HBO verpleegkunde, Hogeschool Utrecht.
Samenvatting van alle leerdoelen van blok A gezondheid (kennistoets 1). Samenvatting is gemaakt aan de hand van toetsmatrijs (CGO, VTV, AFPF, OO-lessen).
Leerjaar: 1
Gemaakt in: 2021/2022
Behaald cijfer: 8,6
Beroepscode:
Als verpleegkundige/verzorgende oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de
gezondheid van de zorgvrager.
Dat betekent onder andere dat ik:
handel als professional vanuit de beroepswaarden en -normen
Als verpleegkundige/verzorgende handel ik bij de uitoefening van mijn beroep naar
de normen, richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die
invulling geven aan goed hulpverlenerschap (professionele standaard).
Als verpleegkundige/verzorgende ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op
mijn eigen handelen, bejegening en gedrag als professional
Als verpleegkundige/verzorgende houd ik mijn kennis en vaardigheden voor het op
verantwoorde en adequate wijze uitoefenen van het beroep op peil.
Als verpleegkundige/verzorgende ken ik de grenzen van mijn eigen deskundigheid en
beroepsverantwoordelijkheid en verricht ik alleen handelingen die binnen deze grenzen
liggen.
Als verpleegkundige/verzorgende neem ik initiatieven en ondersteun ik activiteiten
ter bevordering van de ontwikkeling van het beroep en de kwaliteit van zorg.
Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan een veilige zorgverlening.
, Als verpleegkundige/ verzorgende houd ik in de beroepsuitoefening rekening met
een verantwoorde verdeling van middelen.
Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf. Pagina-einde
Visies op gezondheid en definitie van gezondheid
Visies op gezondheid. De gezondheid is de laatste tijd veel veranderd in vergelijking met vroeger.
Gezondheid omvat allerlei aspecten die in de tijd en plaats kunnen variëren. Er zijn verschillende
gezondheidsnormen. Je hebt in totaal 6 visies op gezondheid namelijk;
Medische, monocausale visie: professionele, medische gezondheid is de afwezigheid
van ziekte of lichaamsgebrek, je bent dus niet lichamelijk ziek. Dit is de klassieke
benadering van de gezondheid. Monocausale benadering, ziekte ontstaat door slechts
één oorzaak. Als die aanwijsbaar is ben je ziek. En is het niet aanwijsbaar dan ben je
gezond.
Biologische visie: biologische gezondheid is de aanpassing van het menselijk lichaam
aan externe omstandigheden (buiten het lichaam). De interne reacties worden op peil
gehouden door het lichaam. Dat noem je interne homeostase, het constant houden van
de fysiologische processen en biochemische reacties in het menselijk lichaam.
Psychologische visie: volgens de psychologische visie is een persoon gezond als hij
zijn zelf gestelde doelen in het leven kan behalen en in zijn geestelijke behoefte kan
voorzien. Het gaat dus vooral om het geestelijk optimaal voelen.
Sociale visie: volgens de sociale visie is een persoon gezond als hij zijn sociale rollen
in de maatschappij kan vervullen binnen geldende waarden en normen. Het
maatschappelijk functioneren staat centraal. Een persoon is ziek als hij niet in staat is zich
aan te passen aan en zich te gedragen naar de heersende waarden en normen in zijn
cultuur.
Humane, multicausale visie: deze visie brengt een koppeling tussen de biologische,
psychologische, en sociale visie op gezondheid. De mens is meer dan alleen zijn lichaam.
‘a state of complete physical, social and mental well-being and not merely the absence of
disease or infirmity’(WHO 1998) Het is alleen vrijwel onmogelijk om psychisch, sociaal en
lichamelijk oke te zijn.
Dynamische visie op gezondheid: Volgens de dynamische visie is de mens als
holistische eenheid gezond wanneer hij in balans is met zowel zichzelf als zijn externe
milieu. En door aanpassingsvermogen en de regie te houden op zijn gezondheid.
Beroepscode:
Om als verpleegkundige, verzorgende, helpende of zorghulp goed te kunnen werken, heb je waarden
en normen van de beroepsgroep nodig. Die vind je in de Beroepscode V&V. De beroepscode is
opgesteld door de beroepsgroep en wordt gebruikt in de opleidingen en in de dagelijkse zorgpraktijk.
Loop je in je werk ergens tegenaan? Dan kan je de beroepscode erbij pakken en de situatie met
collega’s en met je leidinggevende bespreken.
VTV:
- Handhygiëne en infectiepreventie
Infectieketen
Infectieketen omvat 6 stappen;
- Ziektekiem à Ziekteverwekkend micro-organisme
- Besmettingsbron à Bron van micro-organismen die zich bevindt in de mens
- Porte de sortie à Via excreten, secreten of het bloed kunnen micro-organismen de besmettingsbron
verlaten.
- Besmettingsweg à Contact, druppeltjes, lucht, overdracht van drager en dieren. Contrabesmetting
,wordt direct en indirect overgedragen.
- Porte d’entrée à Opening in het lichaam à indringen micro-organisme
- Gevoelige gastheer à Iemand die gevaar loopt om infectie op te nemen.
Barrières tegen infecties
Vermogen om een infectie te weerstaan à Bepaald door afweermechanisme van het lichaam en zijn
gezondheidstoestand.
Lichaam wordt tegen infecties beschermd door; Immuniteit, ontstekingsreactie en anatomische
barrières. Een ontsteking verloopt in 3 fasen;
1. Vasculaire fase à Bloedvatverwijding
2. Cellulaire fase à Cellen gaan naar plek schadelijke stof
3. Humorale fase à Opsoninen en immunoglobulinen
Variabelen die vaststellen welk organisme de ziekte veroorzaakt;
- De virulentie (het ziekteverwekkend vermogen)
- Het aantal micro-organismen
- De blootstelling en aanhechting van micro-organismen aan een vatbare plaats
- De duur van de blootstelling van de patiënt aan de infectiekiemen.
Nosocomiale (in het ziekenhuis opgelopen) infectie is de meest frequent voorkomende complicatie
geassocieerd met een ziekenhuisopname. Door het slecht toepassen van handhygiëne of het niet
toepassen van handhygiëne tussen patiënten door. Andere maatregelen die belangrijk zijn voor
preventie van nosocomiale infecties zijn het gebruik van steriele technieken wanneer dat moet en
het identificeren en beschermen van risicopatiënten.
Infectiepreventie
2 soorten maatregelen; standaard preventiemaatregelen & preventiemaatregelen voor
transmissiepreventie (gemakkelijk overdraagbare infectie).
Maatregelen voor transmissiepreventie betreffen 3 transmissieroutes;
- Via de lucht, via druppeltjes, contacttransmissie.
Fundamentele principes die op alle patiënten moeten worden toegepast; handhygiëne, gebruik
van handschoenen, de juiste plaats van patiënten in het ziekenhuis (om verspreiding van micro-
organismen naar anderen of naar de patiënt te voorkomen). Juiste gebruik van
isoleringsapperatuur.
Omstandigheden die vatbaar voor infecties maken: bepaalde infecties en invasieve handelingen
maken patiënten vatbaar voor infecties.
Infecties van operatie wonden: dit kan je voorkomen door haren weg te scheren op
de plek waar de wond komt.
Antibacteriële afweermechanismen: alles wat het proces van fagocytose verstoort
vergroot de kans op een infectie
Ademhalingsstelsel: de bronchiën en de luchtpijp zijn zo gevoelig voor
lichaamsvreemd materiaal dat je ook snel een infectie kan oplopen, bijvoorbeeld een
longontsteking
Urogenitale organen: je kan een infectie oplopen door het gebruik van een katheter
of een cystoscoop dan ontstaan er bacteriën.
Invasieve lijnen
Venapuncties: wonden die door een percutane naald op de plaats van een
venapunctie worden veroorzaakt, kunnen gekoloniseerd of ontstoken raken.
Volledige parenterale voeding: door de hoge osmolariteit van vooral de koolhydraten
en aminozuren raken perifere vaten ontstoken.
Geïmplanteerde protheses: dit komt door langdurige toediening van antibiotica.
Preventie van prikaccidenten;
- Voorlichting aan medewerkers à algemene kennis over risico’s.
,- Training van risicovolle prikaccidenten vaardigheden.
- Het gebruik van veilige materialen.
- Vaccinatie tegen Hepatitis-B.
- Een correcte afhandeling van prikaccidenten.
DOORNEMEN BLZ 269 – 297 VERPLEEGKUNDIGE VAARDIGHEDEN DEEL 1.
Classificatie van decubitus:
I Niet wegdrukbare roodheid bij een intacte huid.
II Verlies van een deel van de huidlaag of blaar.
III Verlies van volledige huidlaag (vet zichtbaar).
IV Verlies van een volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar)
Skintears ontstaan als gevolg van schuur- en wrijvingskrachten of perongeluk stoten; hierdoor laat de
opperhuid los van de lederhuid.
Intertrigo: smetten/smetplekken. Is een in de grote huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige
aandoening, die zicht altijd kenmerkt door roodheid (erytheem) aan beide zijden van de plooi.
Incontinentie dermatitis: incontinentie zonder de combinatie met druk- en/of schuifkrachten
veroorzaakt geen decubitus maar kan wel huidafwijkingen geven die op decubitus lijken.
De drie belangrijkste fasen van wondgenezing zijn ontsteking (of ontstekingsreactie), regeneratie (of
granulatie) en remodellering.
- Ontsteking: een acute ontstekingsreactie en opruiming van dood weefsel en
bacteriën.
- Regeneratie: deze fase begint ongeveer twee tot drie weken na de verwonding en
eindigt 14 tot 24 dagen later. Tijdens de granulatievorming vindt een snelle groei van
epitheelcellen plaats om een beschermende laag over de wond te vormen.
- Remodellering: de wondcontractie begint tussen de 14 en 21 dagen na de
verwonding en kan wel 2 jaar duren. Tijdens deze fase krimpt het litteken en wordt
- het dunner.
Wondclassificatie:
- De oorzaak, opzettelijk of niet opzettelijk.
- De reinheid, schoon, gecontamineerd of geïnfecteerd.
- De diepte, oppervlakkig, ondiep of diep.
- De kleur.
Soorten wondgenezing:
- Primaire wondgenezing: de eenvoudigste manier van wondgenezing. Zuivere wond.
- Secundaire wondgenezing: deze wonden genezen door granulatie (zeer jong bindweefsel met
een groot aantal jonge bloedvaatjes erin).
- Tertiare wondgenezing: genezing van een openwond, te groot voor een hechting. Deze
worden dan vaak gespoeld bijvoorbeeld met een buikwond.
, Transfers in bed:
Het is belangrijk om juiste preventieve maatregelen te treffen voor het maken van transfers van de
patiënt. Hierdoor voorkom je dat je zelf en de patiënt blessures oplopen. Blessures bij personeel en
patiënten neemt af door:
Het voeren van een niet tillen beleid
Het gebruik van transferapparatuur en informatie over het juiste gebruik van deze
apparatuur
Het nauwgezet volgen van protocollen voor transfers en voor het aannemen van de
juiste houdingen bij het onderzoeken, verzorgen en behandelen van patiënten.
Algemene richtlijnen voor transfers:
Neem de juiste houding aan voordat je een patiënt gaat verplaatsen of kantelen
Verdeel de werklast gelijkmatig voordat je patiënten gaat verplaatsen of kantelen
Stel het bed op de juiste werkhoogte in als je met een patiënt werkt. Houd de patiënt
zo dicht mogelijk bij je lichaam wanneer je deze verplaatst.
Duw en trek voorwerpen als je deze verplaatst en til ze niet.
Gebruik voor tillen en verplaatsen grote spieren. Dat zijn niet je rugspieren, maar
juist been- en bilspieren. Beweeg de heup en schouder als 1 geheel.
Niet leunen en strekken
Vraag om hulp van anderen of maak gebruik van transferapparatuur als je met zware
patiënten werkt.
Houd de onderrug in een neutrale positie.
AFPF:
Een definitie geven van de begrippen ‘milieu intérieur’ en ‘homeostase’.
Milieu intérieur, ook wel het inwendige milieu genoemd. Dit is het vloeistof om een cel heen.
Milieu wat er om onze cellen heen zit zoals vocht, zuurstof, temperatuur etc.
Dit is extracellulaire vloeistof, oftewel; alle vloeistof buiten de cel.
Homeostase: is een benaming voor de stabiele toestand van het milieu interieur. De term is een
dynamische situatie. Het milieu interieur geeft de cel glucose, water en O2. De cel zorgt ervoor
als het milieu interieur uit balans raakt, dat er een mechanisme instant wordt gezet zodat het
milieu interieur homeostase blijft. Enkele voorbeelden van dingen die worden gehandhaafd:
kerntemperatuur, water- en elektrolythuishouding, zuurgraad van lichaamsvloeistoffen,
bloedsuikergehalte, bloed- en weefselzuurstof en koolstofdioxidegehalte, bloeddruk
Het wordt gehandhaafd door een regulatiesysteem, wat bestaat uit; een detector, het
controlecentrum en een effect
Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken.
Negatieve terugkoppeling: zorgt voor de tegengestelde reactie en handhaaft zo de homeostase.
Dit betekent dat bij bijv. een lage temperatuur negatieve terugkoppeling ervoor zorgt dat de
temperatuur weer omhoog zal gaan en visa versa. Het wordt gehandhaafd door een
regulatiesysteem, wat bestaat uit; detector (oppikken van de prikkels), het controlesysteem (de
prikkel interpreteren en vaststellen of het buiten de juiste waardes zijn) en een effector (verhelpt
het probleem). Als het probleem is opgelost valt de effector weg, waardoor het mechanisme
wordt gestopt.
Positieve feedbackmechanismen: zal een prikkel juist versterken. Als een waarde te hoog is, zou
positieve feedbackmechanismen deze waarde alleen maar hoger maken.
Je ziet dit alleen bij processen in je lichaam die snel voltooid moeten worden, zoals bloedstolling
bij een bloeding, of bij je spijsvertering na het eten van een maaltijd of bij een bevalling. Als het
proces voltooid is keert de situatie weer terug naar het evenwicht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessvanbreukelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.