..................................................................................................................... 28
Het classificatieprobleem bij onderzoek naar hervonden herinneringen ........................................................................................................ 31
Exploring the residual effects of malingering in mock victims of violent crime: an experimental vignette study ............................................ 32
Week 4 Risicotaxatie ter bescherming van toekomstig slachtofferschap
Minderjarige slachtoffers van kindermishandeling: hulp via vrijwillige en gedwongen hulpverlening ............................................................ 33
Risicotaxatie bij partnergeweld: een stand van zaken ..................................................................................................................................... 35
Differentiation among types of intimate partner violence: research update and implications for interventions ............................................ 37
Risicotaxatie bij relationeel geweldplegers in de praktijk: de B-SAFER ............................................................................................................ 39
Gestructureerde risicotaxatie bij kindermishandeling: De Child Abuse Risk Evaluation – Nederlandse versie (CARE-NL) ............................... 40
The average predictive valdity of intimate partner violence risk assessment instruments .............................................................................. 40
Week 5 Beslissen over slachtofferervaringen
Hindsight bias in legal decision making ............................................................................................................................................................ 41
Motivated cognition in legal judgements – an analytic review ........................................................................................................................ 42
Theorie en praktijk omtrent het tijdelijk verblijfsrecht voor slachtoffers van mensenhandel in de Vreemdelingencirculaire 2000 ................ 43
The identifiable victim effect: a meta-analytic review ..................................................................................................................................... 45
The determination of victim credibility by adult and juvenile sexual assault investigators ............................................................................. 46
De beslispraktijk van het Schadefonds Geweldsmisdrijven ............................................................................................................................. 47
Dangerous decisions: a theoretical framework for understanding how judges assess credibility in the courtroom ....................................... 49
The affect heuristic .......................................................................................................................................................................................... 50
Judgment under uncertainty: heuristics and biases ......................................................................................................................................... 51

,Week 1 Emancipatie en juridische kaders

Een mentaliteitsgeschiedenis van slachtofferemancipatie
Buruma, 2020 *
Inleiding
Mentaliteitsgeschiedenis van de versterkte positie van het slachtoffer in het strafrecht sinds de
Tweede Wereldoorlog. Drie periodes: (1) wederopbouw van 1950-1970 en (2) culturele revolutie
1970-1995 en (3) risicomaatschappij 1995-heden.
Wederopbouw (1950-1970)
Beslissing ligt bij de rechter, niet bij het slachtoffer. Bestraffing moet niet worden beschouwd als
wraakneming, maar als voldoening aan de eisen van het recht. Misdadiger moet tweede kans krijgen.
‘Bereid de afgedwaalde zondaar, de verloren zoon een warm welkom als hij thuiskomt.’ Het kwaad
wordt vergolden dat de rechtsgemeenschap is aangedaan, slachtoffer blijft daarbij buiten beeld.
Compenserende logica (oog om oog, tand om tand) speelde niet na de oorlog.
Culturele revolutie (1970-1995)
Aangescherpte opvatting over trias politica, meer persoonlijke vrijheden. Rechter is er niet alleen om
recht te doen aan verdachte, maar ook om te toetsen of autoriteiten zich wel aan de wet houden
(policing the police) en om rechten te geven aan de zwakkere van de samenleving. Eerste
erkenningen van slachtofferrechten vinden plaats (zoals Blijf van mijn lijf, oprichten Slachtofferhulp).
In het strafrecht ging eerst de aandacht uit naar rechten versterken van de aangeklaagde partij zoals
het zwijgrecht. Geleidelijk aan wordt positie van het slachtoffer sterker. Woord ‘victim’ wordt liever
met ‘survivor’ aangeduid.
Risicosamenleving (1995-heden)
Inwerkingtreding in 1995 van de Wet-Terwee, leidde tot een verbeterde positie van de benadeelde
partij bij diens civiele vordering in strafproces en invoering van schadevergoedingsmaatregel.
Opkomst van meer en meer slachtofferrechten. Juridisch krijgt de positie van het slachtoffer een
krachtige impuls met het Kaderbesluit van de Europese Unie (2001/220). Voorafgaand aan de
implementatie daarvan zijn de schriftelijke slachtofferverklaring en de invoering van het spreekrecht
al duidelijke vormen van erkenning en een en ander culmineert in de Wet versterking positie
slachtoffer (2010). Niet langer is slachtoffer slechts de aangever of belanghebbende (art. 12 Sv), maar
krijgt hij zelfstandige rechten. Dat ging wel schoorvoetend.
De munt kent twee kanten: aan de ene kant wordt erop gewezen dat daders en slachtoffers niet
twee verschillende klassen vormen en dat het vergroten van de tegenstellingen tussen hen aan het
oog onttrekt dat het vooral maatschappelijk onrecht is waardoor de daders van vandaag slachtoffers
van gisteren zijn. Aan de andere kant wordt de identiteitspolitiek van emanciperende groepen
bekritiseerd. Daarbij is de steen des aanstoots dat mensen hun persoonlijke verantwoordelijkheid
ontkennen door het slachtofferschap van hun gelijken als rechtvaardiging aan te voeren.
Enkele neveneffecten van de grotere rol van het slachtoffer
Aanvankelijk werd gevreesd dat de grotere stem van het slachtoffer zou leiden tot emotionalisering
van het strafproces, dat was waarschijnlijk koudwatervrees. Een tweede neveneffect betreft de
mogelijke invloed van het slachtoffer op de kernvragen van het strafproces. Betreft ook de vraag
welke invloed het actieve slachtoffer heeft op de vervolgingsbeslissing: hoe moeten politie en OM
omgaan met keurig samengestelde dossiers van het slachtoffer waar ze eigenlijk slechts een stempel
op hoeven te zetten? Met dergelijk optreden getuigt het slachtoffer van een meer dan passieve rol,
waarbij het begrip agency past – het vermogen in het strafproces met een zekere doelgerichtheid op
te treden die verder gaat dan het geven van uitdrukking aan (soms heftige) emoties. Deze agency
komt ook tot uitdrukking bij mediation (art. 51h Sv).
Naast vragen met betrekking tot de emotionalisering van het strafproces en de invloed van het
slachtoffer op kernbeslissingen in de strafrechtelijke procedure, roept het serieus nemen van het
slachtofferschap vragen op over de behandeling van de vordering van de benadeelde partij.

,De grenzen van slachtofferemancipatie
Het slachtoffer heeft zijn plaats gekregen in het strafproces en geleidelijk aan rijst de vraag naar de
gevolgen daarvan. In de theorievorming lijkt het denken over slachtofferemancipatie zich zover te
hebben geëvolueerd dat aan de klassieke strafdoelen (vergelding, generale en speciale preventie) de
gedachte kan worden toegevoegd dat de samenleving een reactie op een strafbaar feit, een
genoegdoening, verschuldigd is aan het slachtoffer. De uitwerking van die gedachte verschilt.
Sommigen koesteren het herstelrechtelijk denken, anderen benadrukken wraak, anderen weer
preventie.
Conclusie
Na de oorlog werd menig dader als slachtoffer van gisteren beschouwd, tijdens de culturele revolutie
verdiende elk slachtoffer rechten en inmiddels denken we allemaal het risico van slachtofferschap te
lopen.

Slachtoffers van misdrijven in het recht en in de victimologie. Verslag
van een intellectuele zoektocht
Groenhuijsen, 2008 *
Inleiding
Slachtoffers hebben tot voor kort vrijwel geen eigenstandige rol gespeeld in strafzaken. Zij werden
min of meer gebruikt door het systeem in de rol van aangever of getuige. Voor juristen een normale
zaak, omdat ze sterk redeneren in de tweedeling tussen privaatrecht en strafrecht. De overheid
regelt de straf, als benadeelde zelf iets wil, kan hij naar de burgerlijke rechter stappen. Het civiele
proces blijkt voor slachtoffers echter nogal ongelukkig te zijn (zo is gemiddelde schadelijk beperkt en
is het te duur en tijdrovend om een compleet juridisch proces te beginnen).
Vier oorzaken die ten grondslag liggen aan de emancipatie van het slachtoffer:
1. Toegenomen mondigheid van burgers tegenover overheid
2. Terroristische aanslagen met een politiek motief > ingrijpende gevolgen > besef dat ook
andere slachtoffers van misdrijven met soortgelijke reacties kampen en om adequate nazorg
vragen
3. Vrouwenbeweging > aandacht voor lot van zedendelinquenten > erkennen van dit specifieke
leed opende de ogen voor lotgenoten die op grond van andere delicten in eenzelfde treurige
positie terechtkwamen
4. Stijging van criminaliteit > vaker burgers in strafrechtelijk systeem, merkten hoe slecht zij er
in juridische omgeving voorstonden
Eerste stappen op weg naar hervorming. Recht, beleid en hulpverlening
Slachtoffers kwamen vrij hoog te staan op de maatschappelijke en politieke agenda. Vanaf midden
jaren ’80 kwamen er principiële veranderingen. Er werden twee gezaghebbende internationale
documenten aangenomen op het gebied van de rechten van slachtoffers van misdrijven. Het besef is
definitief doorgedrongen dat het relatief eenvoudig is om nieuwe rechtsregels uit te vaardigen met
een procesrechtelijke bevoegdheid voor slachtoffers, maar dan ben je er nog niet. Het gaat om
effectieve implementatie van de op papier staande rechten (‘law in action’ vs ‘law in the books’).
Vanaf deze tijd wint het victimologisch gezichtspunt vooral op twee terreinen.
1. Vraag in welke richting het strafrechtelijk systeem het beste kan worden hervormd. Zijn
slachtoffers het meest gebaat bij nieuwe bevoegdheden om te participeren of zouden ze
meer hebben aan aanspraak op diensten van justitiële autoriteiten?
2. Relatie tussen de hervorming van het straf(proces)recht aan de ene kant en de uitbouw van
een landelijk dekkend netwerk van bureaus slachtofferhulp aan de andere kant.

, Er zijn drie overkoepelende oogmerken verbonden aan zowel de hervorming van het rechtssysteem als
aan de ontwikkeling van een landelijk dekkend netwerk van bureaus slachtofferhulp.
1. Negatieve consequenties van slachtofferschap zoveel mogelijk beperken (verwerking delict
bevorderen) (coping)
2. Slachtoffer wordt gedurende en door de procedure niet getroffen door vermijdbare nieuwe
nadelen (secundaire victimisatie)
3. Schadevergoeding
Enkele significante resultaten van de interactie tussen empirische wetenschap en rechtspraktijk
Slachtoffers van misdrijven verliezen veelal vertrouwen in de samenleving, hun wereldbeeld raakt
verstoord. Een van de aanvullende doeleinden van de strafrechtelijke procedure moet zijn het vertrouwen
van het slachtoffer in de samenleving herstellen. Het systeem dient empathie en solidariteit uit te stralen.
Echte doorbraak zat hem niet in de erkenning van de status van de benadeelde partij, maar in de
zelfstandige betrokkenheid van het slachtoffer als de door het delict getroffen persoon (art. 51a Sv en art.
288a Sv).
Tweede uitdaging is van het strafrechtelijke systeem betreft het terugdringen van secundaire victimisatie,
ontstaat door onkunde en onwetendheid. Dit wordt tegengegaan door training van officials, verstrekken
van goede en tijdige informatie aan het slachtoffer, mogelijkheid tot persoonlijk gesprek met OvJ.
Als derde uitdaging de schadevergoeding. Vergoeding binnen het strafproces lijkt meer te worden
gewaardeerd dan eenzelfde uitkering in de context van het privaatrecht. Omgeving ziet strafrecht als
uiting van maatschappelijke solidariteit. Het gaat meer om de erkenning, zo blijkt vergoeding vaak ook al
voldoende als het niet de gehele geleden schade dekt. Tot stand brengen van schadevergoeding blijkt in
de praktijk moeilijker te realiseren dan verstrekken van adequate informatie of het verbeteren van
correcte bejegening, omdat dader niet betaalde. Schade wordt nu door het Centraal Justitieel Incasso
Bureau geïncasseerd, wat voor een toename aan feitelijk betalingen heeft gezorgd. Effectiviteit van de
wettelijke bepalingen omtrent gedwongen schadevergoeding is ook afhankelijk van de attitude van
strafrechters (art. 361 lid 3): eis van het slachtoffer mag naar burgerlijke rechter worden verwezen.
Sociaalwetenschappelijk onderzoek heeft niet alleen maar gezorgd voor steeds meer rechten van
slachtoffers binnen het strafproces. In een aantal situaties bleken bestaande bevoegdheden of nieuw
voorgestelde remedies juist niet gunstig te zijn. Zo bestaat er in veel landen de mogelijkheid tot een
private prosecution, ofwel het sturen van een dagvaarding als privaat persoon om toch tot vervolging te
komen, echter is bij een niet geslaagde vervolging degene die de dagvaarding heeft gestuurd financieel
aansprakelijk, en dat is een groot risico.
Een tegenargument voor meer emancipatie voor het slachtoffer binnen het strafrecht is dat het de
rechter af zou leiden van zijn eigenlijke taak, het berechten van de verdachte. Dit argument is echter een
bewering, die berust op speculaties uit de filosofie. Uit victimologisch onderzoek blijkt dit echter niet.
Restorative justice
Strafrecht is het ultimum remedium, het laatste redmiddel, mag alleen worden ingezet als het echt niet
anders kan. (Abolitionisme: volledig afschaffen van het strafrecht)
Restorative justice is een brede, internationale beweging, met het oogmerk om het strafrecht
fundamenteel te hervormen. In de kern is het doel om in de nasleep van het delict minder te kijken naar
de nasleep van het delict en meer naar de toekomst te kijken en hoe negatieve consequenties ongedaan
gemaakt kunnen worden.
Er zijn twee stromingen binnen het herstelrecht: (1) middel om strafrecht te verrijken of (2) alternatief
van het strafrecht.
Auteur voorstander van het eerste, het is een illusie dat er niet dermate zware misdrijven zijn waarbij
herstelrecht niet wenselijk is en er is geen manier om de overgang van het ene naar het andere
paradigma te managen (van strafrecht naar herstelrecht).
Mediation is alleen mogelijk als beide partijen hiertoe toestemmen (vrijwilligheid), verder is er de
vertrouwelijkheid van de mediationprocedure (geheimhoudingsplicht).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eline18. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.05  35x  sold
  • (1)
Add to cart
Added